Wet om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus SARS-CoV-2 inzake spoorvervoer (I), de 7 mai 2020

Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.

Hoofdstuk 1. - Maatregelen die verband houden met de Spoorcodex

Afdeling 1. - Maatregelen die verband houden met de activiteiten van de Veiligheidsinstantie

Art. 2. De Veiligheidsinstantie kan de termijn van vier maanden waarover zij overeenkomstig de Spoorcodex en zijn uitvoeringsbesluiten beschikt, verlengen om al haar beslissingen te nemen nadat alle gevraagde inlichtingen zijn verstrekt, voor elk verzoek dat tussen 1 maart 2020 en 30 augustus 2020 door haar ontvangen is of door haar behandeld wordt, voor zover de tussenkomst van een derde instantie of bezoeken ter plaatse gedurende de behandeling van dit verzoek noodzakelijk zijn om de Veiligheidsinstantie in staat te stellen haar beslissing te nemen.

Wanneer de verlenging van de aan de Veiligheidsinstantie toegekende termijn verband houdt met de tussenkomst van een derde instantie, is de aan de Veiligheidsinstantie toegekende bijkomende termijn gelijk aan de termijn die de derde instantie heeft genomen om in die tussenkomst te voorzien.

Wanneer bezoeken ter plaatse noodzakelijk zijn, wordt de termijn verlengd met de tijd die nodig is om dergelijke bezoeken te organiseren.

In de gevallen bedoeld in het tweede en derde lid, neemt de Veiligheidsinstantie voor alle volledige aanvraagdossiers uiterlijk op 30 december 2020 een definitieve beslissing.

Afdeling 2. - Maatregelen die verband houden met de continuïteit van de activiteiten van spoorwegondernemingen

Onderafdeling 1. - Vergunningen en veiligheidscertifcaten

Art. 3. De vergunningen van spoorwegondernemingen afgegeven overeenkomstig hoofdstuk 2, van titel 3 van de Spoorcodex waarvan het periodiek nieuw onderzoek bepaald in artikel 14, tweede lid, 1° van de Spoorcodex had moeten uitgevoerd zijn tussen 1 maart 2020 en 30 september 2020, blijven geldig tot en met 31 december 2020 op voorwaarde dat het periodiek nieuw onderzoek wordt uitgevoerd vóór 31 december 2020.

Art. 4. In afwijking van artikel 102 van de Spoorcodex hebben de veiligheidscertificaten van spoorwegondernemingen afgegeven overeenkomstig afdeling 2, van hoofdstuk 4, van titel 4 van de Spoorcodex en die nog geldig zijn, een geldigheidsduur van 5 jaar vanaf de datum van afgifte, op voorwaarde dat de spoorwegondernemingen die wensen te genieten van een verlenging van rechtswege van hun veiligheidscertificaten, dit binnen een termijn van één maand na de bekendmaking van deze wet in het...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT