Wet houdende diverse bepalingen inzake aanvullende pensioenen en tot instelling van een aanvullend pensioen voor de zelfstandigen actief als natuurlijk persoon, voor de meewerkende echtgenoten en voor de zelfstandige helpers, de 30 mars 2018

TITEL I. - Algemene bepaling

Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.

TITEL II. - Aanvullend pensioen voor de zelfstandigen actief als natuurlijke persoon, voor de meewerkende echtgenoten en voor de zelfstandige helpers

HOOFDSTUK 1. - Definities

Art. 2. Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder :

1° aanvullend pensioen : het rust- en/of overlevingspensioen bij overlijden van de aangeslotene vóór of na de pensioenleeftijd, of de ermee overeenstemmende kapitaalswaarde, die op basis van de overeenkomstig een pensioenovereenkomst bepaalde gedane stortingen worden opgebouwd ter aanvulling van een krachtens een wettelijke socialezekerheidsregeling vastgesteld pensioen;

2° zelfstandige :

- de verzekeringsplichtige zelfstandige bedoeld in artikel 12, § 1 of § 1bis, van het koninklijk besluit nr. 38 van 27 juli 1967 houdende inrichting van het sociaal statuut der zelfstandigen;

- de verzekeringsplichtige zelfstandige bedoeld in artikel 12, § 2, van hetzelfde besluit, die sociale bijdragen verschuldigd is, die minstens gelijk zijn aan de bijdragen, bedoeld in artikel 12, § 1, van hetzelfde besluit;

- de verzekeringsplichtige zelfstandige bedoeld in artikel 13bis, § 2, 1° of 1° bis, van hetzelfde besluit;

- de verzekeringsplichtige zelfstandige bedoeld in artikel 13, § 1, van hetzelfde besluit die geen effectieve uitkering van een rust- of overlevingspensioen geniet, vervroegd of niet, krachtens de pensioenregeling voor zelfstandigen of een andere pensioenregeling en die sociale bijdragen verschuldigd is, die minstens gelijk zijn aan de bijdragen bedoeld in artikel 12, § 1, van hetzelfde besluit;

3° meewerkende echtgenoot : de persoon bedoeld in artikel 7bis, § 1, van het koninklijk besluit nr. 38 van 27 juli 1967 houdende inrichting van het sociaal statuut der zelfstandigen die de in de artikelen 12, § 1, en 13bis, § 2, 2°, bedoelde bijdragen of de overeenkomstig artikel 12, § 1ter, berekende bijdragen van voormeld koninklijk besluit nr. 38 verschuldigd is;

4° helper : de verzekeringsplichtige helper die de voor een hoofdberoep voorziene bijdragen verschuldigd is overeenkomstig de artikelen 12, § 1, of 1° bis en 13bis, § 2, 1°, of 1° bis, van het koninklijk besluit nr. 38 van 27 juli 1967 houdende inrichting van het sociaal statuut der zelfstandigen;

5° zelfstandige actief als natuurlijke persoon : de zelfstandige uit wiens beroepsactiviteit winsten of baten kunnen voortkomen zoals bedoeld in artikel 23, § 1, 1° of 2°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992;

6° aangeslotene : de zelfstandige actief als natuurlijke persoon, de meewerkende echtgenoot en de helper die een pensioenovereenkomst hebben aangegaan en de voormalige zelfstandige actief als natuurlijke persoon, meewerkende echtgenoot en helper die nog steeds actuele of uitgestelde rechten geniet overeenkomstig de pensioenovereenkomst;

7° pensioenovereenkomst : de overeenkomst inzake aanvullend pensioen waarin de rechten en de verplichtingen van de aangeslotene, van zijn rechthebbenden en van de pensioeninstelling, en de regels inzake de opbouw van het aanvullend pensioen en de uitkering van de prestaties worden bepaald;

8° verworven reserves : de reserves waarop de aangeslotene op een bepaald ogenblik recht heeft overeenkomstig de pensioenovereenkomst;

9° verworven prestaties : de prestaties waarop de aangeslotene op de pensioenleeftijd aanspraak kan maken overeenkomstig de pensioenovereenkomst, indien hij zijn verworven reserves bij de pensioeninstelling laat zonder verdere bijdragebetaling;

10° pensioeninstelling : een onderneming of instelling bedoeld in de Boeken II en III van de wet van 13 maart 2016 op het statuut van en het toezicht op de verzekerings- of herverzekeringsondernemingen, of in artikel 2, 1°, van de wet van 27 oktober 2006 betreffende het toezicht op de instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening, die wordt belast met de opbouw van het aanvullend pensioen en/of de uitkering van de prestaties;

11° pensioenleeftijd : de pensioenleeftijd die wordt vermeld in de pensioenovereenkomst;

12° wettelijke pensioenleeftijd : de pensioenleeftijd volgens artikel 3 van het koninklijk besluit van 30 januari 1997 betreffende het pensioenstelsel der zelfstandigen met toepassing van de artikelen 15 en 27 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels en van artikel 3, § 1, 4°, van de wet van 26 juli 1996 strekkende tot realisatie van de budgettaire voorwaarden tot deelname van België aan de Europese Economische en Monetaire Unie;

13° pensionering : de effectieve ingang van het rustpensioen met betrekking tot de beroepsactiviteit die aanleiding gaf tot de opbouw van de prestaties;

14° de wet van 27 oktober 2006 : de wet van 27 oktober 2006 betreffende het toezicht op de instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening;

15° de wetgeving inzake prudentieel toezicht : de wet van 13 maart 2016 betreffende het statuut van en het toezicht op de verzekerings- of herverzekeringsondernemingen en de wet van 27 oktober 2006, en hun uitvoeringsbesluiten;

16° de FSMA : de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten, ingesteld door artikel 44 van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten.

HOOFDSTUK 2. - Algemene bepalingen met betrekking tot de pensioenovereenkomst

Art. 3. § 1. Met het oog op de opbouw van een aanvullend pensioen kan een zelfstandige actief als natuurlijke persoon, een meewerkende echtgenoot of een helper een pensioenovereenkomst afsluiten bij een pensioeninstelling.

§ 2. Onverminderd de vermeldingen die er krachtens andere wettelijke of regelgevende bepalingen in moeten opgenomen worden, moet de pensioenovereenkomst de pensioenleeftijd vastleggen.

De door de pensioenovereenkomst voorziene pensioenleeftijd kan niet lager zijn dan de op het ogenblik van de afsluiting in voege zijnde wettelijke pensioenleeftijd.

§ 3. De tekst van de pensioenovereenkomst wordt aan de aangeslotene verstrekt.

Art. 4. De Koning bepaalt, bij in Ministerraad overlegd besluit op gezamenlijk voorstel van de minister van Pensioenen, de minister van Zelfstandigen en de minister van Economie, alsook op advies van de FSMA, de regels en hun modaliteiten die het mogelijk maken om de aangeslotenen en hun begunstigden een gepaste bescherming te verzekeren wat betreft de producten waarmee de pensioenovereenkomst rechtstreeks of onrechtstreeks verbonden kan zijn, met name door de toegelaten onderliggende activa te bepalen en/of bepaalde van deze activa te verbieden.

De Koning bepaalt in dit besluit eveneens de specifieke regels inzake informatieverstrekking en hun modaliteiten die nageleefd moeten worden bij het aanbieden of het afsluiten van een pensioenovereenkomst. In dit opzicht kan de Koning ook begeleidingsmaatregelen nemen om een waarschuwing te voorzien van de aangeslotenen in het kader van de precontractuele informatie.

HOOFDSTUK 3. - Verworven reserves, verworven prestaties, informatie aan de aangeslotene en uitbetaling van de prestaties

Art. 5. De aangeslotene heeft recht op de verworven reserves en prestaties overeenkomstig de pensioenovereenkomst.

Art. 6. § 1. De pensioeninstelling deelt ieder jaar aan de aangeslotenen die het voorgaande jaar een bijdrage hebben betaald, een pensioenfiche mee waarop wordt vermeld :

1° in een eerste deel uitsluitend :

  1. Het bedrag van de verworven reserves op 1 januari van het betrokken jaar, berekend op basis van de persoonlijke gegevens en de parameters van het aanvullend pensioen die in aanmerking werden genomen bij de laatste herberekeningsdatum bepaald in de pensioenovereenkomst. De herberekeningsdatum wordt eveneens vermeld.

  2. Als de verworven prestaties berekenbaar zijn, het bedrag ervan op 1 januari van het betrokken jaar, berekend op basis van de persoonlijke gegevens en de parameters van het aanvullend pensioen die in aanmerking werden genomen bij de laatste herberekeningsdatum bepaald in de pensioenovereenkomst. De herberekeningsdatum wordt eveneens vermeld, alsook de datum waarop de verworven prestaties opeisbaar zijn.

  3. Het bedrag van de prestatie op de pensioenleeftijd op 1 januari van het betrokken jaar, berekend op basis van de volgende veronderstellingen :

    1. dat de aangeslotene bijdragen betaalt tot aan de pensioenleeftijd en deze bijdragen gelijk zijn aan die betaald in het vorige jaar;

    2. de persoonlijke gegevens en de parameters van het aanvullend pensioen die beschikbaar zijn op de laatste herberekeningsdatum bepaald in de pensioenovereenkomst. De herberekeningsdatum wordt vermeld, alsook in voorkomend geval het rendement.

    Er wordt bepaald dat het gaat om een raming die geen kennisgeving van een recht op een aanvullend pensioen inhoudt.

  4. Het bedrag van de prestatie bij overlijden vóór de pensioenleeftijd op 1 januari van het betrokken jaar, berekend op basis van de persoonlijke gegevens en parameters van het aanvullend pensioen die in aanmerking werden genomen bij de laatste herberekeningsdatum bepaald in de pensioenovereenkomst. De herberekeningsdatum wordt vermeld.

    Er wordt eveneens vermeld of er een wezenrente bestaat en of er een bijkomende prestatie wordt toegekend in geval van overlijden door een ongeval.

    2° in een tweede deel, minstens de volgende gegevens :

  5. het actuele financieringsniveau van de verworven reserves op 1 januari van het betrokken jaar;

  6. de in 1°, eerste punt, bedoelde bedragen die betrekking hebben op het voorgaande jaar;

  7. de variabele elementen waarmee bij de berekening van de bedragen onder 1°, punten 1 en 2, rekening wordt gehouden;

  8. het bedrag van de bijdragen die in de loop van het voorgaande jaar gestort zijn.

    Ter gelegenheid van de in deze paragraaf bedoelde informatieverstrekking brengt de pensioeninstelling de aangeslotene ervan op de hoogte dat hij de gegevens betreffende zijn aanvullend(e) pensioen(en) kan raadplegen in de gegevensbank betreffende de...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT