Sociale implicaties bij een echtscheiding

AuteurDirk Miseur
Pages159-197

Page 159

Inleiding

Een feitelijke scheiding of een echtscheiding heeft niet enkel gevolgen op fiscaal vlak. Ook op het vlak van de sociale zekerheid heeft een gewijzigde gezinssituatie gevolgen.

In deel 2 van dit boek bekijken we de invloed van een (feitelijke) scheiding op de verschillende inkomsten die verkregen worden van de socialezekerheids-instellingen.

Achtereenvolgens zullen worden behandeld :

-de werkloosheidsuitkeringen;

-de ziekte-uitkeringen;

-de terugbetaling van ziektekosten;

-de kinderbijslag;

-het leefloon of bestaansminimum;

-de pensioenuitkeringen;

-de inkomensgarantie voor ouderen.

We bekijken steeds eerst de situatie van feitelijke scheiding en daarna die van de wettelijke scheiding, indien deze afwijkt.

Page 160

Hoofdstuk 1 Werkloosheidsuitkeringen

Op het vlak van de werkloosheidsuitkeringen wordt er geen onderscheid gemaakt tussen echtgenoten die feitelijk gescheiden zijn en zij die wettelijk gescheiden zijn.

Op basis van de gezinstoestand worden werklozen opgedeeld in drie categorieën, namelijk:

-de samenwonenden met gezinslast (vroeger gezinshoofden genoemd);

-de alleenwonenden;

-de samenwonenden (zonder gezinslast).

1. Principe

Samenwonenden met gezinslast ontvangen 60 % van het laatst verdiende loon gedurende hun hele werkloosheidsperiode.

Alleenwonenden ontvangen 60 % van hun laatst verdiende loon tijdens het eerste jaar werkloosheid en 50 % daarna.

Samenwonenden (zonder gezinslast) ontvangen 60 % van hun laatst verdiende loon tijdens het eerste jaar werkloosheid. Gedurende de volgende 3 maanden, ontvangen samenwonenden 40 % van dit loon. Deze periode wordt verlengd met 3 maanden per jaar in loondienst. Nadien ontvangt een samenwonende een forfaitaire uitkering van minimum 438,36 EUR en maximum 575,38 EUR per maand (cijfers van 01/01/2009). Samenwonenden met 20 jaar beroepsverleden als loontrekkende of met een graad van blijvende arbeidsongeschiktheid van minstens 33 % op het ogenblik van de overgang naar forfaitaire uitkeringen, behouden ten allen tijde hun uitkering aan 40 %.

Page 161

In tabelvorm ziet dit er als volgt uit:


Samenwonenden
met gezinslast
Alleenwonenden Samenwonenden
1ste periode – deel A
1e – 6e maand
60 % van het loon
begrensd tot
2.206,46 €
60 % van het loon
begrensd tot
2.206,46 €
60 % van het
loon begrensd
tot 2.206,46 €
1ste periode – deel B
7e – 12e maand
60 % van het loon
begrensd tot
2.056,46 €
60 % van het loon
begrensd tot
2.056,46 €
60 % van het
loon begrensd
tot 2.056,46 €
2de periode
13e – 15e maand
(verlengbaar)
60 % van het loon
begrensd tot
1.927,71 €
53 % van het loon
begrensd tot
1.927,71 €
40 % van het
loon begrensd
tot 1.927,71 €
3de periode Forfaitaire
dagbedrag
16,86€ of
verhoogd forfait
22,13 €

Indien het de partner was die de werkloosheidsuitkeringen kreeg, zal, in geval van een feitelijke scheiding, de andere partij daar niets van krijgen.

De volgende tabel bevat de minimum- en maximumuitkeringen die vanaf 1 januari 2009 worden uitbetaald aan werklozen zonder anciënniteitstoeslag (bron : www.rva.fgov.be). Deze bedragen worden geïndexeerd telkens wanneer de spilindex voor de sociale zekerheidsprestaties overschreden wordt.

Page 162


Werkloosheidsuitkeringen zonder anciënniteitstoeslag
Dag
Min. Max. Min. Max.
A. Samenwonende met
gezinslast
- 1e tot 6e maand
- 7e tot 12e maand
- vanaf 13e maand
38,00
38,00
38,00
50,92
47,46
44,35
988,00
988,00
988,00
1.323,92
1.233,96
1.153,10
N. Alleenwonende
- 1e tot 6e maand
- 7e tot 12e maand
- vanaf 13e maand
31,93
31,93
31,93
50,92
47,46
39,17
830,18
830,18
830,18
1.323,92
1.233,96
1.018,42
B. Samenwonende
- 1e tot 6e maand
- 7e tot 12e maand
- vanaf 13e maand
Forfaitperiode (evt.)
Gewoon
Bevoorrecht (1)
23,93
23,93
23,93
16,86
22,13
50,92
47,46
39,17
16,86
22,13
622,18
622,18
622,18
438,36
575,38
1323,92
1233,96
768,56
438,36
575,38

(1) Als de werkloze + partner uitsluitend uitkeringen ontvangen en het dagbedrag van de uitkering van de partner 29,33 EUR niet overschrijdt.

De volgende tabel bevat de minimum- en maximumuitkeringen die vanaf 1 januari 2009 worden uitbetaald aan werklozen met anciënniteitstoeslag die na 1 januari 2002 werkloos werden. Deze anciënniteitstoeslag wordt toegekend aan werklozen vanaf 58 jaar.


Werkloosheidsuitkeringen met anciënniteitstoeslag
Dag Maand
Min. Max. Min. Max.
A. Samenwonende met
gezinslast
40,62 48,67 1.056,12 1265,42
N. Alleenwonende
50 - 54
55 – 64
33,99
37,35
40,28
44,35
883,74
971,10
1.047,28
1.153,10
B. Samenwonende
2de periode (nieuwe regeling)
50 – 54
55 – 57
58 – 64
Forfaitperiode (eventueel)
Gewoon
Bevoorrecht (1)
27,61
30,77
33,82
20,32
25,59
33,26
36,96
40,65
20,32
25,59
717,86
800,02
879,32
528,32
665,34
864,76
960,96
1.056,90
528,32
665,34

(1) Als de werkloze + partner uitsluitend uitkeringen ontvangen en het dagbedrag van de uitkering van de partner 29,33 EUR niet overschrijdt.

Page 163

2. Het begrip ‘alleenwonende’

Een persoon die werkelijk alleen woont, wordt beschouwd als een alleenwonende.

Deze persoon kan echter ook beschouwd worden als 'samenwonende met gezinslast' indien hij/zij alleen woont en :

-onderhoudsgeld betaalt op basis van hetzij een gerechtelijke beslissing, hetzij een voor een notaris verleden akte in geval van een procedure van echtscheiding of van scheiding van tafel en bed met wederzijdse instemming;

-vrijwillig onderhoudsgeld betaalt via een notariële akte (buiten een echtscheidingsprocedure) voor een minderjarig kind of voor een behoeftig meerderjarig kind; aangezien een notariële akte volstaat, kan ook een gehuwde werkloze die tijdens de feitelijke scheiding een notariële akte laat opmaken ter regeling van de onderhoudsuitkeringen, als 'werknemer met gezinslast' beschouwd worden;

-zijn/haar echtgenoot gemachtigd werd om door derden verschuldigde geldsommen te ontvangen (d.i. de zogenaamde inkomensdelegatie). Hiertoe werd beslist door de Vrederechter als dringende en voorlopige maatregel. Deze inkomensdelegatie werd dan betekend aan het werkloosheidsbureau of aan de uitbetalingsinstelling (artikel 221 van het Burgerlijk Wetboek).

3. Het begrip ‘samenwonende (met gezinslast)’

Om als 'samenwonende met gezinslast' beschouwd te worden, dienen de volgende voorwaarden vervuld te zijn :

1) betrokkene is gehuwd en woont samen met zijn/haar echtgenoot die geen beroeps- of vervangingsinkomsten heeft;

2) betrokkene woont samen met een partner die geen beroeps- of vervangingsinkomsten heeft.

Page 164

In de gevallen 1) en 2) wijzigt de aanwezigheid van andere personen in het gezin de kwalificatie van 'samenwonende met gezinslast' niet, zelfs al hebben deze personen inkomsten;

3) betrokkene woont niet samen met zijn/haar echtgenoot of een partner, maar uitsluitend met:

-één of meerdere kinderen waarvoor hij recht op kinderbijslag heeft voor tenminste één van deze kinderen; het doet er niet toe dat hij, bv. omwille van administratieve problemen, die kinderbijslag niet effectief zou ontvangen;

-één of meerdere kinderen, op voorwaarde dat niemand van hen een beroeps- of vervangingsinkomen heeft23;

-één of meerdere kinderen en andere bloed- of aanverwanten tot en met de derde graad voor zover gelijktijdig aan de volgende voorwaarden wordt voldaan :

* kinderbijslag voor tenminste één kind;

* de andere bloed- of aanverwanten beschikken noch over beroepsinkomsten, noch over vervangings-inkomsten24.

-één of meer bloed- of aanverwanten tot en met de derde graad, die geen beroepsinkomsten noch vervangings-inkomsten genieten25.

In de gevallen bedoeld in 3), wijzigt de aanwezigheid van andere personen in het gezin de kwalificatie van 'werknemer met gezinslast' niet, op voorwaarde dat deze personen NIET beschikken over beroeps- of vervangingsinkomsten.

Wanneer deze...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT