7 FEBRUARI 2014. - Wet tot organisatie van de elektronische stemming met papieren bewijsstuk (1)

FILIP, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt :

HOOFDSTUK 1. - Inleidende bepaling

Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet.

HOOFDSTUK 2. - Algemene bepalingen

Art. 2. Deze wet is van toepassing op de organisatie van de verkiezingen van het Europees Parlement, de Kamer van volksvertegenwoordigers en de Gemeenschaps- en Gewestparlementen in de gemeenten waar gebruik gemaakt wordt van een elektronisch stemsysteem met papieren bewijsstuk.

Art. 3. De Koning kan bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad beslissen dat voor de kieskringen, de kieskantons, de gemeenten of de diplomatieke of consulaire beroepsposten die Hij aanwijst, gebruik wordt gemaakt van een elektronisch stemsysteem met papieren bewijsstuk bij de wetgevende verkiezingen, de verkiezingen voor de vernieuwing van de Gewest- en Gemeenschapsparlementen alsook bij de verkiezingen voor de vernieuwing van het Europees Parlement.

Art. 4. § 1. Een geautomatiseerd stemsysteem met papieren bewijsstuk omvat per stembureau :

  1. een elektronische stembus met een scanner;

  2. verscheidene stemcomputers die elk zijn uitgerust met een aanraakbeeldscherm, een printer voor de stembiljetten en een chipkaartlezer;

  3. een computer voor de voorzitter met een eenheid om de chipkaarten gebruiksklaar te maken en een printer;

  4. een barcodelezer voor de visualisatie van de inhoud van de barcode door de kiezer;

  5. chipkaarten.

    Elk stemhokje van het stembureau is uitgerust met een stemcomputer.

    In elk stembureau is minimum één stemhokje naast een stemcomputer eveneens uitgerust met een barcodelezer voor de visualisatie van de inhoud van de barcode door de kiezer.

    Elk stembureau heeft een wachtzone die zich minstens op één meter van de stembus bevindt.

    Bovendien beschikt elk kantonhoofdbureau over één of meerdere elektronische systemen voor de optelling van de stemmen die uitgebracht zijn in de stembureaus die van dit hoofdbureau afhangen.

    § 2. De Koning bepaalt de regels volgens dewelke de lijsten en de kandidaten op de schermen van de stemcomputers worden getoond.

    § 3. De elektronische stemsystemen met papieren bewijsstuk, de elektronische optellingssystemen van de stemmen en de stemsoftware bedoeld in de artikelen 17 en 18, mogen enkel gebruikt worden indien ze overeenstemmen met de door de Koning vastgestelde algemene erkenningsvoorwaarden, die in elk geval de betrouwbaarheid en de veiligheid van de systemen, alsook het geheim van de stemming waarborgen.

    De minister van Binnenlandse Zaken stelt deze overeenstemming vast op advies van het orgaan dat daartoe door de Koning erkend is bij besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad.

    Het advies van het in het tweede lid bedoelde erkende orgaan wordt openbaar gemaakt door de minister van Binnenlandse Zaken of zijn afgevaardigde.

    Art. 5. § 1. De stemapparatuur bedoeld in artikel 4, § 1, is ofwel eigendom van de gemeente, met dien verstande dat de elektronische systemen voor het optellen van de stemmen van een kieskanton de eigendom zijn van de gemeente die de hoofdplaats van een kanton is, ofwel de eigendom van het gewest als het beslist deze te kopen.

    De Staat kan in de investeringskosten financieel tussenbeide komen ten belope van twintig procent ervan volgens de normen die door de Koning bij besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad zijn vastgesteld in verband met het aantal stemsystemen.

    § 2. De gemeente zorgt voor het onderhoud en de bewaring van de apparatuur. Ze beheert die goederen als een goede huisvader. Ze dient alle apparatuur die buiten gebruik is zo spoedig mogelijk te laten herstellen of vervangen.

    De kosten daarvan zijn ten laste van de gemeente. De gemeente sluit daarvoor een onderhoudscontract af.

    § 3. De kosten voor bijstand op de dag van de verkiezing zijn ten laste van de Staat.

    § 4. De verkiezingsprogrammatuur, de veiligheidscodes, de chipkaarten, het specifieke stempapier dat nodig is voor de afdruk van de stembiljetten, en de gegevensdragers worden bij elke verkiezing verstrekt door de minister van Binnenlandse Zaken of zijn afgevaardigde.

    Art. 6. De gemeenten die gebruik maken van het elektronische stemsysteem met papieren bewijsstuk worden uitgesloten van de verdeling van de kosten voor het opmaken van de stembiljetten en voor de werking van de stemopnemingsbureaus bedoeld in het Kieswetboek, alsook van de verdeling van de uitgaven die op grond van de automatisering van de stemming geen betrekking hebben op de kiesbureaus van de kieskring of het kieskanton.

    HOOFDSTUK 3. - Het elektronische stemsysteem met papieren bewijsstuk

    Art. 7. Elk stemhokje van het stembureau is uitgerust met een stemcomputer.

    Art. 8. § 1. Alvorens hij zich naar het stemhokje begeeft, ontvangt de kiezer van de voorzitter van het bureau of van de bijzitter die deze aanwijst, een chipkaart die de voorzitter of de bijzitter vooraf gebruiksklaar heeft gemaakt en die toelaat eenmaal te stemmen per verkiezing waarvoor de kiezer opgeroepen is.

    § 2. Om zijn stem uit te brengen, moet de kiezer verplicht eerst deze kaart in de kaartlezer steken die hiertoe voorzien is in de in het stemhokje geïnstalleerde stemcomputer.

    Indien verscheidene verkiezingen tegelijk plaatsvinden, stelt de minister van Binnenlandse Zaken de volgorde vast waarin de stemmen moeten worden uitgebracht.

    Wanneer de kiezer, krachtens de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken, gecoördineerd op 18 juli 1966, de taal van de stemverrichtingen kan kiezen, wordt hij eerst verzocht die keuze te bepalen; zij is, na bevestiging ervan, definitief voor alle stemverrichtingen.

    Voor de verkiezing van de leden van het Europees Parlement in de kieskring Brussel-Hoofdstad, alsook voor de verkiezing van het Brussels Hoofdstedelijk Parlement, wijst de kiezer eerst respectievelijk het kiescollege of de taalgroep aan waartoe de lijst behoort waarvoor hij wenst te stemmen. Alleen de voor dat kiescollege of die taalgroep voorgedragen lijsten verschijnen vervolgens op het scherm.

    Voor de verkiezing van de leden van de Kamer van volksvertegenwoordigers in het kieskanton Sint-Genesius-Rode, kiest de kiezer eerst tussen de kieskring Vlaams-Brabant en de kieskring Brussel-Hoofdstad. Op dezelfde manier kiest de kiezer, voor de verkiezing van de leden van het Europees Parlement in de gemeenten van dat kieskanton, eerst tussen het Nederlandse kiescollege en het Franse kiescollege. Alleen de lijsten die voorgedragen werden voor de gekozen kieskring of het gekozen kiescollege worden vervolgens getoond.

    § 3. In alle gevallen verschijnen het volgnummer en het letterwoord of logo van alle kandidatenlijsten op het aanraakbeeldscherm, onder voorbehoud van de toepassing van § 2, vierde en vijfde lid.

    De kiezer duidt de lijst van zijn keuze aan door aanraking van het aanraakbeeldscherm. Door een blanco stem kan hij ook aangeven dat hij voor geen van de voorgedragen lijsten zijn stem wil uitbrengen.

    Nadat de kiezer een lijst heeft gekozen, verschijnen voor die lijst de naam en voornaam van de kandidaten, voorafgegaan door een volgnummer, op het beeldscherm.

    De kiezer brengt zijn stem uit door het aanraakbeeldscherm aan te raken :

  6. in het stemvak bovenaan de lijst, indien hij zich kan verenigen met de volgorde van voordracht van de kandidaten;

  7. in de stemvakken naast de naam van één of meerdere kandidaten van dezelfde lijst.

    § 4. Nadat de kiezer zijn stem heeft uitgebracht overeenkomstig § 3, wordt hij verzocht die te bevestigen. Deze bevestiging sluit de stem van de kiezer af voor de beschouwde verkiezing. Zolang de stem niet is bevestigd, kan de kiezer de stemverrichting herbeginnen.

    § 5. In voorkomend geval wordt de kiezer vervolgens, via informatie die op het beeldscherm verschijnt, verzocht volgens dezelfde procedure te stemmen voor de volgende verkiezing.

    Art. 9. § 1. Wanneer de kiezer voor alle verkiezingen heeft gestemd, wordt een stembiljet afgedrukt en te zijner beschikking gesteld.

    § 2. Binnen eenzelfde kieskring moeten de afmetingen van het afgedrukte stembiljet identiek zijn, ongeacht de stem uitgebracht door de kiezer.

    De minister van Binnenlandse Zaken bepaalt deze afmetingen voor elke kieskring, alsook de op het stembiljet afgedrukte vermeldingen.

    § 3. Het afgedrukte stembiljet bevat twee delen :

  8. een deel dat, onder vorm van een tweedimensionale barcode, de uitgebrachte stem van de kiezer aangeeft;

  9. een deel dat onder uitgetypte vorm, voor elk type van verkiezing, indien dit het geval is, de door de kiezer uitgebrachte stem aangeeft. Het uitgetypte deel is louter bestemd voor controle- en auditdoeleinden.

    § 4. De kiezer vouwt dan op regelmatige en duurzame wijze zijn stembiljet in twee delen met de bedrukte zijde naar binnen om het stemgeheim te bewaren.

    Het bureau waakt erover dat het stemgeheim wordt gerespecteerd.

    § 5. De kiezer neemt de chipkaart terug uit de lezer die hiervoor voorzien werd. Noch op de stemcomputer, noch op de chipkaart, worden gegevens over de uitgebrachte stem bewaard.

    § 6. De kiezer heeft de mogelijkheid, door middel van een specifieke lezer die te zijner beschikking wordt gesteld, om de in § 3, 1°, bedoelde barcode te visualiseren op een scherm om te zien dat de inhoud van deze barcode overeenstemt met de stem die hij op het scherm heeft uitgebracht voor elke verkiezing en die in...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT