Arrêt Nº 172/2011. Cour constitutionnelle (Cour d'Arbitrage), 2011-11-10

Date10 novembre 2011
Docket NumberF-20111110-8
CourtGrondwettelijk Hof (Arbitragehof)
- Interprétée comme xant le point de départ du délai dintroduction dun recours en annulation dirigécontre un
acte administratif individuel àla date de la notication de cet acte àson destinataire, même si pareille notication ne
contient pas les voies de recours disponibles et les formes et délais àrespecter pour les introduire, la même disposition
ne viole pas les articles 10 et 11 de la Constitution.
Ainsi prononcéen langue française et en langue néerlandaise, conformément àlarticle 65 de la loi spéciale du
6 janvier 1989 sur la Cour constitutionnelle, àlaudience publique du 10 novembre 2011.
Le greffier, Le président,
P.-Y. Dutilleux. R. Henneuse.
GRONDWETTELIJK HOF
[2011/206263]
Uittreksel uit arrest nr. 172/2011 van 10 november 2011
Rolnummer 5073
In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 19, tweede lid, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd
op 12 januari 1973, gesteld door de Raad van State.
Het Grondwettelijk Hof,
samengesteld uit de voorzitters R. Henneuse en M. Bossuyt, en de rechters E. De Groot, L. Lavrysen, A. Alen,
J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke, J. Spreutels, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul en F. Daoût, bijgestaan door de
griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter R. Henneuse,
wijst na beraad het volgende arrest :
I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging
Bij arrest nr. 210.079 van 23 december 2010 in zake Emilia Dos Santos tegen de stad Brussel, waarvan de expeditie
ter griffie van het Hof is ingekomen op 29 december 2010, heeft de Raad van State de volgende prejudiciële vraag
gesteld :
«Gelet op het feit dat :
1
o
een vaste rechtspraak ervan uitgaat dat, wanneer bij een ter post aangetekende brief wordt kennisgegeven van
een akte, maar de geadresseerde ervan niet op zijn woonplaats is wanneer de zending wordt aangeboden, en wanneer
die persoon die zending niet op het postkantoor afhaalt binnen de termijn gedurende welke die daar wordt bewaard,
de kennisgeving wordt geacht te zijn volbracht op de dag dat de postbeambte in de brievenbus van de geadresseerde
een bericht heeft gestopt waarin die laatste erover wordt ingelicht dat die zending werd aangeboden;
2
o
met toepassing van artikel 19, tweede lid, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, indien in de
kennisgeving die in die niet afgehaalde zending is vervat, wordt gewezen op het bestaan van het beroep bij de Raad
van State, alsook op de in acht te nemen vormvoorschriften en termijnen, de beroepstermijn loopt vanaf het ogenblik
dat in de brievenbus van de geadresseerde het bericht is gestopt waarin die laatste erover wordt ingelicht dat de
zending werd aangeboden;
3
o
met toepassing van datzelfde artikel, indien in de kennisgeving die in die niet opgehaalde zending is vervat, niet
wordt gewezen op het bestaan van dat beroep, de termijn pas ingaat op de dag waarop de betrokkene kennisneemt van
de akte;
voert artikel 19, tweede lid, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, in zoverre het de verjaringstermijn
van het beroep tot nietigverklaring van een akte waarvan is kennisgegeven zonder dat is gewezen op het bestaan van
dat beroep en op de in acht te nemen vormvoorschriften en termijnen, doet ingaan op de dag waarop de betrokkene
in kennis werd gesteld van de akte en niet vanaf de dag waarop in zijn brievenbus een bericht is gestopt waarmee
de geadresseerde erover wordt ingelicht dat een aangetekende zending werd aangeboden, dan geen regel in die
onverenigbaar is met het in artikel 10 van de Grondwet vervatte gelijkheidsbeginsel, in zoverre het aanvangspunt van
de beroepstermijn verschilt naargelang in de zending waarin de kennisgeving van een administratieve akte is vervat,
zending die niet bij de post is afgehaald en die voor de geadresseerde dus onbekend is gebleven, al dan niet wordt
gewezen op het bestaan van het beroep bij de Raad van State, alsook op de in acht te nemen vormvoorschriften en
termijnen ?
Voert artikel 19, tweede lid, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State met andere woorden geen
discriminatie in die onbestaanbaar is met artikel 10 van de Grondwet, eventueel in samenhang gelezen met het recht
op toegang tot het gerecht, tussen, enerzijds, de personen aan wie tevergeefs een zending is gericht met een voor beroep
vatbare akte waarvan de kennisgeving de in dat artikel voorgeschreven vermelding bevat en, anderzijds, de personen
aan wie eveneens tevergeefs een zending is gericht met een voor beroep vatbare akte waarvan de kennisgeving die
vermelding niet bevat, waarbij de eerstgenoemden, voor het instellen van een beroep tot vernietiging, beschikken over
een termijn van 60 dagen die ingaat op de dag dat het bericht in de brievenbus is gestopt, en de laatstgenoemden over
een termijn van 4 maanden plus 60 dagen vanaf de dag waarop zij van die akte hebben kennisgenomen, waarbij dat
verschil in behandeling te wijten is aan een omstandigheid die de enen en de anderen noodgedwongen niet kennen,
namelijk de inhoud van een brief die niet bij de geadresseerde ervan is aangekomen ? ».
(...)
III. In rechte
(...)
B.1.1. Artikel 19 van de op 12 januari 1973 gecoördineerde wetten op de Raad van State bepaalt :
«De aanvragen, moeilijkheden, beroepen tot nietigverklaring en cassatieberoepen bedoeld bij de artikelen 11, 12,
13, 14 en 16, 1
o
tot 6
o
, kunnen voor de afdeling bestuursrechtspraak worden gebracht door elke partij welke doet blijken
van een benadeling of van een belang en worden schriftelijk ingediend bij de afdeling in de vormen en binnen de
termijn door de Koning bepaald.
7467
BELGISCH STAATSBLAD 31.01.2012 MONITEUR BELGE

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI
4 temas prácticos
  • Décision judiciaire de Conseil d'État, 21 octobre 2014
    • Belgique
    • 21 d2 Outubro d2 2014
    ...du requérant; qu'elle indique toutefois, sans autre précision, que "depuis cet arrêt, la Cour constitutionnelle a prononcé son arrêt 172/2011 du 10 novembre 2011 et [le Conseil d'Etat], son arrêt n° 217.216 du 12 janvier 2012"; qu'elle estime qu'il n'est de toute façon pas démontré que la n......
  • Décision judiciaire de Conseil d'État, 24 juillet 2014
    • Belgique
    • 24 d4 Julho d4 2014
    ...préjudicielle à la Cour constitutionnelle et réservant les dépens; XV - 1349 - 1/8 Vu l’arrêt de la Cour constitutionnelle n° 172/2011 du 10 novembre 2011; Vu l’arrêt n° 217.216 du 12 janvier 2012 rejetant la demande de suspension et réservant les Vu la demande de poursuite de la procédure ......
  • Décision judiciaire de Conseil d'État, 15 mai 2012
    • Belgique
    • 15 d2 Maio d2 2012
    ...mois après que l’intéressé a pris connaissance de l’acte ou de la décision à portée individuelle. ; Considérant que par son arrêt n° 172/2011 du 10 novembre 2011, la Cour constitutionnelle a dit pour droit – Interprété comme fixant le point de départ du délai d’introduction d’un recours en ......
  • Décision judiciaire de Conseil d'État, 12 janvier 2012
    • Belgique
    • 12 d4 Janeiro d4 2012
    ...premier acte attaqué et posant une question préjudicielle à la Cour constitutionnelle; Vu l’arrêt de la Cour constitutionnelle n° 172/2011 du 10 novembre 2011; Vu l'ordonnance du 8 décembre 2011 fixant l'affaire à l'audience du 22 décembre 2011 à 9 heures Vu la notification aux parties du r......
4 sentencias
  • Décision judiciaire de Conseil d'État, 21 octobre 2014
    • Belgique
    • 21 d2 Outubro d2 2014
    ...du requérant; qu'elle indique toutefois, sans autre précision, que "depuis cet arrêt, la Cour constitutionnelle a prononcé son arrêt 172/2011 du 10 novembre 2011 et [le Conseil d'Etat], son arrêt n° 217.216 du 12 janvier 2012"; qu'elle estime qu'il n'est de toute façon pas démontré que la n......
  • Décision judiciaire de Conseil d'État, 24 juillet 2014
    • Belgique
    • 24 d4 Julho d4 2014
    ...préjudicielle à la Cour constitutionnelle et réservant les dépens; XV - 1349 - 1/8 Vu l’arrêt de la Cour constitutionnelle n° 172/2011 du 10 novembre 2011; Vu l’arrêt n° 217.216 du 12 janvier 2012 rejetant la demande de suspension et réservant les Vu la demande de poursuite de la procédure ......
  • Décision judiciaire de Conseil d'État, 15 mai 2012
    • Belgique
    • 15 d2 Maio d2 2012
    ...mois après que l’intéressé a pris connaissance de l’acte ou de la décision à portée individuelle. ; Considérant que par son arrêt n° 172/2011 du 10 novembre 2011, la Cour constitutionnelle a dit pour droit – Interprété comme fixant le point de départ du délai d’introduction d’un recours en ......
  • Décision judiciaire de Conseil d'État, 12 janvier 2012
    • Belgique
    • 12 d4 Janeiro d4 2012
    ...premier acte attaqué et posant une question préjudicielle à la Cour constitutionnelle; Vu l’arrêt de la Cour constitutionnelle n° 172/2011 du 10 novembre 2011; Vu l'ordonnance du 8 décembre 2011 fixant l'affaire à l'audience du 22 décembre 2011 à 9 heures Vu la notification aux parties du r......

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT