Wet houdende omzetting van Richtlijn (EU) 2018/1808 van het Europees Parlement en de Raad van 14 november 2018 tot wijziging van Richtlijn 2010/13/EU betreffende de coördinatie van bepaalde wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in de lidstaten inzake het aanbieden van audiovisuele mediadiensten (richtlijn 'audiovisuele mediadiensten') in het licht van een veranderende marktsituatie, de 21 juillet 2021

HOOFDSTUK 1. - Algemene bepaling

Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.

Zij vormt de omzetting van Richtlijn (EU) 2018/1808 van het Europees Parlement en de Raad van 14 november 2018 tot wijziging van Richtlijn 2010/13/EU betreffende de coördinatie van bepaalde wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in de lidstaten inzake het aanbieden van audiovisuele mediadiensten (richtlijn "audiovisuele mediadiensten") in het licht van een veranderende marktsituatie.

Zij voorziet in de gedeeltelijke omzetting van Richtlijn (EU) 2018/1972 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2018 tot vaststelling van het Europees wetboek voor elektronische communicatie.

HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van de wet van 5 mei 2017 betreffende de audiovisuele mediadiensten in het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad

Art. 2. In artikel 2 van de wet van 5 mei 2017 betreffende de audiovisuele mediadiensten in het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad, worden de volgende wijzigingen aangebracht :

  1. paragraaf 1 wordt aangevuld met de woorden ", gewijzigd door Richtlijn (EU) 2018/1808 van het Europees Parlement en de Raad van 14 november 2018 tot wijziging van Richtlijn 2010/13/EU betreffende de coördinatie van bepaalde wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in de lidstaten inzake het aanbieden van audiovisuele mediadiensten (richtlijn "audiovisuele mediadiensten") in het licht van een veranderende marktsituatie";

  2. paragraaf 2 wordt vervangen als volgt :

    " § 2. Deze wet voorziet in de gedeeltelijke omzetting van Richtlijn (EU) 2018/1972 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2018 tot vaststelling van het Europees wetboek voor elektronische communicatie.".

    Art. 3. In artikel 3 van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht :

  3. de bepaling onder 3° wordt vervangen als volgt :

    "3° "nationale regelgevende instantie": één of meer lichamen die door een lidstaat van de Europese Unie zijn belast met één van de regelgevende taken die in Richtlijn (EU) 2018/1972 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2018 tot vaststelling van het Europees wetboek voor elektronische communicatie worden toegewezen of met taken die in de richtlijn "audiovisuele mediadiensten" worden toegewezen;";

  4. de bepaling onder 4° /1 wordt ingevoegd, luidende :

    "4° /1 "contactcomité": het contactcomité ingesteld door artikel 29 van de richtlijn "audiovisuele mediadiensten";";

  5. de bepaling onder 5° wordt vervangen als volgt:

    "5° "audiovisuele mediadienst":

    a) een dienst waarvan het hoofddoel van de eigenlijke dienst of een losstaand gedeelte daarvan bestaat uit de levering van programma's voor het algemene publiek, onder de redactionele verantwoordelijkheid van een aanbieder van mediadiensten, ter informatie, vermaak of educatie door middel van elektronische-communicatienetwerken; een dergelijke audiovisuele mediadienst is hetzij een televisie-uitzending in de zin van de bepaling onder 10°, hetzij een audiovisuele mediadienst op aanvraag in de zin van de bepaling onder 6° ;

    b) audiovisuele commerciële communicatie;";

  6. in de bepaling onder 6°, worden tussen de woorden "een door een aanbieder van audiovisuele mediadiensten aangeboden" en de woorden "audiovisuele mediadienst" de woorden "niet-lineaire" ingevoegd;

  7. de bepaling onder 6° /1 wordt ingevoegd, luidende :

    "6° /1 "videoplatformdienst": een dienst waarvan het hoofddoel van de eigenlijke dienst of een daarvan losstaand gedeelte of een essentiële functie van de dienst bestaat in het aanbieden van programma's, door gebruikers gegenereerde video's, of beide, aan het algemene publiek, waarvoor de aanbieder van het videoplatform geen redactionele verantwoordelijkheid draagt, ter informatie, vermaak of educatie via elektronische-communicatienetwerken en waarvan de organisatie wordt bepaald door de aanbieder van het videoplatform, onder meer met automatische middelen of algoritmen, met name door weergeven, taggen en rangschikken;";

  8. de bepaling onder 7° /1 wordt ingevoegd, luidende :

    "7° /1 "redactionele beslissing": een beslissing die op regelmatige basis wordt genomen met het oog op de uitoefening van redactionele verantwoordelijkheid en verband houdt met het dagelijkse beheer van de audiovisuele mediadienst;";

  9. de bepaling onder 9° /1 wordt ingevoegd, luidende :

    "9° /1 "aanbieder van videoplatforms": de natuurlijke of rechtspersoon die een videoplatformdienst aanbiedt;";

  10. in de bepaling onder 10°, wordt tussen de woorden "een door een aanbieder van audiovisuele mediadiensten aangeboden" en de woorden "audiovisuele mediadienst" het woord "lineaire" ingevoegd;

  11. in de bepaling onder 11° worden de woorden "die een afzonderlijk element van een door een aanbieder van audiovisuele mediadiensten opgestelde schema of catalogus vormt en waarvan de vorm en de inhoud vergelijkbaar zijn met die van televisie-uitzendingen" vervangen door de woorden "die ongeacht de duur ervan een afzonderlijk element vormt van een door een aanbieder van mediadiensten opgesteld schema of een door een aanbieder van mediadiensten opgestelde catalogus, met inbegrip van bioscoopfilms, videoclips, sportevenementen, komische series, documentaires, kinderprogramma's en origineel drama";

  12. de bepaling onder 11° /1 wordt ingevoegd, luidende :

    "11° /1 "door gebruikers gegenereerde video": een reeks bewegende beelden, al dan niet met geluid, die ongeacht de duur ervan een afzonderlijk element vormt, die door een gebruiker is gecreëerd en door die gebruiker of een andere gebruiker naar een videoplatform is geüpload;";

  13. in de bepaling onder 12° worden de woorden "of een door een gebruiker gegenereerde video" ingevoegd tussen de woorden "vergezellen of maken deel uit een programma" en de woorden ", tegen betaling";

  14. in de bepaling onder 14° worden de woorden "of met de vervaardiging van audiovisuele producties, aan de financiering van audiovisuele mediadiensten" vervangen door de woorden ", of videoplatformdiensten, of met de vervaardiging van audiovisuele werken, aan de financiering van audiovisuele mediadiensten, videoplatformdiensten, door gebruikers gegenereerde video's";

  15. in de bepaling onder 15° worden de woorden "of in een door een gebruiker gegenereerde video" ingevoegd tussen de woorden "een programma" en de woorden ", tegen betaling";

  16. de bepaling onder 17° wordt vervangen als volgt :

    "17° "televisiereclame": de door een publieke of particuliere onderneming of natuurlijke persoon, tegen betaling of soortgelijke vergoeding dan wel ten behoeve van zelfpromotie uitgezonden boodschap - in welke vorm dan ook - in verband met de uitoefening van een commerciële, industriële, ambachtelijke activiteit of van een beroep, ter bevordering van de levering tegen betaling van goederen of diensten, met inbegrip van onroerende goederen, rechten en verplichtingen;";

  17. in de bepaling onder 20° worden de woorden "of van een aanbieder van videoplatforms" ingevoegd tussen de woorden "audiovisuele mediadiensten" en de woorden "en die tot doel heeft";

  18. de bepaling onder 22° wordt aangevuld met de woorden "of een videoplatformdienst of die video's creëert of uploadt naar een videoplatform";

  19. de bepaling onder 22° /1 wordt ingevoegd, luidende :

    "22° /1 "eindgebruiker": een gebruiker die geen openbaar elektronische-communicatienetwerk of voor het publiek beschikbare elektronische-communicatiediensten aanbiedt;";

  20. in de bepalingen onder 24° en 25° worden de volgende wijzigingen aangebracht :

    a) de bepaling onder 24° wordt vervangen als volgt :

    "24° "consument": een natuurlijke persoon die gebruik maakt van of verzoekt om een voor het publiek beschikbare elektronische-communicatiedienst, een audiovisuele mediadienst of een videoplatformdienst voor andere dan bedrijfs- of beroepsdoeleinden;";

    b) in de bepaling onder 25° worden de woorden "bijhorende faciliteit" vervangen door het woord "videoplatformdienst";

  21. de bepaling onder 27° wordt vervangen als volgt:

    "27° "elektronische-communicatiedienst": een gewoonlijk tegen vergoeding via elektronische-communicatienetwerken aangeboden dienst die geheel of hoofdzakelijk bestaat in het overbrengen van signalen gebruikt voor de verstrekking van audiovisuele mediadiensten of van videoplatformdiensten, met uitzondering van de diensten waarbij met behulp van elektronische-communicatienetwerken en -diensten overgebrachte inhoud wordt geleverd of inhoudelijk wordt gecontroleerd;";

  22. in de bepaling onder 31°, op het einde van de zin, worden de woorden "toegang tot virtuele netwerkdiensten" opgeheven;

  23. het artikel wordt aangevuld met een 44° luidende :

    "44° "gesloten distributieplatform": een distributieplatform voor audiovisuele mediadiensten waarvoor een aanbieder van audiovisuele mediadiensten een voorafgaand akkoord moet hebben van de voor het platform verantwoordelijke dienstenverdeler om er toegang toe te krijgen. Ingeval de aanbieder van audiovisuele mediadiensten zijn eigen dienstenverdeler is, worden de audiovisuele mediadiensten die hij verstrekt en verdeelt beschouwd als zijnde verstrekt via een gesloten distributieplatform indien de toegang tot het elektronische-communicatienetwerk een voorafgaand akkoord van de onderneming of het verkrijgen van een capaciteit op radionetwerken vergt;".

    Art. 4. In hoofdstuk 1 van dezelfde wet, wordt een artikel 3/1 ingevoegd, luidende :

    "Art. 3/1. Binnen hun bevoegdheden, bevorderen de federale autoriteiten de inachtneming van de gedragscodes van de Europese Unie die binnen het toepassingsgebied van deze wet vallen, en in het bijzonder de artikelen 14, 17/1, 29/1 tot 29/3, 29/5 en 29/6."

    Indien een federale overheid regels oplegt die uitvoeriger of strikter zijn dan die welke aanbevolen worden door de gedragscodes van de Europese Unie, stelt zij de Europese Commissie onverwijld daarvan op de hoogte.".

    Art. 5. In artikel 4, § 2, van dezelfde wet, worden de volgende wijzigingen aangebracht :

  24. in het tweede lid worden de volgende wijzigingen aangebracht :

    a) in de Franse tekst worden de...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT