26 JUNI 2002. - Wet betreffende de oprichting van de Vestigingsraad (1)

ALBERT II, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt :

Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet.

Art. 2. Er wordt een Vestigingsraad opgericht die beslist over :

  1. de beroepen ingesteld tegen de beslissingen van de bureaus van de Kamers van Ambachten en Neringen omtrent de aanvragen tot het verkrijgen van het getuigschrift bedoeld in artikel 9, § 1, van de programmawet van 10 februari 1998 tot bevordering van het zelfstandig ondernemerschap, hierna de programmawet genoemd;

  2. de aanvragen om getuigschriften ingediend met toepassing van artikel 12, § 2, vierde lid, van de programmawet.

Art. 3. § 1. De Koning stelt het aantal Kamers van de Vestigingsraad vast. Ieder van deze Kamers is samengesteld uit een werkend voorzitter en zijn plaatsvervanger, door de Koning benoemd uit de werkende of plaatsvervangende magistraten of uit de advocaten die regelmatig op de tabel van de orde zijn ingeschreven sedert ten minste tien jaar. Voorts omvat zij een werkend en plaatsvervangend ambtenaar, benoemd door de minister die de Middenstand onder zijn bevoegdheid heeft, alsmede een werkend bijzitter en een plaatsvervanger, benoemd door de minister op de voordracht van de Hoge Raad voor de Zelfstandigen en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen.

De Vestigingsraad wordt samengesteld voor een duur van zes jaar.

De zetel van de Raad is gevestigd in het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad.

§ 2. Het beroep kan worden ingesteld door de betrokkene of door de minister.

Het beroep wordt ingediend binnen dertig dagen na de kennisgeving van de beslissing van het bureau. Het heeft schorsende werking.

De Vestigingsraad doet uitspraak als administratief rechtscollege, nadat de partijen werden gehoord.

In voorkomend geval geeft hij het getuigschrift af, bedoeld bij artikel 9, § 1, van de programmawet.

§ 3. De verzoeker die, in toepassing van artikel 12, § 2, vierde lid, van de programmawet, een aanvraag om getuigschrift indient bij de Vestigingsraad, stelt de Kamer van Ambachten en Neringen hiervan op de hoogte met een aangetekende brief.

Deze mededeling heeft de nietigheid tot gevolg van de vorige aanvraag, tenzij de Kamer kennis geeft van de beslissing van het bureau binnen een termijn van acht dagen vanaf de ontvangst van deze mededeling.

§ 4. De personen die beroep hebben ingesteld of een aanvraag om getuigschrift hebben...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT