27 DECEMBER 2012. - Wet houdende diverse bepalingen betreffende justitie (1)

ALBERT II, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt :

TITEL I. - Algemene bepaling

Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.

TITEL II. - Hechtenis onder elektronisch toezicht

Hoofdstuk 1. - Wijzigingen van de wet van 20 juli 1990

betreffende de voorlopige hechtenis

Art. 2. In artikel 16 van de wet van 20 juli 1990 betreffende de voorlopige hechtenis, gewijzigd bij de wetten van 23 januari en 10 april 2003, 31 mei 2005, 20 juli 2006 en 13 augustus 2011, worden de volgende wijzigingen aangebracht :

  1. in § 1 wordt tussen het eerste en het tweede lid een lid ingevoegd, luidende :

    De onderzoeksrechter beslist eveneens of dit bevel tot aanhouding moet worden uitgevoerd ofwel in een gevangenis, ofwel door een hechtenis onder elektronisch toezicht. De uitvoering van de hechtenis onder elektronisch toezicht, die inhoudt dat de betrokkene, met uitzondering van toegestane verplaatsingen, voortdurend op een bepaald adres moet verblijven, vindt plaats overeenkomstig de door de Koning bepaalde nadere regels.

    ;

  2. in § 5, wordt tussen het tweede en het derde lid een lid ingevoegd, luidende :

    Indien de onderzoeksrechter beslist dat het bevel tot aanhouding moet worden uitgevoerd door een hechtenis onder elektronisch toezicht, vermeldt hij eveneens het adres van uitvoering van de hechtenis onder elektronisch toezicht.

    .

    Art. 3. In artikel 20, van dezelfde wet, gewijzigd bij de wetten van 12 januari 2005 en 13 augustus 2011, worden de volgende wijzigingen aangebracht :

    1. er wordt een § 3bis ingevoegd, luidende :

      § 3bis. Indien het bevel tot aanhouding wordt uitgevoerd door een hechtenis onder elektronisch toezicht, kan de onderzoeksrechter :

      1° verbieden dat de verdachte bezoek ontvangt van de individueel in het bevel tot aanhouding vermelde personen;

      2° elke briefwisseling verbieden met de individueel in het bevel tot aanhouding vermelde personen of instellingen;

      3° elke telefonische of elektronische communicatie verbieden met de individueel in het bevel tot aanhouding vermelde personen of instellingen.

      ;

    2. in § 6, eerste lid, worden de woorden « van § 3 » vervangen door de woorden « § 3 en § 3bis »;

    3. het artikel wordt aangevuld met een § 7, luidende :

      § 7. De §§ 2 en 3 zijn niet van toepassing op het bevel tot aanhouding dat wordt uitgevoerd door een hechtenis onder elektronisch toezicht.

      .

      Art. 4. In artikel 21 van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht :

  3. paragraaf 1, tweede lid, wordt aangevuld met de woorden « en over de modaliteit van uitvoering ervan. »;

  4. in § 4 worden de woorden « en over de modaliteit van uitvoering ervan » ingevoegd tussen de woorden « van de hechtenis » en de woorden « , volgens de ».

    Art. 5. In artikel 22, van dezelfde wet, gewijzigd bij de wetten van 31 mei 2005 en 11 februari 2010, worden de volgende wijzigingen aangebracht :

  5. het eerste lid wordt aangevuld met de woorden « en over de modaliteit van uitvoering ervan. »;

  6. in het tweede lid wordt de eerste zin aangevuld met de woorden « en over de modaliteit van uitvoering ervan. »;

  7. in het tweede lid wordt de tweede zin vervangen door wat volgt : « In dit geval is de beschikking tot handhaving van de voorlopige hechtenis en de modaliteit van uitvoering hiervan geldig voor drie maanden vanaf de dag waarop de beschikking wordt gegeven. »;

  8. het zesde lid, wordt aangevuld met de woorden « of de modaliteit van uitvoering ervan te wijzigen. »;

  9. in het zevende lid, worden de woorden « of dat de modaliteit van uitvoering ervan moet worden gewijzigd » ingevoegd tussen de woorden « worden gehandhaafd » en de woorden « , dan moet ».

    Art. 6. In artikel 22bis, van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 31 mei 2005 en gewijzigd bij de wet van 30 december 2009, worden de volgende wijzigingen aangebracht :

  10. in het eerste lid worden de woorden « of de wijziging van de modaliteit van uitvoering » ingevoegd tussen de woorden « invrijheidstelling » en de woorden « worden verleend »;

  11. in het zevende lid worden de woorden « of de modaliteit van uitvoering te wijzigen » ingevoegd tussen de woorden « handhaven » en de woorden « , omkleedt ze »;

  12. in het achtste lid worden de woorden « of tot wijziging van de modaliteit van uitvoering » ingevoegd tussen de woorden « voorlopige hechtenis » en de woorden « is geldig ».

    Art. 7. In titel I, hoofdstuk IV, van dezelfde wet wordt een artikel 24bis ingevoegd, luidende :

    Artikel 24bis. De onderzoeksrechter kan in elke stand van het geding, ambtshalve of op vordering van de procureur des Konings, bij een met redenen omklede beschikking beslissen dat het bevel tot aanhouding of de beschikking of het arrest tot handhaving van de voorlopige hechtenis uitgevoerd door een hechtenis onder elektronisch toezicht, vanaf dat moment ten uitvoer zal worden gelegd in de gevangenis, indien :

    1° de verdachte verzuimt bij enige proceshandeling te verschijnen;

    2° de verdachte de standaardinstructies en de overeenkomstig artikel 16, § 1, tweede lid, bepaalde regels van de hechtenis onder elektronisch toezicht niet naleeft;

    3° de verdachte de bij artikel 20, § 3bis, bepaalde verboden overtreedt;

    4° nieuwe en ernstige omstandigheden dit noodzakelijk maken.

    De beschikking wordt onmiddellijk aan de verdachte betekend en onmiddellijk aan de procureur des Konings meegedeeld.

    Tegen deze beschikking staat geen rechtsmiddel open.

    De procedure verloopt overeenkomstig de bepalingen van de hoofdstukken III, IV en V.

    .

    Art. 8. Artikel 25, § 2, derde lid, van dezelfde wet, vervangen bij de wet van 31 mei 2005, wordt aangevuld met de woorden « of de modaliteit van uitvoering ervan te wijzigen. ».

    Art. 9. In artikel 35, § 3, van dezelfde wet worden de woorden « een van de redenen genoemd in artikel 16, § 1, derde lid, » vervangen door de woorden « een van de redenen genoemd in artikel 16, § 1, vierde lid, ».

    Hoofdstuk II. - Evaluatie

    ...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT