Wet tot goedkeuring van de algemene rekening van het algemeen bestuur van het jaar 2012, de 25 novembre 2015
Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.
TITEL I. - Jaarrekening van de diensten van algemeen bestuur van de Staat
HOOFDSTUK 1. - Balans en resultatenrekening
Art. 2. De samenvatting van de balans en resultatenrekening zijn opgenomen in de tabel A.
HOOFDSTUK 2. - Samenvattende rekening van de begrotingsverrichtingen
Art. 3. De samenvattende rekening van de begrotingsverrichtingen volgens de economische classificatie wordt opgenomen in tabel B.
TITEL II. - Uitvoering van de begroting van de diensten van algemeen bestuur van de Staat - Begrotingsjaar 2012
HOOFDSTUK 1. - Ontvangsten
Art. 4. De in uitvoering van de middelenbegroting vastgestelde rechten van het jaar worden bepaald overeenkomstig de samenvattende tabel C.
Art. 5. De tijdens het begrotingsjaar geïnde rechten worden weergegeven in de samenvattende tabel D.
HOOFDSTUK 2. - Uitgaven
Art. 6. De op de vastleggings- en vereffeningskredieten aangerekende vastleggingen en vereffeningen worden vastgesteld in de samenvattende tabel E.
Art. 7. Tot dekking van de uitgaven van het begrotingsjaar 2012 gedaan boven of buiten de vastleggingskredieten, worden aanvullende vastleggingskredieten toegekend voor een bedrag van 5 784 940,46 EUR.
Art. 8. Tot dekking van de uitgaven van het begrotingsjaar 2012 gedaan boven of buiten de uitgetrokken vereffeningskredieten, worden aanvullende limitatieve kredieten toegekend voor een bedrag van 6 109 686,82 EUR.
HOOFDSTUK 3. - Organieke fondsen
Art. 9. De verrichtingen op de organieke fondsen worden voor het jaar 2012 vastgesteld overeenkomstig de samenvattende tabel F.
HOOFDSTUK 4. - Terugbetalings- en toewijzingsfondsen
Art. 10. De begin- en eindsaldi en ontvangsten en uitgaven op de terugbetalings- en toewijzingsfondsen worden weergegeven in de tabel G.
Bijzondere bepaling - kwijtschelding van schuld
Art. 11. De openstaande schuld voortvloeiende uit de terugvordering van de aanvullende vergoedingen bovenop het brugpensioen in het kader van het textielplan waarvoor een protocol werd afgesloten op 17 maart 1981 tussen de werkgevers- en werknemersorganisaties enerzijds en de toenmalige ministers van Economische Zaken en van Tewerkstelling en Arbeid anderzijds wordt als definitief oninvorderbaar beschouwd. De openstaande vordering van 70 503 515,30 EUR ten opzichte van de fondsen voor bestaanszekerheid voor de textielsector wordt kwijtgescholden.
BIJLAGE.
Art...
Pour continuer la lecture
SOLLICITEZ VOTRE ESSAI