Décision judiciaire de Raad van State, 17 novembre 2008

Date de Résolution17 novembre 2008
JuridictionNietigverklaring
Nature Algemene vergadering

De keuze tussen het concentratiemodel en het spreidingsmodel is een zaak van opportuniteit. Het staat niet aan de RvS om zich te mengen in de keuze die de verwerende partij heeft gemaakt, tenzij deze kennelijk onredelijk zou zijn. De enkele omstandigheid dat de verwerende partij heeft gekozen voor een ander systeem dan gewenst door de verzoekers om te komen tot een billijke spreiding van de hinder, heeft nog niet tot gevolg dat de bestreden beslissing inzake het preferentieel baangebruik kennelijk onredelijk is.

Met de twee bestreden beslissingen (inzake het preferentieel baangebruik en inzake vliegprocedures) heeft de verwerende partij getracht een regeling te treffen die leidt tot een meer billijke spreiding van de geluidshinder, voor zover zulks verenigbaar is met de eisen van capaciteit en veiligheid. Dat sommige inwoners daarbij meer hinder ondervinden dan voorheen, is een normaal uitvloeisel van de optie om de hinder over de verschillende zones te spreiden. Dit gevolg van de bestreden beslissingen toont op zich niet aan dat de beslissing strijdig is met het oogmerk dat de verwerende partij nastreeft.

De verzoekende partijen voeren aan dat het percentage van het aantal overvliegende vliegtuigen gerelativeerd moet worden, doordat geen rekening zou zijn gehouden met de vliegtuigen die opstijgen van baan 25R en dan naar links afdraaien. Ze betwisten echter niet dat dit percentage correct is voor zone 3. De hinder ten gevolge van de naar links afdraaiende vliegtuigen treft immers niet meer zone 3. Het feit dat de inwoners van zone 3 het aantal overvliegende vliegtuigen zien toenemen van 4 tot 14% na de implementatie van de eerste bestreden beslissing inzake het preferentieel baangebruik, doet op zich geen vragen rijzen vanuit het oogpunt van het evenredigheidsbeginsel. Zone 3 ontvangt inderdaad meer dagvluchten in het weekend, ter compensatie van een vermindering van het aantal nachtvluchten. Mede bekeken in het licht van de globale oogmerk, met name een zo billijk mogelijke spreiding van de geluidshinder over alle inwoners in de omgeving van de luchthaven, maken de verzoekende partijen niet aannemelijk dat hinder die zij te dragen hebben, een buitensporig karakter heeft.

Geen enkele bepaling maakt het aannemen van de bestreden instructies inzake het preferentieel baangebruik en vluchtprocedures afhankelijk van het vooraf aanleggen van een geluidskadaster. De beschouwingen daarover in de bestreden beslissing zijn ten overvloede gegeven. Het geluidskadaster is te dezen enkel bedoeld om een feitelijke verantwoording te bieden voor de bestreden regelingen. Het gebruik van een mathematisch model brengt op zich niet mee dat de resultaten onvoldoende betrouwbaar zijn. Uit de bestreden beslissingen (inzake het preferentieel baangebruik en de vluchtprocedures) blijkt dat er goede redenen waren om uit te gaan van een mathematisch model, gevalideerd door metingen in een gepast aantal punten. De verzoekende partijen maken niet aannemelijk dat de verwerende partij, door op het bedoelde geluidskadaster te steunen, onzorgvuldig gehandeld heeft of uitgegaan is van een kennelijk onredelijke beoordeling van de feitelijke situatie. Het loutere feit dat na de inwerkingtreding van die maatregelen in werkelijkheid andere resultaten zijn gemeten, toont niet aan dat de projecties onredelijk waren. Overigens hebben de werkelijke gemeten resultaten geen betrekking op het preferentieel baangebruik, maar op het werkelijke baangebruik. Daarenboven hebben de door de verzoekende partijen voorgelegde metingen slechts op één vliegroute betrekking, zodat daaruit alleen niet kan worden afgeleid dat de bestreden beslissing uitgaan van een kennelijk onredelijke beoordeling van de feiten. De Wereldgezondheidsorganisatie gaat weliswaar uit van een maximaal geluidsniveau van 45dB(A), maar dit is het niveau voor het geluid in huis. Rekening houdend met een gemiddeld isolatieniveau van de woningen van 25dB(A), heeft de verwerende partij het niveau van 70dB(A) als maat genomen. Voor wat betreft het gegeven dat de bestreden beslissing ervan uitgaan dat er slechts een schadelijk effect is van de maximale geluidspiek tien keer op één nacht wordt overschreden, wordt verwezen naar de "Guidelines" van de Wereldgezondheidsraad. Noch wat betreft het gehanteerde niveau van 70dB(A), noch wat betreft het gehanteerde aantal overvluchten, tonen de verzoekende partijen aan dat de bestreden beslissingen steunen op een onzorgvuldige of onredelijke beoordeling van de relevante feitelijke gegevens.

De RvS ziet geen redenen om te twijfelen aan feit dat de bestreden beslissingen inzake het preferentieel baangebruik en vluchtprocedures gevolgen hebben voor het recht van de verzoekende partijen op bescherming van de gezondheid en op bescherming van een gezond leefmilieu, gewaarborgd bij art. 23, derde lid, 2º en 4º van de GW. Dit wordt overigens niet betwist door de verwerende partij. Wanneer geluid een rechtstreekse en ernstige impact heeft op een persoon, zoals dat bij buitensporig geluid afkomstig van vliegtuigen het geval is, kan worden aangenomen dat ook art. 8 EVRM in het geding is, in zoverre dat art. het recht op eerbiediging van het privé-leven en het gezinsleven waarborgt.

In milieuzaken kan de verantwoordelijkheid van de overheid vanuit een dubbel oogpunt bekeken worden: ze kan rechtstreeks verantwoordelijk zijn voor de hinder door deze te veroorzaken, maar ze kan ook nalaten de rechten van de burgers behoorlijk te beschermen. In het laatste geval wordt rekening gehouden met de in het middel ingeroepen standstill-verplichting. Zoals het GwH reeds in meerdere arresten heeft gesteld, staat de standstill-beginsel eraan in de weg dat de bevoegde overheid het beschermingsniveau dat wordt geboden door de toepassing van de regelgeving in aanzienlijke mate vermindert, zonder dat er daarvoor redenen zijn die verband houden met het algemeen belang. De opvatting van de verzoekende partijen dat er slechts een vermindering van het beschermingsniveau kan zijn als er daarvoor dwingende redenen zijn, vindt geen steun in de rechtspraak van het GwH. Het is te dezen niet nodig om uit te maken over welke...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI
3 temas prácticos
  • Décision judiciaire de Conseil d'État, 22 mai 2017
    • Belgique
    • 22 mai 2017
    ...soigneusement élaboré;  en l’espèce, les actes attaqués rompent un tel équilibre en défaveur des requérants;  dans son arrêt n° 187.998 du 17 novembre 2008, le Conseil d’État a jugé que «La partie adverse ne conteste pas que les décisions attaquées ont des effets sur le droit des requéran......
  • Décision judiciaire de Conseil d'État, 22 mai 2017
    • Belgique
    • 22 mai 2017
    ...des procédures de vol et l’intérêt des requérants en termes de qualité de vie; et que le Conseil d’État l’a admis dans son arrêt n° 187.998 du 17 novembre 2008; qu’ils soutiennent, dans une seconde branche,  il est porté atteinte à l’article 23 de la Constitution;  l’acte attaqué ne conti......
  • Décision judiciaire de Conseil d'État, 6 mars 2014
    • Belgique
    • 6 mars 2014
    ...sur le Conseil d’Etat, «ne peut pas non plus porter atteinte [aux droits] de la défense» (C.E., arrêt Coomans, 17 novembre 2008, n° 187.998). Il revient au Conseil d’Etat d’examiner si, en l’espèce, l’impossibilité pour la partie requérante de répondre aux arguments de la partie intervenant......
3 sentencias
  • Décision judiciaire de Conseil d'État, 22 mai 2017
    • Belgique
    • 22 mai 2017
    ...soigneusement élaboré;  en l’espèce, les actes attaqués rompent un tel équilibre en défaveur des requérants;  dans son arrêt n° 187.998 du 17 novembre 2008, le Conseil d’État a jugé que «La partie adverse ne conteste pas que les décisions attaquées ont des effets sur le droit des requéran......
  • Décision judiciaire de Conseil d'État, 22 mai 2017
    • Belgique
    • 22 mai 2017
    ...des procédures de vol et l’intérêt des requérants en termes de qualité de vie; et que le Conseil d’État l’a admis dans son arrêt n° 187.998 du 17 novembre 2008; qu’ils soutiennent, dans une seconde branche,  il est porté atteinte à l’article 23 de la Constitution;  l’acte attaqué ne conti......
  • Décision judiciaire de Conseil d'État, 6 mars 2014
    • Belgique
    • 6 mars 2014
    ...sur le Conseil d’Etat, «ne peut pas non plus porter atteinte [aux droits] de la défense» (C.E., arrêt Coomans, 17 novembre 2008, n° 187.998). Il revient au Conseil d’Etat d’examiner si, en l’espèce, l’impossibilité pour la partie requérante de répondre aux arguments de la partie intervenant......

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT