Wet houdende sociale bepalingen. (NOTA : De woorden ' Kas der geneeskundige verzorging van de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen ' worden vervangen door de woorden ' Kas der geneeskundige verzorging van N.M.B.S. Holding ' ; zie KB 2004-10-18/32, art. 38 ;, de 29 décembre 1990

TITEL I. - SOCIALE BEPALINGEN.

HOOFDSTUK I. - Begrotingsmaatregelen.

AFDELING 1. - Bepalingen betreffende de vaststelling van de staatstoelage ten voordele van de sociale-zekerheidsregelingen voor werknemers.

Artikel 1. § 1. In afwijking van artikel 26 van de wet van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers, van artikel 104 van de wet van 22 december 1977 betreffende de budgettaire voorstellen 1977-1978, van artikel 6, tweede en vierde lid, van het koninklijk besluit nr. 60 van 24 oktober 1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers, en van artikel 8 van het koninklijk besluit nr. 95 van 28 september 1982 betreffende het brugrustpensioen voor werknemers, wordt het geheel van de jaarlijkse rijkstoelagen ten gunste van de verschillende sociale-zekerheidsregelingen voor werknemers, met uitzondering van de regeling inzake de invaliditeitspensioenverzekering voor de mijnwerkers, vastgesteld op 192 miljard frank.

§ 2. Het in § 1 bedoelde bedrag wordt vanaf het jaar 1997 verminderd met 10 miljard frank teneinde het stopzetten van de jaarlijkse stortingen van het RIZIV aan de Schatkist, bedoeld in artikel 191, 9°, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, te compenseren.

§ 3. Het bedrag van de rijkstoelage verkregen na toepassing van § 2 wordt vanaf het jaar 1997 verhoogd met 6,2 miljard frank voor de financiering van de loopbaanonderbrekingsuitkeringen bedoeld in hoofdstuk IV, afdeling 5, van de herstelwet van 22 januari 1985 houdende sociale bepalingen.

§ 4. Het bedrag van de rijkstoelage verkregen na de toepassing van de §§ 1, 2 en 3 wordt, met ingang van 1 januari 1998, gekoppeld aan de schommelingen van het indexcijfer der prijzen bedoeld in artikel 2, eerste lid, van het koninklijk besluit van 24 december 1993 ter uitvoering van de wet van 6 januari 1989 tot vrijwaring van 's lands concurrentievermogen, bekrachtigd bij artikel 90 van de wet van 30 maart 1994 houdende sociale bepalingen.

(§ 5. Voor het jaar 1999 wordt het bedrag van de Rijkstoelage verkregen na de toepassing van de §§ 1, 2, 3 en 4 verminderd met 85 800 000 frank, overeenstemmend met het bedrag, ten laste van het globaal beheer van de sociale zekerheid, van de investerings- en werkingsuitgaven, voor de uitrusting van de diensten van de sociale inspectie, noodzakelijk voor de invoering van de sociale identiteitskaart en de onmiddellijke aangifte van de tewerkstelling.)

(§ 6. Voor het jaar 2001 wordt het bedrag van de Rijkstoelage bedoeld in § 1 verminderd met een bedrag van 91,4 miljoen (...) frank dat overeenstemt met de som van de loonmatigingsbijdragen van 6,19 pct. bedoeld bij artikel 38, § 3bis , van de wet van 29 juni 1981 houdende algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers verschuldigd gedurende dit jaar op het loon van de rijkswachters en militairen die overgedragen worden aan de politiezones. Met ingang van 2002 wordt het bedrag van die vermindering vastgesteld op 18 096 227 (EUR).

§ 7. Met ingang van 2002 wordt het bedrag van de Rijkstoelage bedoeld in § 1 verminderd met een bedrag van 10 460 000 euro dat overeenstemt met het bedrag van de bijkomende sociale zekerheidsbijdragen verschuldigd door de korpsen van de lokale politie op de toelagen, premies en vergoedingen van het personeel.)

(§ 8. Met ingang van 2005 wordt het bedrag van de Rijkstoelage bedoeld in § 1 verminderd met een bedrag van 4.288.027 (EUR) dat overeenstemt met het bedrag van de meerkosten verbonden aan het "extern zorgcircuit" voor geïnterneerden.)

Art. 2. § 1. Deze rijkstoelagen bestaan uit een algemene toelage enerzijds, en een bijzondere toelage anderzijds.

§ 2. De Koning zal elk jaar, na overleg met de sociale partners, bij een in Ministerraad overlegd besluit, de bedragen van de algemene en de bijzondere toelage vaststellen.

§ 3. Voor het jaar 1991 wordt :

- het bedrag van algemene toelage vastgesteld op 171 000 miljoen frank;

- het bedrag van de bijzondere toelage vastgesteld op 21 000 miljoen frank.

Art. 3. § 1. De algemene toelage wordt elk jaar verdeeld over de betrokken regelingen. De bijzondere toelage wordt ingeschreven op de begroting van het Ministerie van Sociale Voorzorg.

§ 2. Over deze bijzondere toelage kan slechts geheel of gedeeltelijk beschikt worden na het advies van de Nationale Arbeidsraad en bij een in Ministerraad overlegd koninklijk besluit, op voordracht van de Minister van Sociale Zaken en met de instemming van de Minister van Begroting, voor zover het financiële evenwicht van de sociale zekerheid voor de werknemers bedreigd is door exogene of conjunctureel bepaalde factoren.

Art. 4. Het jaarlijks te cumuleren bedrag van de bijzondere toelage wordt elk jaar geregistreerd bij de Rijksdienst voor sociale zekerheid.

Het wordt eveneens ingeschreven in de Algemene Toelichting van de Ontvangsten en Uitgaven van de Staat onder een specifiek hoofdstuk dat de evolutie van de ontvangsten en uitgaven van de sociale zekerheid beschrijft.

Art. 5. Ingeval het financiële evenwicht van de sociale zekerheid der werknemers in het gedrang wordt gebracht door structurele verstoringen, zoals die in de verhouding tussen de actieve en de totale bevolking en de beheersing van de effecten van deze verstoringen niet mogelijk blijkt bij een normale ontwikkeling van de inkomsten en de uitgaven van de regeling van de sociale zekerheid der werknemers, zal de in artikel 2 bedoelde algemene toelage verhoogd worden met de totaliteit of een deel van het in artikel 4 bepaalde gecumuleerde bedrag van de bijzondere toelage. Tot deze verhoging kan worden beslist bij een in Ministerraad overlegd koninklijk besluit, op voordracht van de Minister van Sociale Zaken, na advies van de Nationale Arbeidsraad en met de instemming van de Minister van Begroting. Dit koninklijk besluit zal door de Wetgevende Kamers worden bekrachtigd bij de stemming van de algemene uitgavenbegroting.

Art. 6. (....) Het per 31 december (1997) gecumuleerde bedrag van de bijzondere toelage blijft beschikbaar onder de voorwaarden en volgens de procedure bepaald in artikel 5.

AFDELING 2.

Art. 7. In afwijking van de bepalingen van artikel 26 van de wet van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers, van de bepalingen van artikel 32, §§ 1 en 2, van het koninklijk besluit van 30 juli 1964 houdende de voorwaarden waaronder de toepassing van de wet van 9 augustus 1963 tot instelling en organisatie van een regeling voor verplichte ziekte- en invaliditeitsverzekering tot de zelfstandigen wordt verruimd, en van de bepalingen van artikel 73, eerste lid, 3° en 4°, van het koninklijk besluit van 20 juli 1971 houdende instelling van een verzekering tegen arbeidsongeschiktheid ten voordele van zelfstandigen, worden de rijkstoelagen in de regeling van de verplichte ziekte- en invaliditeitsverzekering voor het dienstjaar 1991 als volgt vastgesteld :

- algemene regeling (in miljoen frank) :

- geneeskundige verzorging : 99 093,0

- uitkeringen : 14 903,0

- regeling der zelfstandigen (in miljoen frank) :

- geneeskundige verzorging : 7 592,0

- uitkeringen : 2 317,0.

Art. 8. § 1. Een bedrag van 4990 miljoen frank wordt afgenomen van de opbrengst van de sociale zekerheidsbijdragen die voor het jaar 1991 worden toegewezen aan de Rijksdienst voor kinderbijslag en voor werknemers.

Dit bedrag wordt toegekend aan de algemene regeling van de verplichte ziekte- en invaliditeitsverzekering, ten belope van 3 645 miljoen frank aan de sector geneeskundige verzorging en ten belope van 1 345 miljoen frank aan de sector uitkeringen, teneinde het nadelig saldo over het jaar 1991 van deze beide sectoren gedeeltelijk te dekken.

§ 2. De Minister van Sociale Zaken is ertoe gemachtigd het in § 1 bedoeld bedrag in schijven over te dragen volgens de kasbehoeften en binnen de perken van de beschikbare middelen van de betrokken sociale-zekerheidsinstellingen.

Art. 9. § 1. Een bedrag van 535 miljoen frank wordt afgenomen van de opbrengst van de sociale-zekerheidsbijdragen die voor het jaar 1991 worden toegewezen aan het Fonds voor arbeidsongevallen.

Dit bedrag wordt toegekend aan de sector uitkeringen van de algemene regeling voor verplichte ziekte- en invaliditeitsverzekering teneinde het nadelig saldo over het jaar 1991 van deze sector gedeeltelijk te dekken.

§ 2. De Minister van Sociale Zaken is ertoe gemachtigd het in § 1 bedoeld bedrag in schijven over te dragen volgens de kasbehoeften en binnen de perken van de beschikbare middelen van de betrokken sociale-zekerheidsinstellingen.

Art. 10. § 1. Een bedrag van 1410 miljoen frank wordt afgenomen van de opbrengst van de sociale-zekerheidsbijdragen die voor het jaar 1991 worden toegewezen aan het Fonds voor beroepsziekten.

Dit bedrag wordt toegekend aan de sector uitkeringen van de algemene regeling voor verplichte ziekte- en invaliditeitsverzekering teneinde het nadelig saldo over het jaar 1991 van deze sector gedeeltelijk te dekken.

§ 2. De Minister van Sociale Zaken is ertoe gemachtigd het in § 1 bedoeld bedrag in schijven over te dragen volgens de kasbehoeften en binnen de perken van de beschikbare middelen van de betrokken sociale-zekerheidsinstellingen.

Art. 11.

AFDELING 3.

Art. 12.

Art. 13.

HOOFDSTUK II. - Sociale zekerheid voor loontrekkenden.

Art. 14.

HOOFDSTUK III. - Ziekte- en invaliditeitsverzekering.

AFDELING 1. - Bepalingen betreffende de overeenkomsten en de akkoorden, gesloten tussen de verzekeringsinstellingen en de zorgverleners of verzorgingsinrichtingen. (opgeheven)

Art. 15. (opgeheven)

Art. 16. (opgeheven)

Art. 17. (opgeheven)

Art. 18. (opgeheven)

Art. 19. (opgeheven)

Art. 20. (opgeheven)

Art. 21. (opgeheven)

Art. 22. (opgeheven)

Art. 23. (opgeheven)

AFDELING 2. - Bepalingen betreffende de voordelen welke kunnen worden toegekend aan sommige geneesheren die worden geacht te zijn toegetreden tot de termen van het nationaal akkoord...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT