13 JUNI 2005. - Wet betreffende de elektronische communicatie (1)

ALBERT II, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen, hetgeen volgt :

TITEL I. - Definities en algemene principes

HOOFDSTUK I. - Algemeen

Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.

Deze wet vormt de omzetting in Belgisch recht van :

- Richtlijn 2002/21/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 maart 2002 inzake een gemeenschappelijk regelgevingskader voor elektronische-communicatienetwerken en -diensten (« Kaderrichtlijn ») (PbEG 24 april 2002, L 108/33);

- Richtlijn 2002/20/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 maart 2002 betreffende de machtiging voor elektronische-communicatienetwerken en -diensten (« Machtigingsrichtlijn ») (PbEG 24 april 2002, L 108/21);

- Richtlijn 2002/19/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 maart 2002 inzake de toegang tot en interconnectie van elektronische-communicatienetwerken en bijbehorende faciliteiten (« Toegangsrichtlijn ») (PbEG 24 april 2002, L 108/7);

- Richtlijn 2002/22/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 maart 2002 inzake de universele dienst en gebruikersrechten met betrekking tot elektronische-communicatienetwerken en diensten (« Universeledienstrichtlijn ») (PbEG 24 april 2002, L 108/51);

- Richtlijn 2002/58/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 2002 betreffende de verwerking van persoonsgegevens en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer in de sector elektronische communicatie (« Privacy- en elektronische communicatierichtlijn ») (PbEG 31 juli 2002, L 201/37);

- en Richtlijn 2002/77/EG van de Commissie van 16 september 2002 betreffende de mededinging op de markten voor elektronische-communicatienetwerken en -diensten (« Mededingingsrichtlijn ») (PbEG 17 september 2002, L 249/21).

Art. 2. Voor de toepassing van deze wet wordt verstaan onder :

  1. « Instituut » : Het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie zoals bedoeld in artikel 13 van de wet van 17 januari 2003 met betrekking tot het statuut van de regulator van de Belgische post- en telecommunicatiesector;

  2. « minister » : de ministers of staatssecretaris die bevoegd zijn voor de aangelegenheden die de elektronische communicatie betreffen als bedoeld in deze wet;

  3. « elektronische-communicatienetwerk » : de actieve of passieve transmissiesystemen en, in voorkomend geval, de schakel- of routeringsapparatuur en andere middelen die het mogelijk maken signalen over te brengen via draad, radiogolven, optische of andere elektromagnetische middelen, voorzover zij worden gebruikt voor de transmissie van andere signalen dan radio-omroep- en televisiesignalen;

  4. « aanbieden van een elektronische-communicatienetwerk » : het bouwen, exploiteren, toezicht houden op of beschikbaar stellen van een elektronisch-communicatienetwerk;

  5. « elektronische-communicatiedienst » : een gewoonlijk tegen vergoeding aangeboden dienst die geheel of hoofdzakelijk bestaat in het overbrengen, waaronder schakel- en routeringsverrichtingen, van signalen via elektronische-communicatienetwerken, met uitzondering van (a) de diensten waarbij met behulp van elektronische-communicatienetwerken en -diensten overgebrachte inhoud wordt geleverd of inhoudelijk wordt gecontroleerd, met uitzondering van (b) de diensten van de informatiemaatschappij zoals omschreven in artikel 2 van de wet van 11 maart 2003 betreffende bepaalde juridische aspecten van de diensten van de informatiemaatschappij, die niet geheel of hoofdzakelijk bestaan uit het overbrengen van signalen via elektronische-communicatienetwerken en met uitzondering van (c) radio-omroep en televisie;

  6. « verkeersgegeven » : gegeven dat wordt verwerkt voor het overbrengen van communicatie over een elektronische-communicatienetwerk of voor het factureren van een dergelijke communicatie;

  7. « locatiegegeven » : gegeven dat wordt verwerkt in een elektronische-communicatienetwerk waarmee de geografische positie van de eindapparatuur van een eindgebruiker van een voor het publiek beschikbare elektronische-communicatiedienst wordt weergegeven;

  8. « dienst met verkeersgegevens » : een dienst die een bijzondere behandeling van de verkeersgegevens vereist die verder gaat dan wat strikt noodzakelijk is voor het versturen of aanrekenen van de communicatie;

  9. « dienst met locatiegegevens » : een dienst die een bijzondere behandeling van de locatiegegevens vereist die verder gaat dan wat strikt noodzakelijk is voor het versturen of aanrekenen van de communicatie;

  10. « openbaar elektronische-communicatienetwerk » : een elektronische-communicatienetwerk dat geheel of hoofdzakelijk wordt gebruikt om elektronische-communicatiediensten toegankelijk te maken voor het publiek;

  11. « operator » : een persoon die een kennisgeving heeft ingediend overeenkomstig artikel 9;

  12. « gebruiker » : een natuurlijke of rechtspersoon die gebruik maakt van of verzoekt om een openbare elektronische-communicatiedienst;

  13. « eindgebruiker » : een gebruiker die geen openbaar elektronische-communicatienetwerk of openbare elektronische-communicatiediensten aanbiedt;

  14. « consument » : een natuurlijke persoon die gebruik maakt van of verzoekt om een openbare elektronische-communicatiedienst voor andere dan bedrijfs- of beroepsdoeleinden;

  15. « abonnee » : een natuurlijke of rechtspersoon die houder is van een nummer dat toegekend is door een operator voor de levering van elektronische-communicatiediensten en die gebruik maakt van een elektronische-communicatiedienst ingevolge een met een operator gesloten contract;

  16. « netwerkaansluitpunt » : het fysieke punt waarop een eindgebruiker de toegang tot een openbaar elektronische-communicatienetwerk wordt geboden; in het geval van netwerken met schakelings- of routeringsfuncties wordt het netwerkaansluitpunt bepaald door middel van een specifiek netwerkadres;

  17. « bijbehorende faciliteiten » : de bij een elektronische-communicatienetwerk en/of een elektronische-communicatiedienst behorende faciliteiten die het aanbieden van diensten via dat netwerk of die dienst mogelijk maken of ondersteunen;

  18. « toegang » : het beschikbaar stellen aan een operator van netwerkonderdelen, bijbehorende faciliteiten of elektronische-communicatiediensten opdat de genoemde operator elektronische-communicatienetwerken of -diensten kan aanbieden;

  19. « interconnectie » : een specifieke vorm van toegang die bestaat uit het fysiek en logisch verbinden van openbare elektronische-communicatienetwerken die door eenzelfde of een andere operator worden gebruikt om het de gebruikers mogelijk te maken met elkaar te communiceren, of toegang te hebben tot diensten die door een andere operator worden aangeboden;

  20. « interface » : een netwerkaansluitpunt en/of een radio-interface en de bijhorende technische specificaties;

  21. « openbaar telefoonnetwerk » : een elektronische-communicatienetwerk dat wordt gebruikt om openbare telefoondiensten aan te bieden; het ondersteunt de overdracht tussen netwerkaansluitpunten van spraak en ook andere vormen van elektronische-communicatiediensten, zoals fax en datatransmissie;

  22. « openbare telefoondienst » : een dienst die voor het publiek beschikbaar is voor uitgaande en binnenkomende nationale en internationale gesprekken alsook voor toegang tot hulpdiensten via een nummer of een aantal nummers in een nationaal of internationaal nummerplan, en die eventueel een of meer van de volgende diensten kan omvatten : bijstand door een telefonist, telefooninlichtingendiensten of telefoongidsen, verstrekking van openbare telefoons, verlening van diensten tegen bijzondere voorwaarden, beschikbaarstelling van speciale faciliteiten voor klanten met een handicap of bijzondere sociale behoeften, en/of verlening van niet-geografische diensten;

  23. « aansluitnetwerk » : fysiek circuit dat het netwerkaansluitpunt verbindt met de hoofdverdeler of een soortgelijke voorziening in het openbare telefoonnetwerk op een vaste locatie;

  24. « partieel aansluitnetwerk » : gedeelte van een aansluitnetwerk dat een netwerkaansluitpunt van een elektronische-communicatienetwerk verbindt met een concentratiepunt of een ander nader bepaald aansluitpunt gelegen tussen het netwerkaansluitpunt en de hoofdverdeler of een soortgelijke voorziening in een openbaar telefoonnetwerk op een vaste locatie;

  25. « volledig ontbundelde toegang tot het aansluitnetwerk » : het verlenen van toegang tot het aansluitnetwerk of het partieel aansluitnetwerk van een operator, waarbij toestemming wordt verleend voor het gebruik van het volledige frequentiespectrum;

  26. « toegang tot binair debiet » : toegang die bestaat uit het verlenen van digitale transmissiecapaciteit (bitsnelheid) naar een gebruiker waarbij de toegangsleverancier de interface bij de gebruiker vastlegt;

  27. « gedeelde toegang tot het aansluitnetwerk » : het verlenen van toegang tot het aansluitnetwerk of het partieel aansluitnetwerk van een operator, waarbij toestemming wordt verleend voor het gebruik van het buiten de spraakband liggende deel van het frequentiespectrum;

  28. « ontbundelde toegang tot het aansluitnetwerk » : het verlenen van volledig ontbundelde toegang of gedeelde toegang tot het aansluitnetwerk, wat geen verandering behelst in de eigendom van het aansluitnetwerk;

  29. « co-locatie » : het leveren van fysieke ruimte en technische faciliteiten, nodig om het installeren en aansluiten van apparatuur van een operator onder redelijke voorwaarden mogelijk te maken in het kader van een referentieaanbod;

  30. « huurlijn » : elektronische-communicatiedienst bestaande uit de levering van communicatiefaciliteiten met behulp waarvan transparante transmissiecapaciteit tussen netwerkaansluitpunten wordt geboden, met uitzondering van de schakeling op aanvraag;

  31. « radiogolven » of « hertzgolven » : elektromagnetische golven die zich in de ruimte voortplanten zonder kunstmatige geleider, en waarvan de frequentie onder 3000 GHz ligt;

  32. « radiofrequenties » : de frequenties van radiogolven;

  33. « radiospectrum...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT