Wet tot wijziging van hoofdstuk III van het koninklijk besluit van 22 februari 2001 houdende organisatie van de controles die worden verricht door het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen en tot wijziging van diverse wettelijke bepalingen, de 7 avril 2023

Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.

Art. 2. Artikel 7 van het koninklijk besluit van 22 februari 2001 houdende organisatie van de controles die worden verricht door het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen en tot wijziging van diverse wettelijke bepalingen, bekrachtigd bij de wet van 19 juli 2001, wordt vervangen als volgt:

"Art. 7. § 1. De inbreuken op de strafbepalingen van één van de wetten bedoeld in artikel 5 van de wet van 4 februari 2000 of van hun uitvoeringsbesluiten, hetzij op de strafbepalingen van het huidig besluit of van haar uitvoeringsbesluiten, hetzij van verordeningen of beschikkingen van de Europese Unie, kunnen, voor zover de overtreden bepaling(en) onder het toezicht van het Agentschap vallen, aanleiding geven tot strafvervolging of tot een administratieve minnelijke schikking of administratieve boete.

Het proces-verbaal van vaststelling van de inbreuk wordt, overeenkomstig artikel 3 van dit besluit, via de post of elektronisch toegestuurd naar de ambtenaar, houder van een diploma van doctor, licentiaat of master in de rechten die door Ons is aangeduid.

De door Ons aangeduide ambtenaar stuurt, via de post of elektronisch, een kopie van het proces-verbaal naar de procureur des Konings.

§ 2. De procureur des Konings beslist of er reden is om strafvervolging in te stellen. Deze laatste sluit de toepassing uit van een administratieve minnelijke schikking of een administratieve boete.

§ 3. De procureur des Konings beschikt over een termijn van 30 dagen vanaf de datum van ontvangst van de kopie van het proces-verbaal om zijn beslissing tot vervolging of seponeren aan de aangeduide ambtenaar in § 1 mee te delen."

Art. 3. In hetzelfde besluit wordt een artikel 7/1 ingevoegd, luidende:

"Art. 7/1. § 1. Als de procureur des Konings afziet van het instellen van strafvervolging of, nalaat om zijn beslissing binnen de gestelde termijn mee te delen, kan de ambtenaar bedoeld in artikel 7, § 1, binnen een termijn van 60 dagen na ontvangst van het proces-verbaal, een administratieve minnelijke schikking aan de overtreder voorstellen.

De administratieve minnelijke schikking wordt aan de overtreder per aangetekend schrijven of elektronisch toegestuurd.

De betaling van de administratieve minnelijke schikking doet de publieke vordering uitdoven en maakt een einde aan de procedure inzake het opleggen van een administratieve boete.

§ 2. Het bedrag van deze...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT