Wet tot wijziging van het Strafwetboek met het oog op het strafbaar stellen van conversiepraktijken, de 31 juillet 2023
HOOFDSTUK 1. - Algemene bepaling
Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.
HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van het Strafwetboek
Art. 2. In boek II, titel VIII, van het Strafwetboek, wordt een hoofdstuk IVquater ingevoegd, luidende "Conversiepraktijken".
Art. 3. In hoofdstuk IVquater, ingevoegd bij artikel 2, wordt een artikel 442quinquies ingevoegd, luidende:
"Art. 442quinquies. Conversiepraktijken
Onder conversiepraktijk wordt begrepen elke praktijk die bestaat uit een fysieke interventie of het uitoefenen van psychische druk, waarvan door de dader wordt aangenomen of voorgehouden dat die erop gericht is de seksuele oriëntatie, de genderidentiteit of de genderexpressie van een persoon te onderdrukken of te wijzigen, ongeacht of dit kenmerk daadwerkelijk aanwezig is of slechts vermeend is door de dader.
Worden niet als conversiepraktijken beschouwd: de hulp- en dienstverlening aangeboden in het kader van de geestelijke en fysieke gezondheidszorg in verband met de verkenning en de ontplooiing van de seksuele oriëntatie, de genderidentiteit of de genderexpressie van een persoon.
Worden evenmin als conversiepraktijk beschouwd: de behandelingen of ingrepen in het kader van een sociale of medische transitie die worden aangeboden door beroepsbeoefenaars in het kader van de gezondheidszorg, overeenkomstig de voorwaarden en binnen het kader van de wet van 22 augustus 2002 betreffende de rechten van de patiënt.".
Art. 4. In hetzelfde hoofdstuk IVquater wordt een artikel 442sexies ingevoegd, luidende:
"Art. 442sexies. De bestraffing van het uitvoeren van conversiepraktijken en van de poging, en de verzwarende factoren
§ 1. Het uitvoeren van conversiepraktijken wordt bestraft met gevangenisstraf van een maand tot twee jaar en met geldboete van 100 euro tot 300 euro of met een van die straffen alleen.
§ 2. Bij de keuze van de straf en de zwaarte ervan voor het in de eerste paragraaf bedoelde misdrijf, houdt de rechter in het bijzonder rekening met volgende verzwarende factoren:
- het misdrijf werd gepleegd door een persoon die zich in een erkende positie van vertrouwen, gezag of invloed ten aanzien van het slachtoffer bevindt;
- het misdrijf werd gepleegd op een minderjarige of op een persoon van wie de kwetsbare toestand ten gevolge van de leeftijd, een zwangerschap, een ziekte dan wel een lichamelijk of geestelijk gebrek duidelijk was of de dader bekend was.
§ 3. De poging tot het uitvoeren van...
Pour continuer la lecture
SOLLICITEZ VOTRE ESSAI