Wet houdende diverse arbeidsbepalingen, de 5 novembre 2023

HOOFDSTUK 1. - Inleidende bepaling

Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.

HOOFDSTUK 2. - Inzetbaarheid van de werknemer op de arbeidsmarkt

Afdeling 1. - Wijzigingen van de wet van 7 april 2019 betreffende de sociale bepalingen van de jobsdeal

Art. 2. Artikel 20 van de wet van 7 april 2019 betreffende de sociale bepalingen van de jobsdeal wordt opgeheven.

Art. 3. Artikel 34 van dezelfde wet wordt opgeheven.

Afdeling 2. - Wijziging van de wet van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers

Art. 4. In artikel 38 van de wet van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers wordt paragraaf 3vicies, ingevoegd bij de wet van 7 april 2019, opgeheven.

HOOFDSTUK 3. - Werkgeversgroeperingen

Art. 5. In artikel 186, derde lid, van de wet van 12 augustus 2000 houdende sociale, budgettaire en andere bepalingen, vervangen bij de wet van 5 maart 2017, worden de woorden "artikel 187, zesde lid" vervangen door de woorden "artikel 187, § 2, derde lid".

Art. 6. Artikel 187 van dezelfde wet, vervangen bij de wet van 5 maart 2017, wordt vervangen als volgt:

"Art. 187. § 1. Om te kunnen genieten van een toelating als bedoeld in artikel 186, moet de werkgeversgroepering de rechtsvorm hebben van:

- hetzij een vzw zoals bedoeld in Deel 3, Boek 9, van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen van 23 maart 2019;

- hetzij een vennootschap onder firma zoals bedoeld in Deel 2, Boek 4, van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen van 23 maart 2019.

Daarnaast moet de werkgeversgroepering het ter beschikking stellen van werknemers aan zijn leden als enig maatschappelijk doel hebben.

De Koning kan bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad en na advies van de Nationale Arbeidsraad voor de toepassing van deze wet toestaan dat de werkgeversgroepering andere doelen heeft dan het ter beschikking stellen van werknemers aan haar leden.

§ 2. De werkgeversgroepering mag niet meer dan vijftig werknemers tewerkstellen.

De Koning kan, op advies van de Nationale Arbeidsraad, deze drempel verhogen.

In geval van verhoging van de in het eerste lid bedoelde drempel kan de minister van Werk, zo hij dit nodig acht, het advies van de Nationale Arbeidsraad inwinnen met het oog op het geven van de in artikel 186 bedoelde toelating.

Wanneer de werkgeversgroepering de drempels overschrijdt die in het eerste lid of krachtens het tweede lid zijn vastgesteld, komt er een einde aan de in artikel 186 bedoelde toelating na een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de datum van overschrijding van de hiervoor vermelde drempels.

§ 3. De werkgeversgroepering kan zijn werknemers enkel ter beschikking stellen van zijn leden.

In geval van staking of lock-out bij één van zijn leden, mag de werkgeversgroepering geen werknemers ter beschikking stellen of houden van dit lid.

De leden van de werkgeversgroepering zijn hoofdelijk aansprakelijk voor de fiscale en sociale schulden van de werkgeversgroepering, zowel ten overstaan van derden, als ten aanzien van de werknemers die door de werkgeversgroepering ter beschikking worden gesteld van zijn leden.

§ 4. De Koning kan, na advies van de Nationale Arbeidsraad, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad de werkgeversgroepering voor de toepassing van deze wet onderwerpen aan bijkomende voorwaarden.".

Art. 7. In artikel 190/1, § 1 en § 2, van dezelfde wet, vervangen bij de wet van 5 maart 2017, worden de woorden "artikel 187, vierde lid" vervangen door de woorden "artikel 187, § 2, tweede lid".

Art. 8. De economische samenwerkingsverbanden die voor de inwerkingtreding van dit hoofdstuk erkend zijn als werkgeversgroepering, blijven deze erkenning behouden indien zij uiterlijk op datum van 1 januari 2024 de rechtsvorm hebben verkregen van een vennootschap onder firma in de zin van Deel 2, Boek 4, van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen van 23 maart 2019.

HOOFDSTUK 4. - Inhouding en doorstorting door het Fonds van Sluiting van Ondernemingen van de werkgeversbijdragen aan de fondsen voor bestaanszekerheid die de bijdragen rechtstreeks bij de werkgevers inhouden

Art. 9. In artikel 67 van de wet van 26 juni 2002 betreffende de sluiting van ondernemingen, gewijzigd bij de wet van 11 juli 2006, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  1. in paragraaf 1, 1°, worden de woorden "bedoelde instellingen" vervangen door de woorden "bedoelde instelling";

  2. in paragraaf 1, 2°, worden de woorden "aan de in artikel 60 bedoelde instellingen" vervangen door de woorden "aan de in artikel 60 bedoelde instelling en aan de Fondsen voor bestaanszekerheid bedoeld in de wet van 7 januari 1958 betreffende de Fondsen voor bestaanszekerheid, waarvan de statuten bepalen dat zij zelf bijdragen innen en invorderen,".

    HOOFDSTUK 5. - Wijzigingen aan de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk met betrekking tot de aanduiding van...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT