Koninklijk besluit tot vaststelling van de wijze van en de voorwaarden voor de organisatie van het mondelinge evaluatie-examen bedoeld in artikel 191bis van het Gerechtelijk Wetboek., de 19 avril 2006

HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen.

Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit moet worden verstaan onder " benoemingscommissie " de benoemings- en aanwijzingscommissie van de Hoge Raad voor de Justitie.

Art. 2. In het kader van de bevoegdheden die de benoemingscommissie krachtens artikel 191bis, 2 en 3, van het Gerechtelijk Wetboek zijn toegekend, wordt elke benoemingscommissie bijgestaan door een secretaris.

Art. 3. De kandidaten richten hun verzoek om vrijstelling spontaan aan de bevoegde benoemingscommissie, vergezeld van de in artikel 191bis, 2, van het Gerechtelijk Wetboek bedoelde stavingsstukken :

- een afschrift van het diploma van doctor, licentiaat of master in de rechten waarop melding is gemaakt van de datum van eedaflegging en inschrijving bij de Orde van advocaten;

- een attest van de stafhouder waaruit de vereiste ervaring bij de balie blijkt. De kandidaten die geen twintig jaar ervaring als voornaamste beroepsactiviteit bij de balie kunnen aantonen, voegen daarbij de stavingsstukken waaruit blijkt dat zij gedurende ten minste vijf jaar een functie hebben uitgeoefend waarbij een goede kennis van het recht vereist is;

- een stavingsstuk waaruit de duur van de aansluiting bij een sociale verzekeringskas blijkt als zelfstandig advocaat als voornaamste beroepsactiviteit.

De kandidaten voegen bij hun verzoek om vrijstelling tevens de volgende stukken :

- een uittreksel uit de geboorteakte;

- een curriculum vitae overeenkomstig het ministerieel besluit van 19 december 2003 tot vaststelling van het standaardformulier van het curriculum vitae bedoeld in artikel 287 van het Gerechtelijk Wetboek.

HOOFDSTUK II. - Het mondelinge evaluatie-examen.

Art. 4. Het mondeling evaluatie-examen vindt plaats ten laatste binnen de zeventig dagen die volgen op het verzoek om advies aan de vertegenwoordiger van de balie aangewezen door de orde van de advocaten, bedoeld in artikel 191bis, 2, zesde lid van het Gerechtelijk Wetboek.

De examens worden elke semester georganiseerd.

Art. 5. Na de beraadslaging over het mondelinge evaluatie-examen maakt de bevoegde benoemingscommissie een proces-verbaal van het examen op met vermelding van het behaalde resultaat.

Het proces-verbaal wordt ondertekend door de voorzitter en de secretaris.

De geslaagde kandidaten ontvangen een evaluatiegetuigschrift dat hen de...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT