Decreet tot wijziging van het Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedebouw en Patrimonium (VERTALING). (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 12-02-1998 en tekstbijwerking tot 22-06-1999), de 27 novembre 1997

HOOFDSTUK I.- Wijzigingen in het Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedebouw en Patrimonium.

Artikel 1. Boek I, met uitzondering van hoofdstuk VI van titel IV, boek II en boek III, met uitzondering van de titels IV en V, van het Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedebouw en Patrimonium worden gewijzigd als volgt :

"BOEK I. - Bepalingen betreffende de organisatie van de ruimtelijke ordening en de stedebouw.

TITEL I. - Algemene bepalingen.

HOOFDSTUK I. - Doelstellingen en middelen.

Artikel 1. § 1. Het grondgebied van het Waalse Gewest vormt het gemeenschappelijk patrimonium van zijn bevolking.

Het Gewest en de andere overheidsorganen zijn, elk binnen zijn bevoegdheden en in coördinatie met het Gewest, belast met de ruimtelijke ordening van dat grondgebied. Ze voorzien op een duurzame wijze in de sociale, economische, patrimoniale en milieubehoeften van de gemeenschap door een kwalitatief beheer van de leefomgeving, een zuinig gebruik van de bodem en zijn rijkdommen en door het behoud en de ontwikkeling van het cultureel, natuurlijk en landschappelijk patrimonium.

§ 2. De ruimtelijke ordening wordt ontworpen d.m.v. het gewestelijk ruimtelijk ontwikkelingsplan en het gemeentelijk structuurplan.

§ 3. De ruimtelijke ordening en de stedebouw worden vastgelegd in :

  1. gewestplannen;

  2. gemeentelijke plannen van aanleg;

  3. gewestelijke stedebouwkundige reglementen;

  4. gemeentelijke stedebouwkundige reglementen.

    Art. 2. De Regering bezorgt de Waalse Gewestraad jaarlijks een rapport over de situatie en de vooruitzichten inzake ruimtelijke ordening, stedebouw en patrimonium.

    HOOFDSTUK II.- Delegaties van de Regering.

    Art. 3. De Regering wijst ambtenaren van de Algemene Directie Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Patrimonium van het Ministerie van het Waalse Gewest aan om de in dit Wetboek bedoelde opdrachten te vervullen. Deze ambtenaren worden hierna "gemachtigd ambtenaar" genoemd.

    HOOFDSTUK III. - Informatie, openbaarmaking en openbaar onderzoek.

    Art. 4. De Regering bepaalt de volgende regels voor het openbaar onderzoek :

  5. het moet minstens vijftien dagen duren;

  6. de voorgeschreven termijn ervoor wordt opgeschort tussen 16 juli en 15 augustus;

  7. de dossiers liggen ter inzage in het gemeentehuis op werkdagen en minstens één keer in de week tot 20 uur, of op zaterdagmorgen;

  8. technische uitleg kan onder de door de Regering bepaalde voorwaarden verkregen worden;

  9. opmerkingen en bezwaren moeten per post ingediend worden vóór de einddatum van het openbaar onderzoek of, desnoods, mondeling meegedeeld worden op de laatste dag ervan;

  10. de besluiten worden door aanplakking bekendgemaakt.

    De Regering of de gemeenten kunnen elke andere wijze van openbaarmaking of terinzagelegging in overweging nemen.

    HOOFDSTUK IV. - Commissies.

    Afdeling I. - Gewestelijke commissie voor ruimtelijke ordening.

    Art. 5. Er wordt een gewestelijke commissie voor ruimtelijke ordening opgericht, hierna "gewestelijke commissie" genoemd, waarvan de voorzitter en de leden door de Regering worden benoemd.

    De gewestelijke commissie kan in afdelingen onderverdeeld worden.

    De Regering bepaalt de samenstelling en de werkwijze van de gewestelijke commissie en, eventueel, die van haar afdelingen.

    De gewestelijke commissie kan een beroep doen op deskundigen en, met instemming van de Regering, op ambtenaren van het Gewest.

    Art. 6. De gewestelijke commissie doet voorstellen en geeft advies omtrent de evolutie van de ideeën en principes inzake ruimtelijke ordening en stedebouw, hetzij op eigen initiatief, hetzij op verzoek van de Regering. Naast de bijzondere bevoegdheden bedoeld in dit Wetboek, heeft de gewestelijke commissie een algemene raadgevende bevoegdheid inzake ruimtelijke ordening en stedebouw.

    De gewestelijke commissie bezorgt de Regering elk jaar een activiteitenverslag.

    Afdeling II. - Gemeentelijke adviescommissie voor ruimtelijke ordening.

    Art. 7. § 1. Op voorstel van de gemeenteraad en na advies van de gewestelijke commissie, stelt de Regering een gemeentelijke adviescommissie voor ruimtelijke ordening in, hierna "gemeentelijke commissie" genoemd, waarvan ze het huishoudelijk reglement opstelt.

    Naast de voorzitter is de gemeentelijke commissie samengesteld uit :

  11. twaalf leden voor minder dan tienduizend inwoners;

  12. zestien leden voor tien- tot twintigduizend en één inwoners;

  13. twintig leden voor twintigduizend en één tot veertigduizend inwoners;

  14. vierentwintig leden voor veertigduizend en één tot tachtigduizend inwoners;

  15. achtentwintig leden voor meer dan tachtigduizend inwoners.

    § 2. De gemeenteraad beslist over het instellen van de gemeentelijke commissie. Indien ze reeds bestaat, beslist de gemeenteraad binnen drie maanden na zijn eigen oprichting over de vernieuwing ervan.

    Na advies van de gewestelijke commissie kan de Regering het besluit tot instelling van de gemeentelijke commissie op eigen initiatief of op voorstel van de gemeenteraad intrekken wanneer de commissie niet meer bijeenkomt, onregelmatig werkt of wanneer de in het eerste lid bedoelde beslissing tot vernieuwing uitblijft.

    § 3. De gemeenteraad belast het College van burgemeester en schepenen met een openbare oproep tot de kandidaten binnen de maand na de beslissing tot oprichting of vernieuwing van de gemeentelijke commissie. De openbare oproep wordt gedaan zowel door aanplakking als d.m.v. een bericht op de pagina's voor plaatselijk nieuws van drie Frans- of Duitstalige dagbladen, al naar gelang het geval. Het bericht kan ook bekendgemaakt worden in gemeentelijke informatiebladen of in reclamekranten die gratis aan de bevolking worden uitgedeeld.

    Het model en de afmetingen van het bericht worden door de Regering bepaald.

    De kandidatuurakte is persoonlijk en moet ingediend worden op de wijze en binnen de termijn die in de oproep zijn opgelegd.

    Het College van burgemeester en schepenen legt de kandidatenlijst voor aan de gemeenteraad.

    Binnen twee maanden na de indiening van de kandidaturen kiest de gemeenteraad, op voordracht van één of meer van zijn leden, de commissieleden met inachtneming van :

  16. een evenwichtige geografische verspreiding;

  17. een specifieke vertegenwoordiging van de sociale, economische, patrimoniale en milieubelangen binnen de gemeente.

    De voorzitter van de gemeentelijke commissie wordt door de gemeenteraad gekozen.

    Voor elk lid kan de gemeenteraad één of meer plaatsvervangers aanwijzen die dezelfde belangen behartigen.

    De gemeentelijke commissie bestaat voor een vierde uit door de gemeenteraad afgevaardigde leden. Deze worden verdeeld naar evenredigheid van de vertegenwoordiging van de meerderheid en de oppositie binnen de gemeenteraad en worden gekozen door de respectievelijke gemeenteraadsleden van beide groepen.

    De ambtenaren die belast zijn met de behandeling van dossiers inzake ruimtelijke ordening, stedebouw en patrimonium m.b.t. de gemeente of die zich over die dossiers moeten uitspreken, mogen niet deel uitmaken van de gemeentelijke commissie.

    § 4. De Regering wijst onder de ambtenaren van de Algemene Directie Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Patrimonium van het Ministerie van het Waalse Gewest een afgevaardigde aan die met raadgevende stem zitting heeft in de gemeentelijke commissie.

    De gemeentelijke commissie komt minstens tien keer per jaar bijeen, na oproeping door de voorzitter, op de dag, het tijdstip en de plaats die in het huishoudelijk reglement vermeld staan. Bovendien roept de voorzitter de gemeentelijke commissie bijeen op verzoek van het College van burgemeester en schepenen.

    Het secretariaat van de commissie wordt door het gemeentebestuur waargenomen.

    § 5. De leden van de gemeentelijke commissie blijven in dienst tot de aanstelling van hun opvolgers of tot de verzending van de beslissing van de Regering waarbij het besluit tot instelling van de commissie wordt ingetrokken.

    § 6. Op voorstel van de gemeenteraad kan de Regering de gemeentelijke commissie onderverdelen in afdelingen waarvan ze de taken bepaalt.

    HOOFDSTUK V. - Termijnen voor vergunningen en beroepen.

    Art. 8. De aanvragen om vergunning en de beroepen moeten bij ter post aangetekend schrijven verzonden worden. De poststempel heeft bewijskracht.

    Ze moeten ten laatste op de vervaldag van de voorgeschreven termijn verzonden worden.

    Art. 9. De dag van ontvangst van de akte, die als begindatum van de termijn geldt, wordt niet ingerekend.

    Art. 10. De vervaldag wordt bij de termijn ingerekend. Wanneer de vervaldag een zaterdag, zondag of wettelijke feestdag is, wordt hij naar de eerstkomende werkdag verschoven.

    HOOFDSTUK VI. - Erkenningen en subsidies.

    Art. 11. De Regering erkent, op basis van de criteria en volgens de procedure die ze zelf vaststelt, de privaat- of publiekrechtelijke natuurlijke of rechtspersonen die belast kunnen worden met de opmaak of de herziening van de ruimtelijke plannen, (van de plannen van aanleg of stedebouwkundige reglementen) .

    Art. 12. De Regering kan onder de haar bepaalde voorwaarden subsidies verlenen :

  18. voor het opmaken of voor de volledige herziening van een gemeentelijk plan van aanleg, een gemeentelijk structuurplan of een gemeentelijk stedebouwkundig reglement;

  19. voor een effectenonderzoek i.v.m. een ontwerp van gemeentelijk plan van aanleg;

  20. voor een analyse van het algemeen nut van de ruimtelijke ordening en de stedebouw;

  21. voor de organisatie van informatievergaderingen m.b.t. ruimtelijke ordening en stedebouw;

  22. voor de werking van de gemeentelijke commissie en voor de opleiding van haar leden en het betrokken gemeentepersoneel;

  23. voor de indienstneming, op verzoek van een gemeente of verschillende aangrenzende gemeenten, van een persoon die bevoegd is voor het beheer van het betrokken grondgebied.

    (7° aan universiteitsinstellingen in het kader van het actieprogramma van de permanente conferentie voor de ontwikkeling van het grondgebied.)

    TITEL II. - Ontwerp van de ruimtelijke ordening.

    HOOFDSTUK I. - Gewestelijk ruimtelijk ontwikkelingsplan.

    Art. 13. § 1. Het gewestelijk ruimtelijk ontwikkelingsplan biedt...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT