Wet houdende diverse wijzigingen van het Wetboek van strafvordering II, de 14 avril 2024

HOOFDSTUK 1. - Algemene bepaling

Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.

HOOFDSTUK 2. - Wijziging van het Wetboek van strafvordering

Art. 2. In artikel 47novies/1 van het Wetboek van straf- vordering, ingevoegd bij de wet van 22 juli 2018, wordt een paragraaf 3/1 ingevoegd, luidende:

" § 3/1. De Staat is aansprakelijk voor de schade veroorzaakt door de burgerinfiltrant bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, in de functies waarin hij hem heeft aangewend, net zoals de aanstellers aansprakelijk zijn voor de schade veroorzaakt door toedoen van hun aangestelden.

De in paragraaf 1, eerste lid, bedoelde burgerinfiltrant, die in zijn functies schade berokkent aan de Staat of aan derden, moet deze slechts vergoeden wanneer hij een opzettelijke fout, een zware fout, of een lichte fout die bij hem gewoonlijk voorkomt, begaat.

Een lasthebber, aangestelde of orgaan van de Staat dat het slachtoffer is van een ongeval veroorzaakt door een burgerinfiltrant bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, kan slechts een rechtsvordering inzake burgerlijke aansprakelijkheid tegen die burgerinfiltrant instellen voor zover die het ongeval opzettelijk heeft veroorzaakt.

Bovendien kan de Koning bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad de burgerinfiltrant bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, wat de aansprakelijkheid tegenover de Staat betreft, geheel of gedeeltelijk ontslaan van de verplichting de schade overeenkomstig het tweede lid te vergoeden."

Art. 3. Artikel 216 van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 5 februari 2016 en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 21 maart 2022, wordt vervangen als volgt:

"Art. 216 § 1. Voor feiten die niet van die aard schijnen te zijn dat ze gestraft moeten worden met een hoofdstraf van meer dan vijf jaar correctionele gevangenisstraf, kan de procureur des Konings, indien de verdachte, de inverdenkinggestelde of de beklaagde de schuld van de hem tenlastegelegde feiten erkent, hetzij ambtshalve, hetzij op verzoek van de verdachte, de inverdenkinggestelde of de beklaagde of zijn advocaat, de toepassing voorstellen van de in dit artikel omschreven procedure van voorafgaande erkenning van schuld.

In dat geval kan hij de toepassing voorstellen van alle hoofd- en bijkomende straffen en maatregelen, die de rechter wettelijk zou kunnen uitspreken, eventueel onder de door de wet bepaalde nadere regels, met inbegrip van de opschorting van de uitspraak van de veroordeling en de eenvoudige schuldigverklaring en met toepassing, in voorkomend geval, van artikel 65, tweede lid, van het Strafwetboek.

Deze procedure is niet toepasselijk voor de feiten:

  1. die strafbaar zouden zijn met een maximumstraf van meer dan twintig jaar opsluiting als ze niet in wanbedrijven werden omgezet;

  2. bedoeld in de artikelen 417/11 tot 417/22 van het Strafwetboek;

  3. bedoeld in de artikelen 417/25 tot 417/41, 417/44 tot 417/47, 417/52 en 417/54 van het Strafwetboek, indien deze zijn gepleegd op of met behulp van minderjarigen;

  4. bedoeld in de artikelen 393 tot 397 van het Strafwetboek.

    § 2. De procureur des Konings kan de toepassing van de in dit artikel omschreven procedure ook voorstellen tijdens het gerechtelijk onderzoek, na het verplicht en bindend advies van de onderzoeksrechter over de stand van het onderzoek, evenals na overzending van het dossier door de onderzoeksrechter overeenkomstig artikel 127, § 1. Hij kan dit ook voorstellen wanneer de zaak reeds bij de feitenrechter aanhangig is gemaakt.

    § 3. De procureur des Konings stelt, indien hij van oordeel is dat toepassing kan gemaakt worden van de in dit artikel omschreven procedure, de verdachte, de inverdenkinggestelde, of de beklaagde, het gekende slachtoffer en hun advocaten in kennis dat zij inzage in het strafdossier krijgen voor zover zij de mogelijkheid nog niet hadden. Ze kunnen zelf met hun eigen middelen kosteloos een kopie ervan nemen ter plaatse.

    § 4. De procureur des Konings bepaalt dag, uur en plaats van oproeping van de verdachte, de inverdenkinggestelde of de beklaagde en hun advocaat of kan hen een schriftelijk voorstel overzenden.

    De advocaat neemt kennis van het dossier, van het voorstel van de procureur des Konings en de aan de verdachte, de inverdenkinggestelde of de beklaagde tenlastegelegde feiten en licht hem in over zijn rechten, de gevolgen van het erkennen van de schuld in de voorliggende procedure en het verder verloop ervan.

    Indien de verdachte, de inverdenkinggestelde of de beklaagde over onvoldoende inkomsten beschikt, zijn de artikelen 508/13 tot 508/18 van het Gerechtelijk Wetboek betreffende de toekenning van de gedeeltelijke of volledige kosteloosheid van de juridische tweedelijnsbijstand geheel van toepassing.

    De verklaringen waarmee de verdachte, de inverdenkinggestelde of de beklaagde de schuld aan de hem tenlastegelegde feiten erkent, worden afgelegd met bijstand van een advocaat naar keuze of een hem toegewezen advocaat. De verdachte, de inverdenkinggestelde of de beklaagde kan de schuld aan de hem tenlastegelegde feiten erkennen in een door hem en zijn advocaat gedagtekende en ondertekende schriftelijke verklaring.

    Na het aanhoren van de door de procureur des Konings voorgestelde straffen, in voorkomend geval na ontvangst van het voorstel van de procureur des Konings, beschikt de verdachte, de inverdenkinggestelde of de beklaagde over de door de procureur des Konings bepaalde termijn van ten minste een maand binnen dewelke hij aan de procureur des Konings moet meedelen of hij al dan niet de schuld aan de tenlastegelegde feiten erkent en de weerhouden wettelijke kwalificaties en de voorgestelde straffen aanvaardt, en binnen dewelke hij met het slachtoffer tot een akkoord kan komen in verband met de omvang van de veroorzaakte schade en de regeling van de schadevergoeding. Deze termijn kan worden teruggebracht tot acht dagen indien de inverdenkinggestelde of de beklaagde zich in voorlopige hechtenis bevindt.

    De eventueel aan een ander veroorzaakte schade dient geheel vergoed te zijn. De overeenkomst kan evenwel ook worden voorgesteld op voorwaarde dat de verdachte, de inverdenkinggestelde of de beklaagde in een geschrift zijn burgerlijke aansprakelijkheid voor het schadeverwekkende feit heeft erkend en hij het bewijs heeft geleverd van de vergoeding van het niet-betwiste gedeelte van de schade en de regeling ervan of indien er met het slachtoffer een afbetalingsplan is overeengekomen met het oog op de gehele vergoeding van de schade. In ieder geval kan het slachtoffer zijn rechten doen gelden voor de bevoegde burgerlijke rechtbank.

    Indien de verdachte, de inverdenkinggestelde of de beklaagde zich akkoord verklaart, wordt zijn verklaring, waarmee hij de schuld aan de hem tenlastegelegde feiten erkent en de straffen aanvaardt die de procureur des Konings voorstelt, vastgelegd in een overeenkomst waarin de strafrechtelijke kwalificatie van de feiten precies wordt omschreven en het bedrag van de schadevergoeding aan het slachtoffer wordt vermeld en dat zowel door de verdachte, de inverdenkinggestelde of de beklaagde en zijn advocaat, als door de procureur des Konings wordt ondertekend.

    Voor de fiscale of sociale misdrijven waarmee belastingen of sociale bijdragen konden worden ontdoken, is de in dit artikel bedoelde procedure pas mogelijk nadat de dader van het misdrijf de door hem verschuldigde ontdoken belastingen of sociale bijdragen, inclusief de intresten, heeft betaald, en de fiscale of de sociale administratie daarmee heeft ingestemd. Het bedrag van de belastingen of sociale bijdragen wordt na de ondertekening van de overeenkomst geconsigneerd.

    De overeenkomst bedoeld in het zevende lid bepaalt ook de goederen of vermogensvoordelen die moeten worden verbeurdverklaard.

    § 5. Als de zaak nog niet is vastgesteld voor een rechter ten gronde, bepaalt de overeenkomst de plaats, dag en uur van de zitting van de rechtbank of het hof waarop de verdachte, de inverdenkinggestelde of de beklaagde en het gekende slachtoffer of hun advocaat dienen te verschijnen, binnen een termijn die niet korter mag zijn dan tien dagen en niet langer dan twee maanden. Aan de verdachte, de inverdenkinggestelde of de beklaagde en het gekende slachtoffer wordt onmiddellijk een afschrift van de overeenkomst overhandigd of in voorkomend geval betekend. De kennisgeving geldt ten aanzien van alle partijen als dagvaarding. Wanneer de zaak evenwel al is vastgesteld voor...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT