27 NOVEMBER 2013. - Wet houdende vaststelling van de Civiele Lijst voor de duur van de regering van Koning Filip (1)

FILIP, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt :

Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.

Art. 2. De Civiele Lijst wordt voor de duur van de regering van Zijne Majesteit Koning Filip vastgesteld op 11.554.000 euro.

De Civiele Lijst wordt betaald per trimester en vóór het vervallen van de termijn overeenkomstig de bepalingen van deze wet.

Art. 3. Het in artikel 2 vastgestelde bedrag evolueert vanaf 1 augustus 2013 op dezelfde wijze als deze bepaald in de wet van 2 augustus 1971 houdende inrichting van een stelsel waarbij de wedden, lonen, pensioenen, toelagen en tegemoetkomingen ten laste van de openbare schatkist, sommige sociale uitkeringen, de bezoldigingsgrenzen waarmee rekening dient gehouden bij de berekening van sommige bijdragen van de sociale zekerheid der arbeiders, alsmede de verplichtingen op sociaal gebied opgelegd aan de zelfstandigen, aan het indexcijfer van de consumptieprijzen worden gekoppeld.

Art. 4. Het in artikel 2 vastgestelde bedrag wordt met ingang van 2014 driejaarlijks geherwaardeerd op grond van de evolutie van de reële lonen van de diensten van algemeen bestuur van de Federale Staat en van de toename van de werkgeversbijdragen inzake sociale zekerheid.

Art. 5. Er kunnen tot vijfendertig rijksambtenaren of leden van de bijzondere korpsen ter beschikking gesteld worden van Zijne Majesteit Koning Filip. Alle personeelsuitgaven boven dit maximum zijn ten laste van de Civiele Lijst.

Art. 6. Het Koninklijk Paleis te Brussel en het Koninklijk Kasteel van Laken, beide toebehorend aan het patrimonium van de Federale Staat, worden ter beschikking gesteld van de Koning voor de uitoefening van Zijn hoge ambt. Het interne onderhoud en de meubilering zijn ten laste van de Civiele Lijst. De Federale Staat neemt de verwarmingskosten van het Koninklijk Paleis te Brussel ten laste.

Art. 7. Het opschrift van de wet van 7 mei 2000 houdende toekenning van een jaarlijkse dotatie aan Zijne Koninklijke Hoogheid Prins Filip, een jaarlijkse dotatie aan Hare Koninklijke Hoogheid Prinses Astrid en een jaarlijkse dotatie aan Zijne Koninklijke Hoogheid Prins Laurent, gewijzigd bij de wet van 13 november 2001, wordt vervangen als volgt : "Wet van 7 mei 2000 houdende toekenning van een jaarlijkse dotatie aan Hare Koninklijke Hoogheid Prinses Astrid en een jaarlijkse dotatie aan Zijne Koninklijke...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT