3 DECEMBER 2001. - Ministerieel besluit betreffende de zoogkoeienpremie en het extensiveringsbedrag voor zoogkoeien

De Minister toegevoegd aan de Minister van Buitenlandse Zaken, belast met Landbouw,

Gelet op de wet van 23 december 1970 houdende goedkeuring van het besluit van 21 april 1970 van de Raad van Ministers van de Europese Gemeenschappen betreffende de vervanging van de financiële bijdragen van de lidstaten door eigen middelen van de Gemeenschappen;

Gelet op de wet van 28 maart 1975 betreffende de handel in landbouw-, tuinbouw- en zeevisserijproducten, gewijzigd bij de wet van 11 april 1983, bij de wet van 29 december 1990 en bij de wet van 5 februari 1999;

Gelet op de verordening (EEG) nr. 3508/92 van de Raad van 27 november 1992 tot instelling van een geïntegreerd beheers- en controlesysteem voor bepaalde communautaire steunregelingen, laatst gewijzigd bij verordening (EG) nr. 1593/2000 van 17 juli 2000;

Gelet op de verordening (EEG) nr. 3887/92 van de Commissie van 23 december 1992 houdende uitvoeringsbepalingen inzake het geïntegreerd beheers- en controlesysteem voor bepaalde communautaire steunregelingen, laatst gewijzigd bij verordening (EG) nr. 2721/2000 van 13 december 2000;

Gelet op de verordening (EEG) nr. 3950/92 van de Raad van 28 december 1992 tot instelling van een extra heffing in de sector melk en zuivelproducten, laatst gewijzigd bij verordening (EG) nr. 749/2000 van 11 april 2000;

Gelet op de verordening (EG) nr. 1254/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector rundvlees;

Gelet op de verordening (EG) nr. 1259/1999 van de Raad van 17 mei 1999 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor de regelingen inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid;

Gelet op de verordening (EG) nr. 2342/1999 van de Commissie van 28 oktober 1999 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van verordening (EG) nr. 1254/1999 van de Raad houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector rundvlees met betrekking tot de premieregelingen, laatst gewijzigd bij verordening (EG) nr. 192/2001 van 30 januari 2001;

Gelet op het koninklijk besluit van 2 oktober 1996 betreffende de toepassing van de extra heffing in de sector melk en zuivelproducten, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 23 mei 2000;

Gelet op het koninklijk besluit van 8 augustus 1997 betreffende de identificatie, de registratie en de toepassingsmodaliteiten voor de epidemiologische bewaking van de runderen, gewijzigd bij koninklijk besluit van 18 mei 2000;

Gelet op het koninklijk besluit van 30 november 2001 betreffende de zoogkoeienpremie en het extensiveringsbedrag voor zoogkoeien;

Gelet op het ministerieel besluit van 4 september 1990 tot toekenning van een jaarlijkse compenserende vergoeding voor de permanente belemmeringen aan de landbouwers van probleemstreken.

Gelet op het overleg met de Gewestregeringen;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen door de wet van 4 juli 1989, en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid om zonder uitstel de maatregelen te treffen inzake de zoogkoeienpremie en het extensiveringsbedrag voor zoogkoeien, om zich te schikken naar de bepalingen van de in 1999 getroffen verordeningen, zoals vermeld in de aanhef,

Besluit :

Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :

  1. Koninklijk besluit :

    het koninklijk besluit van 30 november 2001 betreffende de zoogkoeienpremie en het extensiveringsbedrag voor zoogkoeien.

  2. Landbouwer in hoofdberoep :

    1. hetzij de natuurlijke persoon die zelf het landbouwbedrijf uitbaat, die uit het bedrijf een belastbaar inkomen verwerft dat meer dan 50 % bedraagt van het netto belastbaar bedrag van zijn globaal inkomen en die aan werkzaamheden buiten het bedrijf minder dan 50 % van zijn totale arbeidsduur besteedt;

    2. hetzij de groepering van natuurlijke personen waarin al de natuurlijke personen meer dan 50 % van hun totale arbeidsduur aan landbouwwerkzaamheden in de groepering besteden en uit die werkzaamheden meer dan 50 % van het netto belastbaar bedrag van hun globaal inkomen halen.

  3. Veebeslag :

    het geheel van...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT