Wet betreffende het Europees aanhoudingsbevel., de 19 décembre 2003

HOOFDSTUK I. - Voorafgaande bepaling.

Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet.

HOOFDSTUK II. - Algemene beginselen.

Art. 2. § 1. De aanhouding en de overlevering van personen gezocht met het oog op de instelling van strafvervolging of de tenuitvoerlegging van een vrijheidsbenemende straf of veiligheidsmaatregel tussen België en de andere lid-Staten van de Europese Unie worden geregeld door deze wet.

§ 2. De aanhouding en de overlevering vinden plaats op grond van een Europees aanhoudingsbevel.

§ 3. Het Europees aanhoudingsbevel is een gerechtelijke beslissing genomen door de bevoegde rechterlijke autoriteit van een lid-Staat van de Europese Unie, uitvaardigende rechterlijke autoriteit genaamd, met het oog op de aanhouding en de overlevering door de bevoegde rechterlijke autoriteit van een andere lidstaat, uitvoerende autoriteit genaamd, van een persoon gezocht met het oog op de instelling van strafvervolging of de tenuitvoerlegging van een vrijheidsbenemende straf of veiligheidsmaatregel.

§ 4. Het Europees aanhoudingsbevel bevat volgende gegevens :

  1. de identiteit en de nationaliteit van de gezochte persoon;

  2. de naam, het adres, het telefoonnummer, het faxnummer en het e-mailadres van de uitvaardigende rechterlijke autoriteit;

  3. de opgave van het bestaan van een uitvoerbaar vonnis, van een aanhoudingsbevel of van enige andere uitvoerbare rechterlijke beslissing met dezelfde rechtskracht in het kader van het toepassingsgebied van deze bepaling;

  4. de aard en de wettelijke omschrijving van het strafbare feit, inzonderheid ten opzichte van artikel 5, § 2;

  5. de omschrijving van de omstandigheden waaronder het misdrijf is gepleegd, daaronder begrepen tijdstip en plaats, alsook van de mate waarin de gezochte persoon aan het misdrijf heeft deelgenomen;

  6. de uitgesproken straf ingeval het gaat om een definitief vonnis of de strafmaat waarin de wet voor het misdrijf voorziet;

  7. indien mogelijk, de andere gevolgen van het misdrijf.

    Het Europees aanhoudingsbevel wordt opgemaakt in de vorm omschreven in de bijlagen bij deze wet.

    § 5. Het Europees aanhoudingsbevel dat wordt gericht aan de bevoegde autoriteit van een andere lidstaat moet worden vertaald in de officiële taal of een van de officiële talen van de uitvoerende Staat, of in één of meer andere officiële talen van de instellingen van de Europese Gemeenschappen die deze Staat aanvaardt op grond van een verklaring gedaan bij het Secretariaat-generaal van de Raad van de Europese Unie.

    § 6. Het Europees aanhoudingsbevel gericht aan de Belgische autoriteiten moet worden vertaald in het Nederlands, het Frans of het Duits.

    Art. 3. Een Europees aanhoudingsbevel kan worden uitgevaardigd wegens feiten die door de wet van de uitvaardigende lid-Staat worden gestraft met een vrijheidsbenemende straf of veiligheidsmaatregel met een maximale duur van ten minste twaalf maanden of, wanneer de veroordeling tot een straf reeds heeft plaatsgevonden of een veiligheidsmaatregel is genomen, voor zover zij ten minste vier maanden bedragen.

    HOOFDSTUK III. - Tenuitvoerlegging van een Europees aanhoudingsbevel uitgevaardigd door een andere lid-Staat.

    Afdeling 1. - Voorwaarden van de tenuitvoerlegging.

    Art. 4. De tenuitvoerlegging van een Europees aanhoudingsbevel wordt in volgende gevallen geweigerd :

  8. ingeval met betrekking tot het strafbare feit waarop het aanhoudingsbevel betrekking heeft, in België een amnestiewet geldt voor zover krachtens de Belgische wet vervolging wegens de feiten kon worden ingesteld;

  9. ingeval uit de gegevens waarover de rechter beschikt, blijkt dat in België of in een andere lid-Staat ten aanzien van de gezochte persoon wegens dezelfde feiten een definitief vonnis is uitgesproken, op voorwaarde dat in geval van veroordeling, de straf is ondergaan, thans ten uitvoer wordt gelegd of krachtens de wetgeving van die lid-Staat niet meer ten uitvoer kan worden gelegd, of ingeval ten aanzien van de betrokken persoon in België of in een andere lidstaat wegens dezelfde feiten een andere definitieve beslissing is genomen die de latere instelling van vervolging belet;

  10. ingeval de persoon op wie het Europees aanhoudingsbevel betrekking heeft, gelet op zijn leeftijd krachtens het Belgische recht nog niet strafrechtelijk aansprakelijk kan worden gesteld voor de feiten die aan dat bevel ten grondslag liggen;

  11. ingeval de strafvordering of de straf volgens de Belgische wet is verjaard en de Belgische gerechten bevoegd zijn om kennis te nemen van de feiten;

  12. ingeval ernstige redenen bestaan te denken dat de tenuitvoerlegging van het Europees aanhoudingsbevel afbreuk zou doen aan de fundamentele rechten van de betrokken persoon, zoals die worden bevestigd door artikel 6 van het Verdrag betreffende de Europese Unie.

    Art. 5. § 1. De tenuitvoerlegging wordt geweigerd ingeval het feit waarop het Europees aanhoudingsbevel betrekking heeft, krachtens het Belgische recht niet strafbaar is.

    § 2. De vorige paragraaf is niet van toepassing ingeval het gaat om een van de volgende strafbare feiten, voor zover deze in de uitvaardigende lidstaat met een maximale vrijheidsbenemende straf van minimaal drie jaar worden bestraft :

  13. deelneming aan een criminele organisatie;

  14. terrorisme;

  15. mensenhandel;

  16. seksuele uitbuiting van kinderen en kinderpornografie;

  17. illegale handel in verdovende middelen en psychotrope stoffen;

  18. illegale handel in wapens, munitie en explosieven;

  19. corruptie;

  20. fraude, daaronder begrepen fraude die afbreuk doet aan de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen in de zin van de Overeenkomst van 26 juli 1995 aangaande de bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen;

  21. witwassen van de opbrengst van misdrijven;

  22. valsemunterij en namaak van de euro;

  23. computercriminaliteit;

  24. milieucriminaliteit, daaronder begrepen illegale handel in bedreigde diersoorten en illegale handel in bedreigde planten- en boomsoorten;

  25. hulp bij het onrechtmatig binnenkomen van en verblijven op het grondgebied;

  26. opzettelijke doodslag of ernstige slagen en verwondingen;

  27. illegale handel in menselijke organen en weefsels;

  28. ontvoering, opsluiting en gijzelneming;

  29. racisme en vreemdelingenhaat;

  30. georganiseerde of gewapende diefstal;

  31. illegale handel in cultuurgoederen, daaronder begrepen antiquiteiten en kunstwerken;

  32. oplichting;

  33. racketeering en afpersing;

  34. namaak en ongeoorloofde productie van goederen;

  35. vervalsing van administratieve documenten en handel in valse stukken;

  36. vervalsing van betaalmiddelen;

  37. illegale handel in hormonale stoffen en andere groeifactoren;

  38. illegale handel in nucleaire en radioactieve stoffen;

  39. handel in gestolen voertuigen;

  40. verkrachting;

  41. opzettelijke brandstichting;

  42. misdaden die tot de rechtsmacht van het Internationaal Strafhof behoren;

  43. kaping van vliegtuigen of van schepen;

  44. sabotage.

    § 3. Met betrekking tot taksen en belastingen, en in douane- en wisselzaken kan de tenuitvoerlegging van het Europees aanhoudingsbevel niet worden geweigerd omdat de Belgische wet niet dezelfde soort taksen of belastingen oplegt, of niet voorziet in dezelfde soort regelgeving inzake taksen en belastingen of betreffende douane- en wisselzaken als de wetgeving van de uitvaardigende Staat.

    § 4. Voor de toepassing van § 2, 14°, worden de feiten van abortus bedoeld in artikel 350, tweede lid, van het Strafwetboek en de feiten van euthanasie bedoeld in de wet van 28 mei 2002 betreffende de euthanasie, niet beschouwd als opzettelijke doodslag.

    Art. 6. De tenuitvoerlegging kan worden geweigerd :

  45. ingeval de persoon op wie het Europees aanhoudingsbevel betrekking heeft, in België wordt vervolgd wegens het feit dat aan het Europees aanhoudingsbevel ten grondslag ligt;

  46. ingeval een Belgische rechterlijke autoriteit heeft beslist geen vervolging in te stellen wegens het feit waarop het Europees aanhoudingsbevel betrekking heeft of een einde te maken aan die vervolging;

  47. ingeval uit de gegevens waarover de rechter beschikt, blijkt dat in een Staat die geen lid is van de Europese Unie ten aanzien van de betrokken persoon wegens dezelfde feiten een definitief vonnis is uitgesproken, op voorwaarde dat in geval van veroordeling, de straf is ondergaan, thans ten uitvoer wordt gelegd of krachtens de wetgeving van die Staat niet meer ten uitvoer kan worden gelegd;

  48. ingeval het Europees aanhoudingsbevel is uitgevaardigd met het oog op de tenuitvoerlegging van een straf of van een veiligheidsmaatregel, de betrokken persoon Belg is of in België verblijft, en de bevoegde Belgische autoriteiten zich ertoe verbinden die straf of veiligheidsmaatregel overeenkomstig de Belgische wetgeving ten uitvoer te leggen;

  49. ingeval het Europees aanhoudingsbevel betrekking heeft op strafbare feiten die :

    - geheel of gedeeltelijk gepleegd zijn op het Belgische grondgebied of op een plaats die met dat grondgebied wordt gelijkgesteld;

    - gepleegd zijn buiten het grondgebied van de uitvaardigende lid-Staat en het Belgische recht niet voorziet in vervolging wegens dezelfde feiten gepleegd buiten het Belgische grondgebied.

    Art. 7. Indien het Europees aanhoudingsbevel is uitgevaardigd met het oog op de tenuitvoerlegging van een straf of van een veiligheidsmaatregel uitgesproken bij een bij verstek gewezen vonnis en de betrokken persoon niet persoonlijk is gedagvaard of op een andere wijze in kennis is gesteld van de datum en de plaats van de terechtzitting waarop voornoemd vonnis is gewezen, kan de overlevering afhankelijk worden gesteld van de voorwaarde dat de uitvaardigende rechterlijke autoriteit waarborgen biedt die als toereikend worden beschouwd om de persoon op wie het Europees aanhoudingsbevel betrekking heeft, ervan te verzekeren dat hij in de uitvaardigende Staat een nieuwe vonnisprocedure kan vragen en in zijn aanwezigheid wordt berecht.

    Het gegeven dat in het recht van de uitvaardigende Staat een bepaling bestaat die voorziet in de mogelijkheid tot hoger beroep en in de voorwaarden voor het...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT