Wet houdende fiscale, fraudebestrijdende, financiële alsook diverse bepalingen, de 22 mars 2019

TITEL I. - Inleidende bepaling

Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.

TITEL II. - Fiscale bepalingen

HOOFDSTUK 1. - Eenheidsstatuut

Art. 2. In artikel 67quater van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, ingevoegd bij de wet van 26 december 2013 en gewijzigd bij de wet van 18 december 2015, worden de volgende wijzigingen aangebracht :

  1. het tweede lid wordt vervangen als volgt :

    "Het voor het belastbaar tijdperk vrij te stellen bedrag van de winsten en baten per in het eerste lid bedoelde werknemer, bedraagt :

    - drie weken bezoldiging, van het zesde tot en met het twintigste door deze werknemer begonnen dienstjaar na 1 januari 2014;

    - een week bezoldiging, vanaf het eenentwintigste door deze werknemer begonnen dienstjaar na 1 januari 2014.";

  2. tussen het tweede en het derde lid wordt een lid ingevoegd, luidende :

    "Het in het tweede lid bedoelde vrij te stellen bedrag van de winsten en baten, dat in voorkomend geval wordt beperkt bij toepassing van het vierde lid, wordt gespreid over het belastbaar tijdperk en de vier volgende belastbare tijdperken ten belope van 20 pct. per belastbaar tijdperk.";

  3. in het vroegere derde lid, dat het vierde lid wordt, worden de volgende wijzigingen aangebracht :

    1. de woorden "een maximumbedrag" worden vervangen door de woorden "een maximumbedrag van bruto maandbezoldiging per werknemer";

    2. de tweede zin wordt opgeheven;

  4. tussen het vroegere derde lid, dat het vierde lid wordt, en het vroegere vierde lid, dat het achtste lid wordt, worden drie leden ingevoegd, luidende :

    "De Koning zal bij de Kamer van volksvertegenwoordigers, onmiddellijk indien ze in zitting is, zo niet bij de opening van de eerstvolgende zitting, een wetsontwerp indienen tot bekrachtiging van de in uitvoering van het vierde lid genomen besluiten. Deze besluiten worden geacht geen uitwerking te hebben gehad indien ze niet bij wet zijn bekrachtigd binnen de twaalf maanden na de datum van hun bekendmaking in het Belgisch Staatsblad.

    De in aanmerking te nemen bruto maandbezoldiging is de gemiddelde bruto maandelijkse bezoldiging, voor inhouding van de persoonlijke sociale zekerheidsbijdrage, berekend over het totaal aantal maanden van het belastbaar tijdperk waarvoor de vrijstelling wordt aangevraagd.

    Om de wekelijkse bezoldiging te bepalen wordt het maximumbedrag van de bruto maandbezoldiging vermenigvuldigd met drie en gedeeld door dertien.";

  5. in het vierde lid, dat het achtste wordt, worden de woorden "waarin de tewerkstelling een einde neemt." vervangen door de woorden "waarin de tewerkstelling een einde neemt en kan het ingevolge de in het derde lid bedoelde spreiding nog vrij te stellen bedrag voor die werknemer niet meer vrijgesteld worden.".

    Art. 3. Artikel 2 heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2019.

    HOOFDSTUK 2. - Atad - Interestaftrekbeperking

    Art. 4. Dit hoofdstuk heeft de gedeeltelijke omzetting tot doel van richtlijn (EU) 2016/1164 van de Raad van 12 juli 2016 tot vaststelling van regels ter bestrijding van belastingontwijkingspraktijken welke rechtstreeks van invloed zijn op de werking van de interne markt.

    Art. 5. Artikel 35 van de wet van 25 december 2017 tot hervorming van de vennootschapsbelasting, vervangen bij de wet van 30 juli 2018, wordt ingetrokken.

    Art. 6. In artikel 86 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 30 juli 2018, worden de volgende wijzigingen aangebracht :

  6. in de bepaling onder B1 worden de woorden "35, 39, 5° en 9° " vervangen door de woorden "34, 36, 39, 5° tot 15°, 40";

  7. in de bepaling onder B2 worden de woorden "34, 36, 39, 2°, 4°, 6° tot 8° en 10° tot 15°, 40" vervangen door de woorden "39, 2° en 4° ".

    Art. 7. Dit hoofdstuk treedt in werking de dag waarop deze wet in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

    HOOFDSTUK 3. - Bezoldigingen ontvangen van een buitenlandse vennootschap verbonden met de werkgever

    Afdeling 1. - Wijzigingen van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992

    Art. 8. In artikel 270 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, gewijzigd bij de wetten van 28 juli 1992, 28 december 1992 en 22 juli 1993, bij het koninklijk besluit van 12 december 1996 en door de wetten van 24 december 2002 en 13 december 2012, worden de volgende wijzigingen aangebracht :

  8. de bestaande tekst zal het eerste lid vormen;

  9. een tweede lid wordt ingevoegd, luidende :

    "Voor de toepassing van de bedrijfsvoorheffing worden :

    1. de in artikel 179 of 220 bedoelde belastingplichtige geacht de in artikel 30, 1° en 2°, bedoelde bezoldigingen toe te kennen die een begunstigde ontvangt van een buitenlandse vennootschap die met de belastingplichtige verbonden is in de zin van artikel 1:20 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen wegens of naar aanleiding van de beroepsactiviteit van de begunstigde ten behoeve van de belastingplichtige;

    2. de in artikel 227, 2° en 3°, bedoelde belastingplichtige geacht de in artikel 30, 1° en 2°, bedoelde bezoldigingen toe te kennen die een begunstigde ontvangt van een buitenlandse vennootschap die met de belastingplichtige verbonden is in de zin van artikel 1:20 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen wegens of naar aanleiding van de beroepsactiviteit van de begunstigde ten behoeve van de belastingplichtige waarvoor de belastingplichtige in België of in het buitenland in artikel 30, 1° en 2°, bedoelde bezoldigingen betaalt of toekent die beroepskosten zijn in de zin van artikel 237.".

    Art. 9. In artikel 272 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wetten van 28 december 1992, 22 juli 1993 en 13 december 2012, worden de volgende wijzigingen aangebracht :

  10. in het eerste lid, 1°, worden de woorden "in artikel 270, 1°, 3°, 6° en 7° " vervangen door de woorden "in artikel 270, eerste lid, 1°, 3°, 6° en 7° ";

  11. in het eerste lid, 2°, worden de woorden "in artikel 270, 2° " vervangen door de woorden "in artikel 270, eerste lid, 2° ";

  12. in het eerste lid wordt een bepaling onder 3° ingevoegd, luidende :

    "3° hebben de belastingschuldigen overeenkomstig artikel 270, tweede lid, het recht op het geheel van de belastbare inkomsten waarvan zij schuldenaar zijn de voorheffing in te houden.";

  13. in het tweede lid worden de woorden "in artikel 270, 5° " vervangen door de woorden "in artikel 270, eerste lid, 5° ".

    Art. 10. In artikel 2751, eerste lid, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 3 juli 2005 en gewijzigd bij de wet van 22 december 2008, worden de woorden "krachtens artikel 270, 1°, " vervangen door de woorden "krachtens artikel 270, eerste lid, 1°, ".

    Art. 11. In artikel 2752, § 1, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 20 juli 2005, worden de woorden "in toepassing van artikel 270, 1°, " vervangen door de woorden "in toepassing van artikel 270, eerste lid, 1°, ".

    Art. 12. In artikel 2753, § 1, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 23 december 2005 en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 25 december 2017, worden de woorden "krachtens artikel 270, 1°, " vervangen door de woorden "krachtens artikel 270, eerste lid, 1°, ".

    Art. 13. In artikel 2754, § 1, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd door bij de wet van 23 december 2005, worden de woorden "bij toepassing van artikel 270, 1°, " vervangen door de woorden "in toepassing van artikel 270, eerste lid, 1°, ".

    Art. 14. In artikel 2755, § 1, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 23 december 2005 en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 26 maart 2018, worden de woorden "krachtens artikel 270, 1°, " vervangen door de woorden "krachtens artikel 270, eerste lid, 1°, ".

    Art. 15. In artikel 2756 van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 4 mei 2007 en gewijzigd bij de wetten van 22 december 2008, 22 december 2009 en 28 april 2011, worden de woorden "bedoeld in artikel 270," telkens vervangen door de woorden "bedoeld in artikel 270, eerste lid,".

    Art. 16. In artikel 2757, eerste lid, van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 26 december 2015, worden de woorden "krachtens artikel 270, 1°, " vervangen door de woorden "krachtens artikel 270, eerste lid, 1°, ".

    Art. 17. In artikel 2758 , § 1, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 15 mei 2014 en gewijzigd bij de wetten van 24 maart 2015 en 18 december 2015, worden de woorden "krachtens artikel 270, 1°, " vervangen door de woorden "krachtens artikel 270, eerste lid, 1°, ".

    Art. 18. In artikel 2759, § 1, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 15 mei 2014 en gewijzigd bij de wetten van 24 maart 2015 en 18 december 2015, worden de woorden "krachtens artikel 270, 1°, " vervangen door de woorden "krachtens artikel 270, eerste lid, 1°, ".

    Art. 19. In artikel 27510, eerste lid, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 10 augustus 2015, worden de woorden "krachtens artikel 270, 1°, " vervangen door de woorden "krachtens artikel 270, eerste lid, 1°, ".

    Art. 20. In artikel 27511, eerste lid, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 26 maart 2018, worden de woorden "krachtens artikel 270, 1°, " vervangen door de woorden "krachtens artikel 270, eerste lid, 1°, ".

    Art. 21. In artikel 412bis, eerste lid, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 28 december 1992, worden de woorden "de in artikel 270, 5°, vermelde akten" vervangen door de woorden "de in artikel 270, eerste lid, 5°, vermelde akten".

    Afdeling 2. - Verplichting tijdens overgangsperiode voor de inkomsten verkregen in de periode van 1 januari 2019 tot en met 28 februari 2019

    Art. 22. § 1. De belastingplichtige bedoeld in artikel 179 of 220 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 maakt een fiche op die de bezoldigingen bedoeld in artikel 30, 1° en 2°, van hetzelfde Wetboek herneemt die in de periode van 1 januari 2019 tot en met 28 februari 2019 aan een begunstigde worden betaald of toegekend door een buitenlandse vennootschap die met de belastingplichtige verbonden is in de zin van artikel 1:20 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen wegens of naar aanleiding van de beroepsactiviteit van de begunstigde ten behoeve...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT