Wet om justitie menselijker, sneller en straffer te maken III, de 18 janvier 2024

HOOFDSTUK 1. - Algemene bepaling

Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.

HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van het Wetboek van strafvordering

Art. 2. Artikel 28bis, § 1, eerste lid, van het Wetboek van strafvordering, ingevoegd bij de wet van 12 maart 1998, wordt aangevuld met de volgende zin: "Het opsporingsonderzoek wordt à charge en à décharge gevoerd.".

Art. 3. In artikel 35bis van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 20 mei 1997 en gewijzigd bij de wet van 11 juli 2018, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

1° in het derde lid wordt het woord "bewaarder" vervangen door de woorden "Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie";

2° het artikel wordt aangevuld met een zesde lid, luidende:

"In de gevallen waarin de wet bepaalt dat de verbeurdverklaring van onroerende goederen die hebben gediend of bestemd zijn geweest voor het plegen van het misdrijf mogelijk is, zal worden gehandeld overeenkomstig de vormvoorschriften van dit artikel.".

Art. 4. Artikel 43 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wet van 10 juli 1967, waarvan de bestaande tekst paragraaf 1 zal vormen, wordt aangevuld met een paragraaf 2, luidende:

" § 2. Ten einde zich te vergewissen van het psychisch functioneren van een verdachte kan de procureur des Konings een psychologisch onderzoek door een deskundige, houder van de beroepstitel klinisch psycholoog, bevelen waarbij minstens een risicotaxatie wordt verricht.

De aangestelde klinisch psycholoog voldoet aan de voorwaarden bepaald door de gecoördineerde wet van 10 mei 2015 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen en is opgenomen in het nationaal register voor gerechtsdeskundigen en beëdigde vertalers, tolken en vertalers-tolken, tenzij toepassing wordt gemaakt van artikel 555/15 van het Gerechtelijk Wetboek.

De deskundige maakt van zijn bevindingen binnen de maand na zijn aanstelling een voorlopig verslag op, overeenkomstig het door de Koning vastgesteld model. Dat voorlopig verslag wordt ter lezing gestuurd aan de verdachte en, in voorkomend geval, aan de advocaat van de verdachte.

Tenzij de procureur des Konings vooraf een termijn heeft vastgesteld, bepaalt de deskundige, rekening houdend met de aard van de zaak, een redelijke termijn waarbinnen de verdachte en, in voorkomende geval, de advocaat van de verdachte of zijn eigen deskundige, zijn opmerkingen moet maken. Behoudens andersluidende beslissing van de procureur des Konings bedraagt die termijn ten minste acht dagen na ontvangst van het voorlopig verslag.

De deskundige ontvangt de opmerkingen van de verdachte en, in voorkomend geval, van zijn advocaat en van zijn eigen deskundige vóór het verstrijken van deze termijn. De deskundige houdt geen rekening met de opmerkingen die hij na het verstrijken van deze termijn ontvangt.

Het eindverslag wordt gedagtekend. Het bevat ook een opgave van de stukken en nota's die de verdachte en, in voorkomend geval, zijn advocaat of zijn eigen deskundige heeft overhandigd en de opmerkingen hierop. Het verslag wordt door de deskundige ondertekend.

De handtekening van de deskundige wordt voorafgegaan door de volgende eed: "Ik zweer dat ik mijn opdracht in eer en geweten, nauwgezet en eerlijk vervuld heb."

Binnen vijftien dagen na ontvangst van de opmerkingen van de verdachte, en in voorkomend geval, van zijn advocaat en desgevallend van de eigen deskundige, wordt het eindverslag neergelegd. Op de dag van de neerlegging van het verslag zendt de deskundige, bij een aangetekende zending, een afschrift van het verslag aan de verdachte en, in voorkomend geval, aan zijn advocaat.

Het verslag van de deskundige is pas rechtsgeldig als het ondertekend is en de eed is afgelegd.".

Art. 5. In hetzelfde Wetboek wordt een artikel 190sexies ingevoegd, luidende:

"Art. 190sexies. § 1. De rechtbank kan, voor zover voldaan is aan het vierde lid en voor zover het gaat om feiten die niet van die aard schijnen te zijn dat ze gestraft moeten worden met een hoofdstraf van meer dan vijf jaar gevangenisstraf of een zwaardere straf en voor zover er elementen in het dossier aanwezig zijn die aangeven dat de feiten gerelateerd zijn aan een verslavings-, agressie of psychosociale problematiek, hetzij ambtshalve, hetzij op verzoek van het openbaar ministerie, hetzij op verzoek van de beklaagde of zijn advocaat, overgaan tot het opleggen van een hersteltraject overeenkomstig dit artikel.

Hiertoe moeten de volgende voorwaarden zijn vervuld:

1° de beklaagde ontkent de hem ten tenlastegelegde feiten niet, erkent het bestaan van een onderliggende verslavings-, agressie of psychosociale problematiek van zijn kant en is gemotiveerd om hieraan te werken;

2° de beklaagde wordt op het ogenblik van de verschijning voor de rechtbank niet opgevolgd door een dienst van de gemeenschappen wegens dezelfde problematiek;

3° de beklaagde mag niet onder de bevoegdheid van de strafuitvoeringsrechter of de strafuitvoeringsrechtbank vallen;

4° de beklaagde verleent op vrije en voldoende geïnformeerde wijze zijn instemming met het hersteltraject.

Voor zover in de rechtbank een gespecialiseerde kamer daartoe is ingericht, worden de zaken waarin er sprake is van een onderliggende problematiek en waarvoor een hersteltraject in toepassing van dit artikel overwogen wordt, door die kamer behandeld.

De rechtbank sluit een protocol af met het parket, de balie en de partners die instaan voor de uitvoering van de hersteltrajecten. Het protocol specifieert op welke manier de opvolging en de informatiedoorstroming geregeld wordt.

Tijdens de zittingen zijn een of meerdere diensten die instaan voor de uitvoering van de hersteltrajecten aanwezig en geven zij indien nodig toelichting.

§ 2. De rechtbank kan ambtshalve of op verzoek van het openbaar ministerie een melding sturen naar de bevoegde dienst van de gemeenschappen met de vraag om een maatschappelijke enquête te verrichten.

§ 3. Tijdens de inleidingszitting zetten het openbaar ministerie en de burgerlijke partij of haar advocaat de zaak uiteen. De beklaagde wordt gehoord.

De rechter gaat na of de voorwaarden bedoeld in paragraaf 1 vervuld zijn en of het aangewezen lijkt om een hersteltraject op te leggen.

Indien dit het geval is, wordt de zaak uitgesteld met het oog op het opstellen van een hersteltraject.

Is dit niet het geval dan vindt de behandeling van de zaak plaats.

§ 4. In het in paragraaf 3, derde lid, bedoelde geval wordt een hersteltraject opgesteld door de bevoegde dienst van de gemeenschappen, in samenwerking met de beklaagde. In het hersteltraject worden maatregelen uitgewerkt, rekening houdend met de onderliggende problematiek en met oog voor de belangen van de burgerlijke partij.

§ 5. Uiterlijk twee maanden na de inleidingszitting vindt een oriëntatiezitting plaats waarop de beklaagde aan de rechter een hersteltraject voorlegt.

Als het hersteltraject niet wordt aanvaard, kan de beklaagde voorstellen tot aanpassing doen. Doet hij dit niet dan vindt de behandeling van de zaak plaats.

Indien het hersteltraject wordt aanvaard, wordt het ondertekend door de beklaagde. De zaak wordt uitgesteld voor verdere opvolging.

§ 6. Uiterlijk een maand na de oriëntatiezitting bedoeld in paragraaf 5 en telkens wanneer de rechtbank dit aangewezen acht, vindt een opvolgingszitting plaats waarop de naleving van de voorwaarden van het hersteltraject wordt besproken en geëvalueerd. Deze worden waar nodig bijgestuurd.

De bevoegde diensten van de gemeenschappen begeleiden de beklaagde bij de naleving van het hersteltraject. In het kader van de controle en in functie van eventuele bijsturingen van het hersteltraject stellen de bevoegde diensten een verslag op tegen elke volgende opvolgingszitting en telkens wanneer zij dit nodig achten of op vraag van de rechtbank. Een kopie van deze verslagen wordt systematisch toegestuurd aan het openbaar ministerie en gevoegd bij het dossier voor de volgende opvolgingszitting.

Indien de rechtbank tot de voortzetting van het hersteltraject beslist, wordt de zaak uitgesteld voor verdere opvolging. Indien het hersteltraject niet wordt opgevolgd, beslist de rechtbank tot stopzetting en vindt de behandeling van de zaak plaats.

De duur van de opvolging is beperkt tot een jaar. Deze termijn kan door de rechtbank bij een met redenen omklede beslissing verlengd worden met maximaal zes maanden.

§ 7. Uiterlijk achttien maanden na het opstarten van het hersteltraject vindt de behandeling van de zaak plaats.

De beklaagde en de burgerlijke partij en hun advocaten worden in kennis gesteld van de plaats, de dag en het uur van verschijning.

De burgerlijke partij of haar advocaat wordt gehoord voor de uiteenzetting van de burgerlijke vordering, de beklaagde en zijn advocaat worden gehoord in zijn verdediging en het openbaar ministerie vat de zaak samen en neemt zijn conclusie.

De rechtbank houdt bij de uitspraak rekening met het gevolgde hersteltraject en vermeldt dit in het vonnis.".

Art. 6. In artikel 209bis, zevende lid, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 5 februari 2016, worden de woorden "artikel 152" vervangen door de woorden "de artikelen 152 en 190sexies".

Art. 7. In boek II, titel I, van hetzelfde Wetboek, wordt het opschrift van hoofdstuk V vervangen als volgt: "Hoofdstuk V. De snelrechtprocedure."

Art. 8. Artikel 216quinquies van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 28 maart 2000 en gedeeltelijk vernietigd bij het arrest nr. 56/2002 van het Grondwettelijk Hof, wordt vervangen als volgt:

"Art. 216quinquies. § 1. In afwijking van artikel 127, kan de procureur des Konings een persoon die aangehouden is met toepassing van artikel 16 van de wet van 20 juli 1990 betreffende de voorlopige hechtenis, dagvaarden voor de politierechtbank of de correctionele rechtbank met het oog op de toepassing van de snelrechtprocedure, voor zover de onderzoeksrechter van oordeel is dat het gerechtelijk onderzoek volledig is en het dossier daartoe op vordering van de procureur des Konings heeft meegedeeld.

...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT