Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 juni 2007 tot uitvoering van artikel XII.VII.18, § 2, derde lid, van het koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten, de 2 novembre 2010

Artikel 1. Het koninklijk besluit van 1 maart 2009 tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 juni 2007 tot uitvoering van artikel XII.VII.18, § 2, derde lid, van het koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten wordt ingetrokken.

Art. 2. Artikel 1, eerste lid, 3°, van het koninklijk besluit van 3 juni 2007 tot uitvoering van artikel XII.VII.18, § 2, derde lid, van het koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten wordt aangevuld met een lid, luidende :

" de personeelsleden die vóór 30 december 2000 beschikten over het brevet van de aanvullende gerechtelijke opleiding dat toegang verleende tot de bewakings- en opsporingsbrigades van de rijkswacht worden, onverminderd de toepassing van het eerste lid, in aanmerking genomen ten belope van de proportionele verhoging van het aantal personeelsleden van de voormalige rijkswacht met toepassing van artikel XII.VII.18, § 2/1, tweede lid, RPPol; ".

Art. 3. Artikel 2 heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2009.

Art. 4. De Minister bevoegd voor Justitie en de minister bevoegd voor Binnenlandse Zaken zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 2 november 2010.

ALBERT

Van Koningswege :

De Minister van Justitie,

  1. DE CLERCK

    De Minister van Binnenlandse Zaken,

    Mevr. A. TURTELBOOM

    Aanhef

    ALBERT II, Koning der Belgen,

    Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

    Gelet op de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, artikel 121, vervangen bij de wet van 26 april 2002;

    Gelet op het koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten (RPPol), artikel XII.VII.18, § 2, derde lid, ingevoegd bij de wet van 3 juli 2005;

    Gelet op het koninklijk besluit van 3 juni 2007 tot uitvoering van artikel XII.VII.18, § 2, derde lid, van het koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten;

    Gelet op het koninklijk besluit van 1 maart 2009 tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 juni 2007 tot uitvoering van artikel XII.VII.18, § 2, derde lid, van het koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten;

    Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 31 maart 2010;

    Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Ambtenarenzaken, d.d. 16 juni 2010;

    Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting, d.d. 16 juli 2010;

    Gelet op het protocol van ondehandeling nr. 268/3A van het onderhandelingscomité voor de politiediensten, gesloten op 11 augustus 2010;

    Gelet op het advies 48.638/2/V van...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT