Wet houdende eindregeling van de begrotingen van de diensten van algemeen bestuur van de Staat van het jaar 2010 en van Staatsdiensten met afzonderlijk beheer van voorgaande jaren, de 25 novembre 2015
Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid bedoeld in artikel 74, 3° van de Grondwet.
TITEL I. - Uitvoering van de begroting van de diensten van algemeen bestuur van de Staat -Begrotingsjaar 2010
HOOFDSTUK I. - Vastleggingen gedaan in uitvoering van de begroting (Tabel A)
§ 1. Vaststelling van de vastleggingskredieten van de gesplitste (limitatieve) kredieten
Art. 2. De vastleggingskredieten beschikbaar ten behoeve van de ministeriële departementen voor de vastleggingen van het begrotingsjaar 2010 belopen in totaal 85 529 987 001,00 EUR.
Art. 3. De in totaal voor het begrotingsjaar 2010 verleende vastleggingskredieten worden verminderd met de beschikbaar gebleven vastleggingskredieten die definitief geannuleerd moeten worden: 3 625 060 090,70 EUR
Tot dekking van de uitgaven van het begrotingsjaar 2010 gedaan boven of buiten de vastleggingskredieten, worden aanvullende vastleggingskredieten toegekend voor een bedrag van 935 211,93 EUR
Art. 4. Ingevolge de bepalingen vervat in de bovengenoemde artikelen 2 en 3 worden de definitieve vastleggingskredieten van het begrotingsjaar 2010 vastgesteld op 81 905 862 122,23 EUR
Deze som is gelijk aan de ten laste van de limitatieve begrotingskredieten van het begrotingsjaar 2010 geboekte vastleggingen.
§ 2. Vaststelling van de vastleggingskredieten en vastleggingsmachtigingen op begrotingsfondsen
Art. 5. De vastleggingskredieten en -machtigingen beschikbaar op de begrotingsfondsen van de ministeriële departementen voor het begrotingsjaar 2010 belopen in totaal 1 947 949 715,23 EUR
Art. 6. De in totaal voor het begrotingsjaar 2010 verleende vastleggingskredieten en -machtigingen worden verminderd met de beschikbaar gebleven vastleggingskredieten en -machtigingen:
851 369 677,67 EUR
Art. 7. Ingevolge de bepalingen vervat in bovengenoemde artikelen 5 en 6 worden de definitieve vastleggingskredieten en -machtigingen op begrotingsfondsen van het begrotingsjaar 2010 vastgesteld op:
1 096 580 037,56 EUR
Deze som is gelijk aan de ten laste van de vastleggingskredieten en -machtigingen van het begrotingsjaar 2010 geboekte vastleggingen.
§ 3. Vaststelling van de vastleggingen
Art. 8. De vastleggingen van uitgaven worden vastgesteld als volgt:
-
uitgevoerd ten laste van de limitatieve vastleggingskredieten van het begrotingsjaar 2010: 81 905 862 122,23 EUR
-
uitgevoerd ten laste van de vastleggingskredieten en machtigingen op begrotingsfondsen van het begrotingsjaar 2010: 1 096 580 037,56 EUR
HOOFDSTUK II. - Ontvangsten en uitgaven gedaan in uitvoering van de begroting
§ 1. Vaststelling van de ontvangsten (Tabel B)
Art. 9. De raming van de vastgestelde rechten van het begrotingsjaar bedraagt:
Voor de niet-geaffecteerde ontvangsten:
76 744 713 000,00
Voor de geaffecteerde ontvangsten:
3 335 848 000,00
Totaal:
80 080 561 000,00
Dit bedrag is vastgesteld als volgt:
- lopende ontvangsten:
40 536 266 000,00 EUR
- kapitaalontvangsten:
221 795 000,00 EUR
- opbrengst der leningen:
39 322 500 000,00 EUR
De op het begrotingsjaar 2010 ten behoeve van de Staat vastgestelde rechten bedragen 89 742 676 716,90 EUR
Dit bedrag is vastgesteld als volgt:
- lopende ontvangsten:
41 030 014 853,74 EUR
- kapitaalontvangsten:
2 434 780 131,70 EUR
- opbrengst der leningen:
46 277 881 731,46 EUR
Art. 10. De op hetzelfde begrotingsjaar geïnde bedragen worden vastgesteld op 89 936 632 057,40 EUR
Dit bedrag is vastgesteld als volgt:
- lopende ontvangsten:
41 215 120 632,59 EUR
- kapitaalontvangsten:
2 443 629 693,35 EUR
- opbrengst der leningen:
46 277 881 731,46 EUR
Art. 11. Het verschil tussen de ramingen van de vastgestelde rechten en de vastgestelde rechten bedraagt 9 662 115 716,90 EUR
Deze som wordt onderverdeeld als volgt:
- lopende ontvangsten:
493 748 853,74 EUR
- kapitaalontvangsten:
2 212 985 131,70 EUR
- opbrengst van leningen:
6 955 381 731,46 EUR
Totaal:
9 662 115 716,90 EUR
§ 2. Vaststelling van de uitgaven (Tabel A)
Art. 12. De tijdens het begrotingsjaar 2010 aangerekende vereffeningen worden vastgesteld als volgt:
-
op limitatieve kredieten:
82 276 802 505,75 EUR
-
op variabele kredieten:
1 145 650 132,67 EUR
TOTAAL VAN DE UITGAVEN:
83 422 452 638,42 EUR
De ten laste van de begroting 2010 aangerekende betalingen waarvan bij toepassing van artikel 32 van de wet van 28 juni 1963, de verantwoording of de regularisatie naar een volgend jaar wordt verwezen, belopen 2 756 412 200,24 EUR
§ 3. Vaststelling van de vereffeningskredieten
Art. 13. De kredieten geopend ten behoeve van de ministeriële departementen voor het begrotingsjaar 2010 belopen in totaal 88 349 991 663,96 EUR
Dit bedrag omvat:
Limitatieve kredieten:
85 945 007 001,00 EUR
Variabele kredieten:
2 404 984 662,96 EUR
Art. 14. Het bedrag van de voor het begrotingsjaar 2010 verleende kredieten wordt verminderd met:
-
de aan het eind van het begrotingsjaar beschikbare limitatieve kredieten die te annuleren zijn:
3 668 101 495,25 EUR
-
naar het jaar 2011 over te dragen en te fusioneren variabele kredieten:
1 259 334 530,29 EUR
De annulaties en overdrachten van kredieten bedragen:
Limitatieve kredieten:
3 668 101 495,25 EUR
Variabele kredieten:
1 259 334 530,29 EUR
Totaal:
4 927 436 025,54 EUR
Art. 15. Tot dekking van de uitgaven van het begrotingsjaar 2010 gedaan boven of buiten de uitgetrokken kredieten, worden aanvullende limitatieve kredieten toegekend voor een bedrag van 2 261 192,67 EUR
Art. 16. Ten gevolge van de bepalingen vervat in de artikelen 14, 15 en 16 worden de definitieve kredieten van het begrotingsjaar 2010 vastgesteld als volgt:
Limitatieve kredieten:
82 276 802 505,75 EUR
Variabele kredieten:
1 145 650 132,67 EUR
Totaal:
83 422 452 638,42 EUR
§ 4. Vaststelling van het resultaat van de begroting van het begrotingsjaar 2010 (Tabel C)
Art. 17. Het resultaat van de begroting van het begrotingsjaar 2010 wordt definitief vastgesteld als volgt:
Totaal van de ontvangsten (volgens artikel 5 van de wet van 23 december 2009 houdende de middelenbegroting voor het begrotingsjaar 2010)
89 983 761 737,35 EUR
Totaal van de uitgaven:
83 422 452 638,42 EUR
Ontvangstenexcedent voor het jaar 2010
6 561 309 098,93 EUR
Dit bedrag komt in mindering van het gecumuleerd tekort dat bestond bij het afsluiten van het begrotingsjaar 2009:
54 682 837 136,57 EUR
48 121 528 037,64 EUR
Dit laatste bedrag zal naar de rekening van het begrotingsjaar 2011 worden overgedragen.
HOOFDSTUK III. - Ontvangsten en uitgaven gedaan in uitvoering van de begroting van de speciale fondsen (Tabel F)
§ 1. Terugbetalings- en toewijzingsfondsen
Art. 18. De eindregeling van de begroting van de terugbetalings- en toewijzingsfondsen wordt voor het jaar 2010 vastgesteld als volgt:
-
Ontvangsten:
68 689 425 613,16 EUR
-
Uitgaven:
68 883 808 293,52 EUR
-
Uitgavenexcedent:
194 382 680,36 EUR
Dit uitgavenexcedent komt in mindering van het overschot vastgesteld bij het afsluiten van het voorgaande begrotingsjaar, zijnde:
983 087 506,85 EUR
Het aldus bekomen eindresultaat, zijnde:
788 704 826,49 EUR
wordt overgedragen naar de rekening van het begrotingsjaar 2011.
§ 2. Staatsdiensten met afzonderlijk beheer (oud regime)
Art. 19. De eindregeling van de begrotingen van de staatsdiensten met afzonderlijk beheer wordt voor het jaar 2010 vastgesteld als volgt (oud regime):
-
Ontvangsten:
21 351 447,24 EUR
-
Uitgaven:
14 281 538,62 EUR
-
Ontvangstenexcedent:
7 069 908,62 EUR
Dit ontvangstenexcedent komt in meerdering van het overschot vastgesteld bij het afsluiten van het voorgaande begrotingsjaar, zijnde:
15 806 371,01 EUR
Het aldus bekomen eindresultaat, zijnde:
22 876 279,63 EUR
wordt overgedragen naar de rekening van het begrotingsjaar 2011.
TITEL II. - Jaarrekening van de diensten van algemeen bestuur van de Staat (Fedcomdepartementen)
HOOFDSTUK I. - Balans en resultatenrekening (Tabel D)
§ 1. Balans
Art. 20. Het algemeen totaal van het actief en het algemeen totaal van het passief voor het begrotingsjaar 2010 belopen in totaal 280 887 078,87 EUR
§ 2. Resultatenrekening
Art. 21. Het algemeen totaal van de kosten voor het begrotingsjaar 2010 beloopt in totaal 15 449 577 115,68 EUR
Dit bedrag omvat:
Courante kosten:
15 353 016 362,63 EUR
Kapitaalkosten:
64 631 273,53 EUR
Dotaties aan de voorzieningen voor risico's en toekomstige kosten:
31 929 479,52 EUR
Het algemeen totaal van de opbrengsten voor het begrotingsjaar 2010 beloopt in totaal 185 462 538,10 EUR
Dit bedrag omvat:
Courante opbrengsten:
185 462 538,10 EUR
Kapitaalopbrengsten:
0,00 EUR
HOOFDSTUK II. - Samenvattende rekening van de begrotingsverrichtingen (Tabel E)
Art. 22. De samenvattende rekening van de begrotingsverrichtingen overeenkomstig de economische classificatie geeft een totaal aan uitgaven (klasse 8) van 15 348 058 867,37 EUR en een totaal aan ontvangsten (klasse 9) van 128 019 021,04 EUR
TITEL III. - Verrichtingen gedaan ter uitvoering van de begrotingen van de staatsdiensten met afzonderlijk beheer (Tabel G)
Begrotingsjaar 2003
Art. 23. De eindregeling van de begroting van de Koninklijke musea voor kunst en geschiedenis is voor het begrotingsjaar 2003 vastgesteld als volgt:
-
-
-
de aangerekende ontvangsten:
8 890 676,44 EUR
-
de uitgaven:
De tijdens het begrotingsjaar 2003 aangerekende verrichtingen belopen in totaal:
8 887 027,13 EUR
-
De kredieten toegekend bij de begrotingswetten belopen in totaal 6 000 000,00 EUR
Tot dekking van de uitgaven van het begrotingsjaar 2003 gedaan boven of buiten de kredieten uitgetrokken voor de dienst van de begrotingen, worden aanvullende kredieten toegekend voor een bedrag van 2 887 027,13 EUR
Er zijn geen betalingskredieten die de uitgaven overtreffen.
-
Uitslag van de begroting:
De eindcijfers van de begroting voor het jaar 2003 worden vastgesteld als volgt:
- ontvangsten: 8 890 676,44 EUR
- uitgaven: 8 887 027,13 EUR
ontvangstenexcedent: 3 649,31 EUR
dat, gevoegd bij het excedent van de ontvangsten op de uitgaven, vastgesteld bij het afsluiten van het vorige beheersjaar, hetzij 6 506 022,79 EUR, het ontvangstenexcedent op 31 december 2003 brengt op 6 509...
Pour continuer la lecture
SOLLICITEZ VOTRE ESSAI