Wet tot invoering van boek II van het Strafwetboek, de 8 avril 2024

HOOFDSTUK 1. - Voorafgaande bepaling Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet. HOOFDSTUK 2. - Boek II van het Strafwetboek Art. 2. De hiernavolgende bepalingen vormen boek II van het Strafwetboek: "Boek II. De gemeenrechtelijke misdrijven en hun straffen Voorafgaande titel. Gemeenschappelijke bepalingen Art. 79. Algemene definities Voor de toepassing van dit Wetboek wordt verstaan onder: 1° minderjarige: elke persoon die de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt; 2° persoon in een kwetsbare toestand: elke persoon van wie de kwetsbare toestand ten gevolge van zijn leeftijd, een zwangerschap, een ziekte dan wel een lichamelijk of geestelijk gebrek duidelijk was of de dader bekend was; 3° partner: de persoon waarmee de dader of het slachtoffer is gehuwd of een duurzame affectieve en intieme lichamelijke relatie heeft, alsook de persoon waarmee de dader of het slachtoffer gehuwd is geweest of een duurzame affectieve en intieme lichamelijke relatie heeft gehad indien de strafbare feiten enigszins verband houden met dit ontbonden huwelijk of de beëindigde relatie; 4° persoon met een maatschappelijke functie: - een parlementslid; - een minister of staatssecretaris; - een magistraat, een juridisch medewerker van een rechtscollege of het openbaar ministerie, een jurylid of een getuige; - een provinciegouverneur, een lid van een deputatie, een arrondissementscommissaris, een burgemeester of schepen, een lid van de gemeente- of provincieraad; - een lid van de politiediensten, zoals bedoeld in artikel 3, 1°, van de wet van 18 juli 1991 tot regeling van het toezicht op politie- en inlichtingendiensten en op het Coördinatieorgaan voor de dreigingsanalyse, een personeelslid door de Federale Overheidsdienst Justitie tewerkgesteld in een penitentiaire inrichting, een personeelslid aangesteld voor het onthaal bij de politiediensten of enige andere persoon met een openbare functie; - een lid van de brandweer, een lid van de civiele bescherming, een persoon die een gezondheidszorgberoep uitoefent zoals bedoeld in de gecoördineerde wet van 10 mei 2015 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen, een lid van het personeel aangesteld voor het onthaal in de spoeddiensten van de verzorgingsinstellingen, een maatschappelijk werker of een psycholoog van een openbare dienst; - een lid van het personeel of van de directie van een onderwijsinstelling, een persoon die de opvang van leerlingen verzorgt in een medisch-pedagogisch instituut dat door een gemeenschap wordt ingericht of gesubsidieerd, of een externe actor die door de gemeenschapsoverheden belast is met het voorkomen en het oplossen van geweld op school; - een postbode; - een chauffeur, begeleider, controleur of loketbediende van een uitbater van een netwerk van openbaar vervoer; - een bedienaar van een eredienst of een voorganger in plechtigheden van een niet-confessionele levensbeschouwing; - een journalist: een persoon die een activiteit uitoefent als bedoeld in artikel 24, § 1, van de wet van 30 juli 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens; - een advocaat; - een notaris; - een gerechtsdeurwaarder; - een VDAB-, FOREM-, ACTIRIS- en ADG-bemiddelaar; - een lid van het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn. 5° persoon met een openbare functie: - een persoon die op basis van een wet, een besluit of een rechterlijke beslissing: - de openbare orde moet handhaven; - de naleving van bepaalde normen of beslissingen van een overheidsorgaan moet controleren; - de naleving van bepaalde normen of beslissingen van een overheidsorgaan moet afdwingen; - een persoon die een openbare dienst of opdracht uitoefent waarbij zijn handelingen zijn bepaald en gereglementeerd door een wet, besluit of rechterlijke beslissing; 6° parlementslid: een lid van de Kamer van volksvertegenwoordigers, een senator, een lid van een parlement van een gemeenschap of een gewest of een lid van het Europees Parlement; 7° minister of staatssecretaris: een lid van de federale regering, van een regering van een gemeenschap of een gewest; 8° magistraat: een rechter in het Grondwettelijk Hof, een raadsheer of rechter in een hof of rechtbank van de rechterlijke orde, een lid van het openbaar ministerie, een plaatsvervangende of toegevoegde magistraat, een lid van de Raad van State of het auditoraat bij de Raad van State, een lid van het Rekenhof, een lid van een administratief rechtscollege of een lid van een internationaal rechtscollege waarbij België partij is; 9° juridisch medewerker van een rechtscollege of het openbaar ministerie: een magistraat in opleiding, een kandidaat magistraat, een parketjurist als bedoeld in artikel 162, paragraaf 2, derde lid, van het Gerechtelijk Wetboek of een griffier; 10° jurylid: een lid van de jury in het hof van assisen; 11° getuige: elke persoon die door een rechter wordt gehoord, zonder dat hij partij is in het betrokken geding of verdacht wordt van het plegen van het strafbaar feit; 12° scheidsrechter of seingever bij een sportwedstrijd: elke persoon die is aangesteld om beslissingen te nemen in het kader van de bij de officiële sportfederaties aangegeven wedstrijden en iedere persoon die optreedt als seingever bij een sportwedstrijd op de openbare weg; 13° in het kader van de uitoefening van deze functie: situatie waarin de dader het misdrijf pleegt tijdens de uitoefening van deze functie of door gebruik te maken van deze functie; 14° naar aanleiding van de uitoefening van deze functie: situatie waarin de aanleiding voor het misdrijf ligt in een handeling die het slachtoffer heeft gesteld, stelt of zal stellen en die deel uitmaakt van de uitoefening van zijn functie; 15° integriteitsaantasting van de eerste graad: elk lichamelijk letsel of schade aan de gezondheid die niet resulteert in een integriteitsaantasting van de tweede graad, een integriteitsaantasting van de derde graad of de dood; 16° integriteitsaantasting van de tweede graad: elk lichamelijk letsel of schade aan de gezondheid die resulteert in een ongeschiktheid tot het verrichten van persoonlijk werk van maximum vier maanden of een geneeslijk lijkende ziekte die niet meer dan vier maanden ongeschiktheid tot het verrichten van persoonlijk werk heeft veroorzaakt; 17° integriteitsaantasting van de derde graad: elk lichamelijk letsel of schade aan de gezondheid die resulteert in een ongeschiktheid tot het verrichten van persoonlijk werk van meer dan vier maanden, een ongeneeslijk lijkende ziekte, het volledig verlies van een orgaan of een lichaamsfunctie, een zware verminking, dan wel een zwangerschapsverlies. 18° zwangerschapsverlies: onder zwangerschapsverlies wordt begrepen het voortijdig een einde stellen aan een zwangerschap, tegen de wil van de zwangere persoon en ongeacht de daarvoor gebruikte middelen; 19° bedreiging: alle middelen van morele dwang waardoor vrees voor een dreigend kwaad wordt verwekt; 20° foltering: de gedraging omschreven in artikel 112; 21° voorbedachtheid: situatie waarbij de dader, in een voldoende stabiele gemoedstoestand en op een overwogen en geplande wijze, besluit tot het plegen van een misdrijf en er een voldoende tijdsverloop is tussen het besluit en de uitvoering ervan opdat de dader op zijn besluit zou kunnen terugkomen; 22° in het openbaar: - hetzij in openbare bijeenkomsten of plaatsen; - hetzij in aanwezigheid van verscheidene personen, in een plaats die niet openbaar is, maar toegankelijk voor een aantal personen die het recht hebben er te vergaderen of ze te bezoeken; - hetzij om het even welke plaats, in aanwezigheid van de geviseerde persoon en voor een derde; - hetzij door geschriften, al dan niet gedrukt, door prenten of zinnebeelden, die aangeplakt, verspreid of verkocht, te koop geboden of openlijk tentoongesteld worden; - hetzij door geschriften, prenten of zinnebeelden, die niet openbaar worden gemaakt, maar aan verscheidene personen toegestuurd of meegedeeld worden; 23° wapen: ieder voorwerp dat ter hand wordt genomen om te doden, te verwonden of te slaan of daarmee te dreigen, alsook ieder verboden wapen zoals bedoeld in artikel 3 van de wet van 8 juni 2006 houdende regeling van economische en individuele activiteiten met wapens; 24° nacht: de periode na negen uur `s avonds en voor vijf uur `s morgens; 25° wet: de wet, het decreet of de ordonnantie; 26° wetgevende vergadering: de Kamer van volksvertegenwoordigers, de Senaat, een gewest- of gemeenschapsparlement, de Verenigde Vergadering van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, de Vergadering van de Franse Gemeenschapscommissie of de Vergadering van de Vlaamse Gemeenschapscommissie; 27° munt: de in België of in het buitenland wettelijk gangbare biljetten, de biljetten uitgedrukt in euro, de biljetten waarvan de uitgifte is toegelaten door of krachtens een wet of door een wet van een andere Staat of op grond van een bepaling die in die andere Staat kracht van wet heeft, alsook de in België of in het buitenland wettelijk gangbare muntstukken en de muntstukken uitgedrukt in euro; 28° radioactief materiaal: alle kernmateriaal of andere radioactieve stoffen met nucliden die spontaan worden gespleten, proces dat gepaard gaat met de emissie van een of meer soorten ioniserende straling, zoals alfa-, bèta-, gamma- en neutronenstraling, en die wegens de radiologische of splijtbare eigenschappen ervan de dood, ernstig lichamelijk letsel of aanzienlijke schade aan goederen of aan het milieu zouden kunnen veroorzaken; 29° kernmateriaal: plutonium, met uitzondering van plutonium waarvan de concentratie van de isotoop plutonium 238 hoger is dan 80 procent, uranium 233, uranium verrijkt in uranium 235 of 233, uranium dat het mengsel van isotopen bevat in de natuur aanwezig onder een andere vorm dan erts of ertsresidu, en iedere stof die één of meer van de hierboven genoemde isotopen bevat. Hierbij moet onder "uranium...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT