Wet betreffende de beveiligingsassistenten en -agenten van politie en tot wijziging van sommige bepalingen met betrekking tot de politie, de 12 novembre 2017

TITEL I. - Algemene bepalingen

Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.

Art. 2. § 1. De ambtenaren bedoeld in artikel 2 van het koninklijk besluit van 11 juli 2003 houdende oprichting bij de Federale Overheidsdienst Justitie van een veiligheidskorps voor de politie van hoven en rechtbanken en voor de overbrenging van gevangenen, en tot vaststelling van organisatorische, administratieve en geldelijke bepalingen ten gunste van de veiligheidsbeambten bij het veiligheidskorps van de Federale Overheidsdienst Justitie, worden overgeplaatst naar het operationeel kader van de federale politie op de datum bepaald door de Koning en volgens door Hem bepaalde regels en voorwaarden.

§ 2. De in § 1 bedoelde ambtenaren die bekleed zijn met een graad van het niveau C, worden op de dag van hun overplaatsing naar de federale politie benoemd in de graad van beveiligingsassistent van politie.

§ 3. De in § 1 bedoelde ambtenaren die bekleed zijn met een graad van niveau B, worden op de dag van hun overplaatsing naar de federale politie benoemd in de graad van beveiligingscoördinator van politie.

§ 4. Vanaf de datum van hun overplaatsing naar de federale politie zijn de voormalige ambtenaren van het veiligheidskorps onderworpen aan de statutaire wetten en reglementen die van toepassing zijn op de personeelsleden van het operationeel kader van de politiediensten, tenzij anders bepaald door de Koning.

Art. 3. De beveiligingscoördinatoren van politie behoren tot het kader van beveiligingscoördinatoren van politie, dat enkel bestaat in uitdoving en hiërarchisch gesitueerd is in het operationeel kader tussen het middenkader en het basiskader.

Voor de toepassing van de wet op het politieambt, inzonderheid voor wat hun bevoegdheden betreft, zijn de bepalingen die van toepassing zijn op de beveiligingsassistenten en -agenten van politie eveneens op hen van toepassing.

Zij beschikken over dezelfde uitrusting en bewapening als de beveiligingsassistenten en -agenten van politie.

Art. 4. De Koning bepaalt de baremische loopbaan van de beveiligingscoördinatoren van politie en beveiligingsassistenten van politie.

Art. 5. Een protocolakkoord, afgesloten tussen de ministers bevoegd voor Binnenlandse Zaken en voor Justitie, bepaalt de concrete modaliteiten van de overheveling naar de federale politie van de uitrusting, de bewapening en de vervoersmiddelen van het voormalig veiligheidskorps.

Art. 6. De militairen in actieve dienst bekleed met een graad van onderofficier of van vrijwilliger bij de Krijgsmacht kunnen worden overgeplaatst respectievelijk naar het kader van beveiligingsassistenten van politie of naar het kader van beveiligingsagenten van politie volgens de nadere regels bepaald door de Koning. Voor de vrijwilligers geschiedt dit bij voorrang op mogelijke andere wervingen voor het kader van beveiligingsagenten.

Deze overplaatsing vindt, voor de geselecteerde militairen, plaats bij het begin van de basisopleiding van het kader van beveiligingsassistenten van politie of van het kader van beveiligingsagenten van politie. Zij worden dan aangesteld in de graad van respectievelijk aspirant-beveiligingsassistent van politie of van aspirant-beveiligingsagent van politie en nemen deel aan de basisopleiding. Zij worden ingeschaald in de loonschalengroep verbonden aan hun graad overeenkomstig de nadere regels bepaald door de Koning.

De militairen die geslaagd zijn voor de basisopleiding, worden benoemd bij de federale politie, naar gelang het geval, in de graad van beveiligingsassistent van politie of van beveiligingsagent van politie.

De in het eerste lid bedoelde personeelsleden worden heropgenomen in de Krijgsmacht binnen de twaalf maanden volgend op de datum van hun overplaatsing, hetzij op hun aanvraag hetzij als de basisopleiding niet met vrucht werd gevolgd. De betrokken leden worden heropgenomen met de dienstanciënniteit en de geldelijke anciënniteit die ze zouden hebben gehad indien ze niet overgeplaatst zouden zijn geweest. Komen in aanmerking voor de berekening van de anciënniteiten, alle periodes van werkelijke dienst gepresteerd als beveiligingsassistent van politie of als beveiligingsagent van politie.

Indien de betrokkene uitdrukkelijk gemotiveerde uitzonderingsgevallen kan aantonen, kan de minister van Landsverdediging evenwel afwijken van deze termijn.

De duur van twaalf maanden bedoeld in het vierde lid wordt van rechtswege verlengd met de duur van de afwezigheid voor medische redenen wegens een arbeidsongeval, van het verlof betreffende de moederschapsbescherming, van het vaderschapsverlof, van het ouderschapsverlof, van het opvangverlof, van het adoptieverlof of van het pleegzorgverlof.

Art. 7. De personeelsleden in actieve dienst van de algemene directie van de Civiele Veiligheid van de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken bekleed met de graad van operationeel brigadier of operationeel medewerker kunnen worden overgeplaatst naar het kader van beveiligingsagenten van politie volgens de nadere regels en voorwaarden bepaald door de Koning.

De in het eerste lid bedoelde personeelsleden worden heropgenomen in de algemene directie Civiele Veiligheid binnen de twaalf maanden volgend op de datum van hun overplaatsing, hetzij op hun aanvraag hetzij als de basisopleiding niet met vrucht werd gevolgd. De betrokken leden worden heropgenomen met de dienstanciënniteit en de geldelijke anciënniteit die ze zouden hebben gehad indien ze niet overgeplaatst zouden zijn geweest. Komen in aanmerking voor de berekening van de anciënniteiten, alle periodes van werkelijke dienst gepresteerd als beveiligingsassistent van politie of als beveiligingsagent van politie.

Indien de betrokkene uitdrukkelijk gemotiveerde uitzonderingsgevallen kan aantonen, kan de minister van Binnenlandse Zaken evenwel afwijken van deze termijn.

De duur van twaalf maanden bedoeld in het tweede lid wordt van rechtswege verlengd met de duur van de afwezigheid voor medische redenen wegens een arbeidsongeval, van het verlof betreffende de moederschapsbescherming, van het vaderschapsverlof, van het ouderschapsverlof, van het opvangverlof, van het adoptieverlof of van het pleegzorgverlof.

Art. 8. De personeelsleden van de naamloze vennootschap "Brussels Airport Company", bekleed met de functie van inspecteur bij de luchthaveninspectie, bedoeld in artikel 4, § 1, 3°, van het koninklijk besluit houdende regeling van de opleidings- en certificatievoorwaarden van de inspecteurs en van de adjunct-hoofdinspecteurs van de luchthaveninspectie, kunnen overgeplaatst worden naar het kader van de beveiligingsassistenten van de federale politie volgens de nadere regels en voorwaarden bepaald door de Koning.

TITEL II. - Wijzigingsbepalingen

HOOFDSTUK I. - Wijzigingen van de wet op het politieambt

Art. 9. In artikel 3 van de wet op het politieambt, gewijzigd bij de wet van 18 maart 2014, worden de volgende wijzigingen aangebracht :

  1. in de bepaling onder 5° worden de woorden "de politieambtenaar" vervangen door de woorden "het lid van het operationeel kader";

  2. het artikel wordt aangevuld met de bepaling onder 7°, luidende :

    "7° lid van het operationeel kader: categorie van personeelsleden van de politiediensten die bestaat uit de politieambtenaren, de beveiligingsassistenten van politie, de agenten van politie en de beveiligingsagenten van politie.".

    Art. 10. In dezelfde wet wordt een artikel 16quinquies ingevoegd, luidende :

    "Art. 16quinquies. De federale politie is belast met de uitoefening van de bijzondere opdrachten inzake bescherming en beveiliging.".

    Art. 11. In artikel 23 van dezelfde wet, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 21 april 2016, worden de volgende wijzigingen aangebracht :

    1. paragraaf 4, tweede lid...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT