Wet houdende wettelijke definitie van de ambachtsman, de 19 mars 2014

HOOFDSTUK 1. - Inleidende bepaling

Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.

HOOFDSTUK 2. - Definitie van ambachtsman

Art. 2. De ambachtsman of de ambachtsonderneming, in de zin van deze wet, is een natuurlijk persoon of een rechtspersoon actief in de productie, de transformatie, de reparatie, de restauratie van voorwerpen, de levering van diensten waarvan de activiteiten in essentie betrekking hebben op manuele aspecten, op een authentiek karakter, en die een zekere kennis ontwikkelen gericht op kwaliteit, traditie, creatie of innovatie.

De Koning kan andere specifieke regels bepalen in bepaalde sectoren.

Art. 3. Om te worden erkend als ambachtsman en om die hoedanigheid te behouden, moet de ambachtsman of de ambachtsonderneming een onderneming zijn die ingeschreven is in de Kruispuntbank van Ondernemingen als handelsonderneming, ambachtsonderneming of niet-handelsonderneming naar privaatrecht voor de uitoefening van een of verschillende ambachtelijke activiteiten en die minder dan twintig werknemers tewerkstelt.

De Koning kan afwijken van deze voorwaarde van het aantal werknemers voor de categorie ondernemingen die Hij bepaalt, of andere specifieke voorwaarden vastleggen in bepaalde sectoren.

Deze wet is niet van toepassing op de personen die een ambachtelijk beroep uitoefenen in het kader van een arbeidsovereenkomst.

Art. 4. De Koning kan :

  1. voor de toepassing van deze wet de categorieën ondernemingen uitsluiten van de definitie van ambachtsman die Hij bepaalt op basis van de samenstelling van hun aandeelhouderschap, of door de niet-naleving van artikel 3.

  2. voor de toepassing van deze wet de categorieën ondernemingen uitsluiten van de definitie van ambachtsman die onderworpen zijn aan een commerciële samenwerkingsovereenkomst en die niet beschikken over een specifieke kennis die nodig is voor de hoedanigheid van ambachtsman.

Art. 5. De Koning kan, bij een koninklijk besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, specifieke categorieën van ambachtslieden definiëren.

Art. 6. De Koning definieert de wijze waarop het toezicht wordt uitgeoefend op de naleving van de vereiste voorwaarden die een zelfstandige of een onderneming in staat stellen zich te beroepen op de hoedanigheid van ambachtsman in de zin van deze wet, in het bijzonder in het kader van commerciële samenwerkingsovereenkomsten en op basis van de samenstelling van het aandeelhouderschap.

De Koning bepaalt de nadere regels voor de organisatie en de erkenning van de representatieve beroepsorganisaties of interprofessionele organisaties van de ambachtslieden.

HOOFDSTUK 3. - Toekenning van de hoedanigheid van ambachtsman

Art. 7. Voor de toepassing van deze wet wordt de hoedanigheid van ambachtsman pas toegekend na voorafgaand onderzoek van een schriftelijke kandidatuur gericht aan de Commissie "Ambachtslieden" en een gunstige beslissing van deze laatste die vaststelt dat aan de criteria gedefinieerd in hoofdstuk 2 wordt voldaan.

Art. 8. De ambachtsman die, in uitvoering van hoofdstuk 2 van deze wet, de hoedanigheid van ambachtsman wil verwerven, verstuurt per aangetekend schrijven of per e-mail aan de Commissie "Ambachtslieden" een naar behoren ingevuld en ondertekend...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT