Wet tot wijziging van de wet van 3 november 2001 tot oprichting van de Belgische Investeringsmaatschappij voor Ontwikkelingslanden en van de wet van 23 november 2017 tot wijziging van de naam van de Belgische Technische Coöperatie en tot vaststelling van de opdrachten en de werking van Enabel, Belgisch Ontwikkelingsagentschap, de 25 octobre 2018

Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.

Art. 2. In artikel 1bis van de wet van 3 november 2001 tot oprichting van de Belgische Investeringsmaatschappij voor Ontwikkelingslanden, ingevoegd bij de wet van 21 juli 2016, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  1. in de bepaling onder 3° worden de woorden "en goed bestuur" vervangen door de woorden ", goed bestuur en digitalisering" en worden de woorden "de overdracht van kennis, competenties en ervaringen ten voordele van de ondernemingen, met het oog op" opgeheven;

  2. de bepaling onder 4/1° wordt ingevoegd, luidende:

    "4/1° "de belanghebbende partijen": de economische actoren in de productie- en marktketen van de onderneming in het interventieland;".

    Art. 3. Artikel 2bis van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 20 januari 2014 en gewijzigd bij de wet van 21 juli 2016, wordt vervangen als volgt:

    "Art. 2bis. § 1. De raad van bestuur bestaat uit twaalf leden en telt evenveel Nederlandstalige als Franstalige leden.

    § 2. De raad van bestuur is samengesteld zodat hij collectief een nuttige en aantoonbare ervaring heeft op het vlak van:

  3. internationale ontwikkeling en ontwikkelings--samenwerking;

  4. internationale investeringen;

  5. financiële analyse;

  6. bedrijfsbeheer.

    De raad van bestuur wordt met name samengesteld uit personen afkomstig uit:

  7. federale overheidsinstellingen;

  8. de bedrijfswereld;

  9. het academisch milieu;

  10. organisaties van de civiele maatschappij, institutionele en gouvernementele actoren en internationale organisaties.

    Het kan daarbij zowel om personen in actieve loopbaan als om gepensioneerde personen gaan.

    Minstens een lid van de raad van bestuur toont een bijkomende kennis en expertise aan op het vlak van audit en organisatiebeheer.

    Minstens een lid van de raad van bestuur toont een bijkomende kennis en expertise aan op het vlak van personeel en personeelsevaluatie.

    Minstens een lid van de raad van bestuur toont een specifieke kennis en expertise aan op het vlak van investeringen.

    § 3. In zijn samenstelling respecteert de raad van bestuur de wetgeving inzake gender.

    § 4. De leden van de raad van bestuur worden benoemd en afgezet bij koninklijk besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad.

    § 5. De leden van de raad van bestuur worden benoemd voor een hernieuwbare termijn van vijf jaar.

    § 6. De algemene vergadering stelt de bezoldiging vast van de leden van de raad van bestuur. Die bezoldiging is ten laste van BIO.

    § 7. Wanneer een mandaat van lid van de raad van bestuur vacant wordt, voorzien de overblijvende leden van de raad van bestuur voorlopig in deze vacature tot de definitieve benoeming van een nieuw lid in overeenstemming met paragraaf 4.

    § 8. Onverminderd andere beperkingen bepaald bij of krachtens een wet of door de statuten van BIO, is het mandaat van lid van de raad van bestuur onverenigbaar met de volgende mandaten of functies:

  11. lid van het Europees Parlement of de Europese Commissie;

  12. lid van de Kamer van volksvertegenwoordigers of van de Senaat;

  13. lid van de federale regering of lid van de beleidscel van de federale minister bevoegd voor Ontwikkelingssamenwerking;

  14. lid van een gemeenschaps- of gewestparlement;

  15. lid van een gemeenschaps- of gewestregering;

  16. gouverneur van een provincie, met inbegrip van de adjunct-gouverneur van de provincie Vlaams-Brabant en de commissaris van de federale regering die de titel van vicegouverneur voert, aangesteld in het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad, arrondissements-commissaris of lid van de bestendige deputatie van een provincieraad;

  17. lid van het personeel van BIO;

  18. burgemeester, schepen of voorzitter van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van een gemeente met meer dan 50 000 inwoners;

  19. houder van een voltijds mandaat of een voltijdse functie in een intercommunale of haar afgeleide structuren.

    Wanneer een lid van de raad van bestuur de bepalingen van het eerste lid miskent, moet hij binnen een termijn van één maand de betrokken mandaten of functies neerleggen. Indien hij nalaat dit te doen, wordt hij na verloop van deze termijn van rechtswege geacht zijn mandaat bij BIO te hebben neergelegd, zonder dat dit afbreuk doet aan de rechtsgeldigheid van de handelingen die hij ondertussen heeft gesteld of van de beraadslagingen waaraan hij in de betrokken periode heeft deelgenomen.

    § 9. De Directeur-generaal Ontwikkelingssamenwerking en Humanitaire Hulp vertegenwoordigt de Directie generaal Ontwikkelingssamenwerking en Humanitaire Hulp van de FOD Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking in de schoot van de raad van bestuur. Hij is niet stemgerechtigd. Zijn vergoeding is gelijk aan die van de leden van de raad van bestuur en is ten laste van BIO.

    § 10. Alle leden van de raad van bestuur ondertekenen het charter van het lid van de raad van bestuur van overheidsbedrijven, zoals aangepast aan BIO en opgenomen in bijlage bij het beheerscontract.".

    Art. 4. In dezelfde wet wordt een artikel 2ter ingevoegd, luidende:

    "Art. 2ter. Onder de leden van de raad van bestuur benoemt de Koning, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, de voorzitter van de raad van bestuur evenals de vicevoorzitter, die van de andere taalrol en van het andere geslacht is dan de voorzitter.

    De voorzitter en de vicevoorzitter worden afgezet bij een koninklijk besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad op eensluidend met redenen omkleed advies van de raad van bestuur, goedgekeurd bij volstrekte meerderheid.

    De afzetting van de voorzitter of van de vicevoorzitter in hun hoedanigheid van lid van de raad van bestuur brengt van rechtswege zijn afzetting als voorzitter of als vicevoorzitter teweeg.

    In geval van staking van stemmen in de raad van bestuur, is de stem van de voorzitter of, bij diens afwezigheid, van de vicevoorzitter, beslissend.".

    Art. 5. In dezelfde wet wordt een artikel 2quater ingevoegd, luidende:

    "Art. 2quater. De raad van bestuur richt een auditcomité, een investeringscomité en een human resources-comité op.

    Deze comités hebben een raadgevende stem.

    De raad van bestuur kan elk ander comité oprichten dat hij nodig acht om de raad van bestuur bij te staan.

    De raad van bestuur bepaalt de samenstelling, de bevoegdheden en de werking van de comités en stelt voor elk comité een huishoudelijk reglement op.".

    Art. 6. In dezelfde wet wordt een artikel 2quinquies ingevoegd, luidende:

    "Art. 2quinquies. § 1. BIO is verantwoordelijk voor de kwaliteitsvolle...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT