Fiscale implicaties bij een echtscheiding

AuteurDirk Miseur
Pages11-158

Page 11

Hoofdstuk 1 De verschillende soorten scheidingen volgens de fiscus

In dit hoofdstuk vindt u een overzicht van de verschillende soorten scheidingen die in België voorkomen, althans volgens de criteria die de Belgische fiscus hanteert.

De fiscus maakt een onderscheid tussen drie soorten scheidingen, namelijk:

- de feitelijke scheiding;

- de scheiding van tafel en bed;

- de wettelijke scheiding.

Deze drie soorten scheidingen hebben alle hun eigen specifieke kenmerken en hun eigen fiscale en sociale consequenties. We beginnen dit hoofdstuk met een korte uiteenzetting van de begrippen 'wettelijke scheiding' en 'scheiding van tafel en bed'. We blijven des te langer stilstaan bij het begrip 'feitelijke scheiding'.

Zoals het woord het reeds zelf zegt, gaat het hier over een 'feitenkwestie'. En vermits 'feiten' interpreteerbaar zijn, is het niet verwonderlijk dat er hieromtrent heel wat rechtsleer en rechtspraak voorhanden is. Het bepalen van de exacte datum van de feitelijke scheiding is nochtans van groot belang omwille van de eraan gekoppelde fiscale consequenties. Verderop in dit hoofdstuk zal dit duidelijk worden.

Page 12

1. De wettelijke scheiding

In België zijn er drie soorten wettelijke scheidingen, namelijk:

- de echtscheiding op grond van fout (art. 229-231 Burgerlijk Wetboek - B.W.);

- de echtscheiding op grond van een feitelijke scheiding van 2 jaar of meer (art. 232 B.W.);

- de echtscheiding met onderlinge toestemming (art. 233 B.W.).

Ze hebben alle één gemeenschappelijk kenmerk, namelijk dat ze door een rechtbank worden uitgesproken en een einde maken aan het huwelijkscontract. Er is pas sprake van een wettelijke scheiding wanneer de uitspraak van de rechtbank wordt overgeschreven in de registers van de burgerlijke stand van de woonplaats waar men getrouwd was (art. 1278, 1e lid en art. 1304, 1e lid Ger.W.).

Volgens de administratieve commentaar van de fiscus was echter de datum waarop de echtscheiding werd uitgesproken de enige geldige datum. Artikel 131/3 van de Administratieve Commentaar op het Wetboek van de Inkomstenbelastingen 1992 (art. 131/3 Com. IB. 1992) stelde namelijk: 'Huwelijkspartners die uit de echt zijn gescheiden, hebben recht op de belastingvrije som van alleenstaanden vanaf het jaar waarin een vonnis over de echtscheiding werd geveld'. Dit is echter de weergave van de 'oude' regel i.v.m. de tegenwerpelijkheid aan derden van de echtscheiding.

In een vonnis van 2 juni 2003 heeft de Rechtbank van Eerste Aanleg te Antwerpen evenwel geoordeeld dat, vermits de belastingdienst een derde is ten opzichte van de echtscheiding van de betrokken belastingplichtigen, de ontbinding van het huwelijk tegenover de belastingdienst slechts rechtsgevolgen kan hebben vanaf de overschrijvingsdatum van de echtscheiding (Antwerpen, 2 juni 2003, Fiscoloog 908, 15 oktober 2003). In een Administratieve Circulaire van 28 november 2005 wordt het standpunt van voormelde rechtbank bijgetreden.

Page 13

Daaruit vloeit voort dat de datum die in geval van echtscheiding in aanmerking moet worden genomen om te bepalen of er een gemeenschappelijke aanslag op naam van beide echtgenoten, dan wel een individuele aanslag op naam van elke echtgenoot moet worden gevestigd, voortaan de datum is van de overschrijving van de echtscheiding in de bevolkingsregisters (en niet meer de datum van de uitspraak van het vonnis).

Deze bepaling is eveneens van toepassing in geval van scheiding van tafel en bed.

De circulaire is van toepassing met ingang van aanslagjaar 2005, (= inkomstenjaar 2004), maar mag ook worden toegepast op de hangende of in te leiden administratieve of gerechtelijke beroepen, ongeacht het aanslagjaar waarop de betwiste aanslag betrekking heeft. De administratie voegt er wel nog aan toe dat de circulaire niet mag worden beschouwd als een nieuw gegeven in de zin van artikel 376, § 2 van het W.I.B. 1992, aangezien zij bij een bepaalde jurisprudentie aansluit (Circ. Nr. Ci. RH 331/562.887 (AOIF nr. 46/2005) dd. 28 november 2005). Concreet betekent dit dat de procedure van ambtshalve ontheffing niet kan ingeroepen worden op basis van deze circulaire.

Voorbeeld

Op 20 december 2008 velt de rechter het echtscheidingsvonnis van An en Philippe. De griffie van de rechtbank verzoekt op 2 februari 2009 aan de diensten van de burgerlijke stand van de huwelijksplaats om dit vonnis over te nemen in hun registers. De fiscus zal An en Philippe pas als alleenstaanden mogen belasten vanafhet inkomstenjaar 2009 !

2. De scheiding van tafel en bed

De scheiding van tafel en bed is een juridisch begrip dat in het Burgerlijk Wetboek vervat zit in de artikelen 308 t.e.m. 311bis. Het is een procedure die door een rechtbank wordt uitgesproken. Ze werd in de 19de eeuw uitgedacht voor de Rooms-Katholieken die zich dienen te houden aan het sacrament van het onverbreekbare huwelijk.

Page 14

De scheiding van tafel en bed is bijgevolg geen officiële scheiding, men blijft getrouwd (men kan dus ook op overspel betrapt worden) maar men heeft letterlijk een apart bed en een aparte tafel.

Het enige wat men door deze procedure bekomt is namelijk de toelating van de rechtbank om apart te wonen. Drie jaar na de uitspraak van de scheiding van tafel en bed kan aan de rechtbank een omzetting gevraagd worden naar een wettelijke scheiding.

3. De feitelijke scheiding
3.1. Het juridische begrip ‘feitelijke scheiding’

Bij gebrek aan definitie in het burgerlijk recht doet de Administratieve...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT