Wet tot wijziging van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde en het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 wat de invoering van de verplichting tot elektronische facturering betreft, de 20 février 2024

HOOFDSTUK 1. - Algemene bepaling

Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.

HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde

Art. 2. Artikel 1, § 13, van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde, ingevoegd bij de wet van 17 december 2012 en vervangen bij de wet van 16 oktober 2022 wordt aangevuld met de bepaling onder 3°, luidende:

"3° "gestructureerde elektronische factuur": een elektronische factuur die is opgesteld, verzonden en ontvangen in een gestructureerde elektronische vorm die automatische en elektronische verwerking ervan mogelijk maakt.".

Art. 3. In artikel 53 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 28 januari 2004 en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 27 december 2021, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  1. de inleidende zin van paragraaf 2, eerste lid, wordt vervangen als volgt:

    " § 2. De belastingplichtige die andere leveringen van goederen of diensten verricht dan die welke krachtens artikel 44 zijn vrijgesteld en andere dan die welke bedoeld zijn in artikel 135, lid 1, punten a) tot g) van Richtlijn 2006/112/EG, reikt een factuur uit aan zijn medecontractant of zorgt ervoor dat in zijn naam en voor zijn rekening, door zijn medecontractant of een derde een factuur wordt uitgereikt:";

  2. een paragraaf 2bis wordt ingevoegd, luidende:

    " § 2bis. In afwijking van paragraaf 2, eerste en vierde lid, reikt de in België gevestigde belastingplichtige, met uitsluiting van de belastingplichtigen op wie de in artikel 56 bedoelde regeling van toepassing is en van de gefailleerde belastingplichtigen ten aanzien van de activiteit waarvoor ze failliet zijn verklaard, aan zijn medecontractant een gestructureerde elektronische factuur uit of laat hij in zijn naam en voor zijn rekening, door zijn medecontractant of door een derde, een dergelijke factuur uitreiken:

  3. wanneer hij, onder zijn krachtens artikel 50, § 1, eerste lid, 1°, toegekende btw-identificatienummer of, in geval van een btw-eenheid in de zin van artikel 4, § 2, onder het krachtens artikel 50, § 1, eerste lid, 6°, aan één van zijn leden toegekende sub-btw-identificatienummer, andere leveringen van goederen of diensten verricht dan die die krachtens artikel 44 zijn vrijgesteld, voor:

    1. ofwel, een belastingplichtige die voor die handeling zijn btw-identificatienummer bedoeld in artikel 50, § 1, eerste lid, 1° of 3°, moet meedelen overeenkomstig artikel 53quater, § 1...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT