Wet houdende diverse bepalingen inzake modernisering van de burgerlijke stand, de 13 septembre 2023

HOOFDSTUK 1. - Algemene bepaling

Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.

HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van het oud Burgerlijk Wetboek

Art. 2. Artikel 9, eerste lid, van het oud Burgerlijk Wetboek, vervangen bij de wet van 18 juni 2018 en gewijzigd bij de wet van 31 juli 2020, wordt aangevuld met de volgende zin:

"Deze machtiging wordt gemeld voor de handtekening van de beambten van het gemeentebestuur, aan wie de machtiging is verleend."

Art. 3. In artikel 11 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 18 juni 2018, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  1. de woorden "De officieren aangeduid door de minister van Defensie of door de hiertoe gedelegeerde autoriteit maken de akten van overlijden op" worden vervangen door de woorden "De officier aangeduid door de minister van Defensie of de hiertoe gedelegeerde autoriteit maakt, van zodra mogelijk, een proces-verbaal van overlijden op";

  2. het artikel wordt aangevuld met een lid, luidende:

    "Het proces-verbaal van overlijden bevat de gegevens bedoeld in artikel 56 en wordt zo spoedig mogelijk bezorgd aan de bevoegde ambtenaar van de burgerlijke stand, die onmiddellijk een akte van overlijden opmaakt op basis van het proces-verbaal. Het proces-verbaal wordt als bijlage in de DABS opgenomen. Het op papier opgemaakte proces-verbaal wordt bewaard door de ambtenaar van de burgerlijke stand die de akte heeft opgemaakt tot op het ogenblik van de overdracht van het proces-verbaal aan het Algemeen Rijksarchief en Rijksarchief in de Provinciën.".

    Art. 4. In artikel 13 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 18 juni 2018, worden de woorden "- de laatste plaats van inschrijving in het bevolkings-, vreemdelingen- of wachtregister van de betrokkene, de betrokkenen of één van hen; of bij gebrek hieraan," ingevoegd tussen de woorden "- de plaats van inschrijving in het bevolkings-, vreemdelingen- of wachtregister van de betrokkene, de betrokkenen of één van hen; of bij gebrek hieraan," en de woorden "- de actuele verblijfplaats van de betrokkene, de betrokkenen of één van hen; of bij gebrek hieraan,".

    Art. 5. In artikel 18 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 18 juni 2018, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  3. in paragraaf 1 worden de woorden "en processen-verbaal" ingevoegd tussen de woorden "gewijzigde akten" en het woord ", tenzij";

  4. paragraaf 2 wordt vervangen als volgt:

    " § 2. Onverminderd artikel 8.15, derde lid, van het Burgerlijk Wetboek, kan de handtekening uit een handgeschreven handtekening bestaan in geval van toepassing van artikel 14, vierde lid.".

    Art. 6. In artikel 21 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 18 juni 2018, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  5. in het eerste lid worden de woorden "en aangiften" ingevoegd tussen de woorden "alle akten" en de woorden ", met uitzondering van";

  6. in het tweede lid worden de woorden "bij de akte" ingevoegd tussen de woorden "als bijlage" en de woorden "in de DABS".

    Art. 7. In artikel 28 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 18 juni 2018 en gewijzigd bij de wet van 21 december 2018, wordt paragraaf 3 vervangen als volgt:

    " § 3. Een afgedrukte versie van de buitenlandse akte of de buitenlandse gerechtelijke of administratieve beslissing, en, in voorkomend geval, de beëdigde vertaling ervan, zoals als bijlage opgenomen in de DABS, worden, op verzoek, gehecht aan het afschrift van een akte van de burgerlijke stand opgemaakt op basis van een buitenlandse akte of op basis van een buitenlandse gerechtelijke of administratieve beslissing.".

    Art. 8. In artikel 29 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 18 juni 2018 en gewijzigd bij de wet van 21 december 2018, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  7. paragraaf 1 wordt vervangen als volgt:

    " § 1. Eenieder heeft recht op een uittreksel van:

  8. akten van overlijden;

  9. akten van huwelijk van meer dan vijfenzeventig jaar oud;

  10. anderen akten van meer dan honderd jaar oud.";

  11. een paragraaf 1/1 wordt ingevoegd, luidende:

    " § 1/1. Eenieder heeft recht op een afschrift van:

  12. akten van overlijden opgemaakt na 31 maart 2019;

  13. akten van overlijden opgemaakt voor 31 maart 2019 van meer dan vijfenzeventig jaar oud;

  14. akten van huwelijk van meer dan vijfenzeventig jaar oud;

  15. anderen akten van meer dan honderd jaar oud.";

  16. een paragraaf 1/2 wordt ingevoegd, luidende:

    " § 1/2. Enkel de volgende personen hebben recht op een uittreksel of afschrift van andere akten dan deze bedoeld in de paragrafen 1 en 1/1:

  17. elke persoon van wie de akte de staat van de persoon vaststelt of wijzigt;

  18. de wettelijke vertegenwoordiger van de persoon bedoeld in de bepaling onder 1° ;

  19. de echtgenoot of echtgenote, de wettelijk samenwonende, de bloedverwanten in de opgaande of nederdalende lijn in de eerste graad en de erfgenamen van de persoon bedoeld in de bepaling onder 1°, mits bewijs van een gerechtvaardigd belang;

  20. de erfgenamen van de persoon bedoeld in de bepaling onder 1° voor akten die gewijzigd werden met toepassing van titel IV/1 of met toepassing van artikel 1385quaterdecies, § 3, van het Gerechtelijk Wetboek, mits bewijs van een gerechtvaardigd belang.

    De Koning bepaalt, na advies van de Gegevensbeschermingsautoriteit, een limitatieve lijst van gerechtvaardigde belangen alsook de wijze waarop deze gerechtvaardigde belangen kunnen worden bewezen voor de toepassing van het eerste lid.".

    Art. 9. In artikel 31 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 18 juni 2018 en gewijzigd bij de wet van 31 juli 2020, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  21. in paragraaf 1, derde lid, 2°, wordt de bepaling onder c) opgeheven;

  22. in paragraaf 2 wordt het derde lid vervangen als volgt:

    "Elke verbetering of wijziging van een akte bedoeld in het eerste lid wordt via de DABS genotificeerd aan de bevoegde procureur des Konings.".

    Art. 10. In artikel 32 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 18 juni 2018 en gewijzigd bij de wetten van 21 december 2018 en 31 juli 2020, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  23. paragraaf 1, eerste lid, wordt vervangen als volgt:

    "De volgende rechterlijke beslissingen of administratieve beslissingen geven aanleiding tot een melding:

  24. een nietigverklaring van een akte, als bedoeld in de artikelen 122, vierde lid, 134, vierde lid, 193ter, derde lid, in artikel 391octies, § 4, tweede lid, van het Strafwetboek, en in artikel 79quater, § 4, tweede lid, van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen;

  25. een vergunning tot naamsverandering, als bedoeld in artikel 370/7, tweede lid, en de intrekking of de vernietiging van een vergunning tot naamsverandering als bedoeld in artikel 370/8, tweede lid;

  26. een echtscheiding, als bedoeld in de artikelen 1275, § 2, tweede lid, en 1303, tweede lid, van het Gerechtelijk Wetboek;

  27. een scheiding van tafel en bed of een verzoening na een scheiding van tafel en bed, als bedoeld in de artikelen 1306, tweede lid, en 1307, tweede lid, van het Gerechtelijk Wetboek.";

  28. in paragraaf 2 wordt de bepaling onder 3° vervangen als volgt:

    "3° in het geval van een vergunning tot naamsverandering: de vergunning, bedoeld in artikel 370/7, eerste lid, alsook de datum ervan, en in voorkomend geval, de datum van bekendmaking in het Belgisch Staatsblad en de nieuwe naam van de betrokkene;"

  29. in paragraaf 2 wordt de bepaling onder 3° /1 ingevoegd, luidende:

    "3° /1 in het geval van de intrekking of de vernietiging van een vergunning tot naamsverandering: de beslissing tot intrekking of het arrest van de Raad van State, bedoeld in artikel 370/8, alsook de datum ervan en de naam die de betrokkene droeg voorafgaand aan de ingetrokken of vernietigde vergunning tot naamsverandering;";

  30. paragraaf 2 wordt aangevuld met de bepaling onder 6°, luidende:

    "6° in geval van een scheiding van tafel en bed of een verzoening na een scheiding van tafel en bed: het aktenummer van de huwelijksakte en de namen en voornamen van de partijen.";

  31. het artikel wordt aangevuld met een paragraaf 3, luidende:

    " § 3. In geval van een fout in de verzending van de gegevens met het oog op de meldingen bedoeld in paragraaf 1, worden de meldingen vervangen door de griffier of door de ambtenaar bedoeld in artikel 370/3, § 2/1, in geval van een naamsverandering.".

    Art. 11. In artikel 34, § 1, van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 31 juli 2020, wordt het derde lid vervangen als volgt:

    "Elke verbetering van een akte overeenkomstig artikel 33 wordt via de DABS genotificeerd aan de bevoegde procureur des Konings.".

    Art. 12. In artikel 34/1 van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 31 juli 2020, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  32. in het tweede lid worden de woorden "derde lid" vervangen door de woorden "vierde lid";

  33. het vijfde lid wordt vervangen als volgt:

    "Elke ambtshalve nietigverklaring van een akte wordt via de DABS genotificeerd aan de bevoegde procureur des Konings.".

    Art. 13. In artikel 35 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 18 juni 2018 en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 31 juli 2020, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  34. in paragraaf 1, tweede lid, worden de woorden "of laten nietig verklaren" ingevoegd tussen de woorden "laten verbeteren" en de woorden ", kan hiertoe";

  35. paragraaf 1, derde lid, wordt vervangen als volgt:

    "De procureur des Konings kan bij de familierechtbank de verbetering of de nietigverklaring van een akte vorderen of een ontbrekende akte laten vervangen bedoeld in artikel 26, indien hij een fout in of het ontbreken van de akte vaststelt.";

  36. paragraaf 2 wordt opgeheven.

    Art. 14. In artikel 38 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 18 juni 2018, worden de woorden "Onder voorbehoud van de aan-sprakelijkheid van de operationele beheerder als bepaald in artikel 73, § 1, en de verantwoordelijke voor de verwerking van de per-soonsgegevens bedoeld in artikel 73, § 2, is de ambtenaar van de...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT