22 MAART 1999. - Wet tot wijziging van de wet van 29 juni 1964 betreffende de opschorting, het uitstel en de probatie (1)

ALBERT II, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt :

Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.

Art. 2. In artikel 1 van de wet van 29 juni 1964 betreffende de opschorting, het uitstel en de probatie, vervangen bij de wet van 10 februari 1994, worden de volgende wijzigingen aangebracht :

A) paragraaf 2, eerste lid, wordt aangevuld als volgt:

Indien probatieopschorting of probatieuitstel wordt overwogen, licht het onderzoeks- of vonnisgerecht de verdachte voor de sluiting van de debatten in over de draagwijdte van zodanige maatregel en hoort hem in zijn opmerkingen.

;

B) paragraaf 2, tweede lid, wordt opgeheven;

C) het artikel wordt aangevuld met een § 3, luidende :

§ 3. Indien opschorting of uitstel van de tenuitvoerlegging van de gehele gevangenisstraf wordt gelast, kunnen de bijzondere voorwaarden onder meer bestaan in de verplichting om binnen twaalf maanden na de dag waarop het vonnis of het arrest in kracht van gewijsde is gegaan, dienstverlening te verrichten of een bepaalde opleiding te volgen. Dienstverlening en opleiding kunnen ook samen worden opgelegd.

Voor dezelfde feiten kunnen dienstverlening of opleiding evenwel niet samen met effectieve gevangenisstraf worden opgelegd, tenzij de betrokkene voor die feiten voorlopige hechtenis heeft ondergaan en de rechter gevangenisstraf oplegt die hoogstens gelijk is aan de reeds ondergane voorlopige hechtenis. In dat geval houdt de rechter bij het bepalen van het aantal uren dienstverlening of opleiding rekening met de duur van de opgelegde gevangenisstraf.

Art. 3. In artikel 1bis van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 10 februari 1994, worden de volgende wijzigingen aangebracht :

A) paragraaf 1 wordt vervangen door de volgende bepaling :

§ 1. De dienstverlening bestaat in een activiteit waarvan de duur minstens twintig uur en hoogstens tweehonderdveertig uur bedraagt. De probatiecommissie bepaalt, na de betrokkene gehoord te hebben en rekening houdend met diens opmerkingen, de aard van de te verrichten dienstverlening, die moet aansluiten bij zijn lichamelijke en verstandelijke geschiktheid, en de instelling of vereniging bij welke ze verricht moet worden. Hierbij kan tevens rekening worden gehouden met de belangen van de eventuele slachtoffers.

De duur van de opleiding bedraagt minstens twintig uur en hoogstens tweehonderd veertig...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT