Programmawet. (NOTA 1 : De woorden ' Kas der geneeskundige verzorging van de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen ' worden vervangen door de woorden ' Kas der geneeskundige verzorging van N.M.B.S. Holding ' ; zie KB 2004-10-18/32, art. 38 ;, de 8 avril 2003

TITEL I. - Algemene Bepaling.

Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.

TITEL II. - Sociale zaken.

HOOFDSTUK I. - Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg.

Art. 2. In artikel 17bis van de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de sociale zekerheid, vervangen bij de wet van 24 december 2002, worden de volgende wijzigingen aangebracht :

  1. § 1, eerste lid, wordt aangevuld als volgt :

    " 6° het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg, opgericht bij artikel 259 van de programmawet (I) van 24 december 2002. ";

  2. in § 2 worden de woorden " 4° of 5° " vervangen door de woorden " 4°, 5° of 6° ";

  3. in § 2 worden de woorden " de wet van 27 juni 1921 waarbij aan de verenigingen zonder winstgevend doel en aan de instellingen van openbaar nut rechtspersoonlijkheid wordt verleend " vervangen door de woorden " wet van 27 juni 1921 betreffende de verenigingen zonder winstoogmerk, de internationale verenigingen zonder winstoogmerk en de stichtingen ".

    Art. 3. Artikel 2 treedt in werking op 1 april 2003.

    HOOFDSTUK II. - Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid.

    Art. 4. In de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid, wordt een artikel 11bis ingevoegd, luidende :

    " Art. 11bis. - § 1. Voor de toepassing van dit artikel wordt verstaan onder :

  4. " aanvullend recht " : een recht op enig voordeel dat een natuurlijke persoon of diens rechthebbenden genieten als gevolg van het statuut van deze natuurlijke persoon inzake sociale zekerheid, ander dan de rechten vastgesteld in de regelingen bedoeld in artikel 2, eerste lid, 1°;

  5. " toekennende instantie " : de persoon die het betrokken voordeel toekent.

    § 2. Voor zover de sociale gegevens nodig voor het toekennen van een aanvullend recht in het netwerk beschikbaar zijn en het Beheerscomité van de Kruispuntbank het betrokken aanvullend recht heeft aangeduid, zijn de toekennende instanties verplicht ze uitsluitend bij de Kruispuntbank op te vragen, onverminderd artikel 4, tweede lid.

    Het Beheerscomité van de Kruispuntbank bepaalt voor elk aanvullend recht dat hij aanduidt de datum vanaf wanneer de toekennende instanties het meedelen van de sociale gegevens nodig voor het toekennen van aanvullende rechten niet langer ten laste kunnen leggen van de betrokken natuurlijke persoon, diens rechthebbenden of hun lasthebbers en de betrokken natuurlijke persoon, diens rechthebbenden of hun lasthebbers gerechtigd zijn om, zonder verlies van het aanvullend recht, te weigeren enig sociaal gegeven ter staving van het statuut van deze natuurlijke persoon inzake sociale zekerheid ter beschikking te stellen van de toekennende instantie.

    HOOFDSTUK III. - Sociale identiteitskaart.

    Art. 5. In artikel 2 van het koninklijk besluit van 18 december 1996 houdende maatregelen met het oog op de invoering van een sociale identiteitskaart ten behoeve van alle sociaal verzekerden, met toepassing van de artikelen 38, 40, 41 en 49 van de wet van 26 juli 1996 houdende de modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de wettelijke pensioenstelsels, worden de volgende wijzigingen aangebracht :

  6. in het eerste lid wordt de zin " Elke sociaal verzekerde mag slechts één sociale identiteitskaart bezitten. " geschrapt;

  7. in het derde lid wordt punt 2° als volgt vervangen :

    " 2° de eerste en de tweede voornaam; ";

  8. in het derde lid wordt punt 3° opgeheven;

  9. in het derde lid, 8°, worden de woorden " de begin- en einddatum " vervangen door de woorden " de begindatum ";

  10. in het vierde lid wordt punt 7° als volgt vervangen :

    " 7° de einddatum van de geldigheid van de kaart; ".

    Art. 6. Artikel 8 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt :

    " Art. 8. - Wordt gestraft met een gevangenisstraf van drie maanden tot één jaar en een geldboete van tweehonderd tot tienduizend euro, of met één van die straffen alleen, eenieder die de in artikel 2 bedoelde sociale identiteitskaart of de in artikel 5bis bedoelde beroepskaart zonder toelating gebruikt of die ervan gebruik maakt met een ander doel dan hetgene waartoe hij gemachtigd is. "

    Art. 7. In artikel 9 van hetzelfde besluit worden de woorden " van vierhonderd frank tot tienduizend frank " vervangen door de woorden " van vierhonderd euro tot tienduizend euro ".

    Art. 8. In artikel 10 van hetzelfde besluit worden de woorden " van duizend tot tienduizend frank " vervangen door de woorden " van duizend euro tot tienduizend euro ".

    Art. 9. De artikelen 5 tot 8 treden in werking op 1 mei 2003. De kaarten die vóór die datum zijn uitgegeven blijven evenwel geldig tot de geldigheidsperiode is verstreken.

    HOOFDSTUK IV. - Kinderbijslag.

    Art. 10. In artikel 120 van de samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders, worden de volgende wijzigingen aangebracht :

  11. in het tweede lid, gewijzigd bij de wetten van 27 maart 1951 en 30 december 1992, worden de woorden " drie jaar " vervangen door de woorden " vijf jaar ";

  12. in het derde lid, ingevoegd bij de wet van 30 december 1992, worden de woorden " drie jaar " vervangen door de woorden " vijf jaar ";

  13. in het zesde lid, gewijzigd bij de wet van 27 maart 1951, worden de woorden " drie jaar " vervangen door de woorden " vijf jaar ".

    Art. 11. Artikel 10 heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2003.

    HOOFDSTUK V. - Bijdragen sociale zekerheid.

    Art. 12. In artikel 2, § 2, eerste lid, van de wet van 20 december 1999 tot toekenning van een vermindering van de persoonlijke bijdragen van sociale zekerheid aan werknemers met lage lonen, gewijzigd bij de wet van 12 augustus 2000, worden de woorden " 39 600 Belgische frank per kalenderjaar vanaf het jaar 2001 " vervangen door de woorden " 1 140,00 EUR per kalenderjaar vanaf het jaar 2003 ".

    Art. 13. Artikel 12 heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2003.

    HOOFDSTUK VI. - Wijziging van de RIZIV-wet.

    Art. 14. (Ingetrokken)

    Art. 15. (Ingetrokken)

    Art. 16. (Ingetrokken)

    Art. 17. Artikel 38, tweede lid, van dezelfde wet, gewijzigd bij de wetten van 25 januari 1999 en 24 december 1999, wordt aangevuld als volgt :

    " Wat de door de Koning ter uitvoering van artikel 35, § 1, derde lid, vastgestelde groepen van producten betreft, raadpleegt de Dienst voorafgaandelijk de Commissie voor tegemoetkoming van bandagen, orthesen en uitwendige prothesen. "

    Art. 18. In artikel 165 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 22 augustus 2002, worden de volgende wijzigingen aangebracht :

  14. in het zevende lid worden tussen de woorden " uitgereikte geneesmiddelen " en " en de datum van deze uitreiking " de woorden ", van de middelen bepaald in artikel 34, 19° en 20°, " ingevoegd;

  15. in hetzelfde lid wordt het woord " apotheker " vervangen door het woord " apotheek ";

  16. in het negende lid, eerste zin, wordt tussen de woorden " voorgeschreven geneesmiddelen " en " mogelijk te maken " de woorden ", moedermelk, dieetvoeding voor medisch gebruik, parenterale voeding en medische hulpmiddelen met uitzondering van die bedoeld in artikel 34, 4°, " ingevoegd;

  17. in het elfde lid wordt tussen de woorden " De Koning bepaalt, bij een in Ministerraad overlegd besluit " en " in welke gevallen " de woorden " dat uitwerking heeft vanaf het jaar 2001 " ingevoegd.

    Art. 19. Artikel 191, eerste lid, 7°, derde lid (NOTA : gelet op de inhoud leest Justel "tweede lid"; deze lezing stemt trouwens overeen met de coördinatie gepubliceerd door het RIZIV), van dezelfde wet, wordt vervangen als volgt :

    " Deze inhouding mag niet tot gevolg hebben dat het totaal van de hierboven vermelde pensioenen of voordelen vanaf 1 januari 2002 wordt verminderd tot een bedrag, lager dan 535,77 EUR per maand verhoogd met 99,20 EUR voor de rechthebbenden met gezinslast en, vanaf 1 januari 2003, tot een bedrag, lager dan 546,49 EUR per maand, verhoogd met 101,18 EUR voor de rechthebbenden met gezinslast. Dit bedrag wordt gekoppeld aan de spilindex 132,13. Het wordt aangepast overeenkomstig de bepalingen van de wet van 2 augustus 1971 houdende inrichting van een stelsel waarbij de wedden, lonen, pensioenen, toelagen en tegemoetkomingen ten laste van de Openbare Schatkist, sommige sociale uitkeringen, de bezoldigingsgrenzen waarmee rekening dient te worden gehouden bij de berekening van sommige bijdragen van de sociale zekerheid der arbeiders, alsmede de verplichtingen op sociaal gebied, opgelegd aan de zelfstandigen, aan het indexcijfer van de consumptieprijzen worden gekoppeld. De Koning kan, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, voornoemd bedrag vaststellen overeenkomstig de bepalingen waarmee het maandbedrag van sommige wettelijke pensioenen na 1 januari 2003 wordt geherwaardeerd. "

    Art. 20. Artikel 14, 1°, heeft uitwerking vanaf 10 januari 2003.

    Artikel 14, 2°, heeft uitwerking voor de verstrekkingen geleverd vanaf 1 januari 2003.

    Art. 21. Artikel 19 heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2002.

    Art. 22. De Koning stelt de datum van inwerkingtreding van artikel 16 vast voor de groepen van producten die Hij bepaalt.

    HOOFDSTUK VII. - Wijziging van de organieke wetgeving inzake de instellingen van sociale zekerheid.

    Art. 23. Artikel 9 van de wet van 25 april 1963 betreffende het beheer van de instellingen van openbaar nut voor sociale zekerheid en sociale voorzorg, gewijzigd bij de wet van 29 december 1990, wordt vervangen als volgt :

    " Art. 9. - De Koning benoemt de persoon die belast is met het dagelijks beheer van de instelling en zijn eventuele adjunct en bepaalt hun statuut. Wat de Kas der geneeskundige verzorging van de Nationale Maatschappij der Belgische spoorwegen betreft, geschieden die benoemingen evenwel, op voordracht van het Beheerscomité, onder het statutaire personeel dat ter beschikking van de Kas is gesteld ter uitvoering van artikel 187 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994.

    Het vorige lid is niet van toepassing op de openbare...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT