Wet tot omzetting van Richtlijn (EU) 2019/713 van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2019 betreffende de bestrijding van fraude met en vervalsing van niet-contante betaalmiddelen en ter vervanging van Kaderbesluit 2001/413/JBZ van de Raad, de 12 juillet 2023

HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen

Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.

Art. 2. Deze wet voorziet in de omzetting van Richtlijn (EU) 2019/713 van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2019 betreffende de bestrijding van fraude met en vervalsing van niet-contante betaalmiddelen en ter vervanging van Kaderbesluit 2001/413/JBZ van de Raad.

HOOFDSTUK II. - Wijzigingen van het Strafwetboek

Art. 3. In titel III, boek 2, van het Strafwetboek wordt een hoofdstuk IIter ingevoegd, luidende "Namaking of vervalsing van niet-contante betaalinstrumenten".

Art. 4. In hoofdstuk IIter, ingevoegd bij artikel 3, wordt een artikel 178quater ingevoegd, luidende:

"Art. 178quater. Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt onder "niet-contant betaalinstrument" verstaan een immaterieel of materieel, beveiligd apparaat of voorwerp of een immateriële of materiële, beveiligde registratie, of een combinatie daarvan, waarmee de houder of gebruiker, al dan niet in combinatie met een procedure of geheel van procedures, geld of monetaire waarde kan overmaken, waaronder door middel van digitale betaalmiddelen, en dat niet wordt beoogd in de hoofdstukken I, II en IIbis van deze titel."

Art. 5. In hetzelfde hoofdstuk IIter wordt een artikel 178quinquies ingevoegd, luidende:

"Art. 178quinquies. Hij die een niet-contant betaalinstrument namaakt of vervalst, wordt gestraft met gevangenisstraf van zes maanden tot vijf jaar en met geldboete van honderd euro tot honderdduizend euro.

Poging tot dat wanbedrijf wordt gestraft met dezelfde straf."

Art. 6. In hetzelfde hoofdstuk IIter wordt een artikel 178sexies ingevoegd, luidende:

"Art. 178sexies. Hij die nagemaakte of vervalste niet-contante betaalinstrumenten gebruikt of poogt te gebruiken, wordt gestraft met gevangenisstraf van zes maanden tot drie jaar en met geldboete van zesentwintig euro tot vijftigduizend euro."

Art. 7. In hetzelfde hoofdstuk IIter wordt een artikel 178septies ingevoegd, luidende:

"Art. 178septies. Hij die onrechtmatig verkregen, nagemaakte of vervalste niet-contante betaalinstrumenten bezit, voorhanden heeft, aanschaft voor zichzelf of voor een ander, invoert, uitvoert, vervoert, verkoopt of verspreidt met het oogmerk om deze te gebruiken, wordt gestraft met gevangenisstraf van zes maanden tot drie jaar en met geldboete van zesentwintig euro tot vijftigduizend euro of met een van die straffen alleen.

Poging tot dat wanbedrijf wordt gestraft met...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT