12 APRIL 1965. - Wet betreffende de bescherming van het loon der werknemers
Duitse vertaling
De hierna volgende tekst is de officieuze gecoˆrdineerde Duitse versie van de wet van 12 april 1965 betreffende de bescherming van het loon der werknemers (Belgisch Staatsblad van 30 april 1965), met uitzondering van de artikelen 49 tot 52, 54 en 55, zoals ze achtereenvolgens werd gewijzigd bij :
- de wet van 10 oktober 1967 houdende het Gerechtelijk Wetboek (Belgisch Staatsblad van 31 oktober 1967);
- de wet van 16 juni 1970 betreffende de meeteenheden, de meetstandaarden en de meetwerktuigen (Belgisch Staatsblad van 2 september 1970);
- het koninklijk besluit van 1 maart 1971 waarbij de tekst van sommige wetsbepalingen in overeenstemming wordt gebracht met de bepalingen van de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comitÈs (Belgisch Staatsblad van 11 maart 1971);
- de arbeidswet van 16 maart 1971 (Belgisch Staatsblad van 30 maart 1971);
- het koninklijk besluit nr. 5 van 23 oktober 1978 betreffende het bijhouden van sociale documenten (Belgisch Staatsblad van 2 december 1978);
- het koninklijk besluit nr. 225 van 7 december 1983 houdende maatregelen met het oog op de beperking van het overwerk (Belgisch Staatsblad van 15 december 1983);
- de herstelwet van 22 januari 1985 houdende sociale bepalingen (Belgisch Staatsblad van 24 januari 1985);
- de wet van 27 juni 1985 tot wijziging van de artikelen 5 en 9 van de wet van 12 april 1965 betreffende de bescherming van het loon der werknemers (Belgisch Staatsblad van 19 oktober 1985);
- de programmawet van 22 december 1989 (Belgisch Staatsblad van 30 december 1989);
- de wet van 12 juni 1991 op het consumentenkrediet (Belgisch Staatsblad van 9 juli 1991);
- de wet van 26 juni 1992 houdende sociale en diverse bepalingen (Belgisch Staatsblad van 30 juni 1992);
- de wet van 23 maart 1994 houdende bepaalde maatregelen op arbeidsrechtelijk vlak tegen het zwartwerk (Belgisch Staatsblad van 30 maart 1994);
- de wet van 13 februari 1998 houdende bepalingen tot bevordering van de tewerkstelling (Belgisch Staatsblad van 19 februari 1998);
- de wet van 7 april 1999 betreffende de PWA-arbeidsovereenkomst (Belgisch Staatsblad van 20 april 1999);
- de wet van 26 juni 2000 betreffende de invoering van de euro in de wetgeving die betrekking heeft op aangelegenheden als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet (Belgisch Staatsblad van 29 juli 2000);
- de wet van 22 mei 2001 betreffende de werknemersparticipatie in het kapitaal en in de winst van de vennootschappen (Belgisch Staatsblad van 9 juni 2001);
- de wet van 26 juni 2002 betreffende de sluiting van de ondernemingen (Belgisch Staatsblad van 9 augustus 2002);
- de wet van 10 februari 2003 betreffende de aansprakelijkheid van en voor personeelsleden in dienst van openbare rechtspersonen (Belgisch Staatsblad van 27 februari 2003);
- het koninklijk besluit van 27 december 2004 tot vaststelling van de voorschriften van de bewijsvoering alsook de regels van rechtspleging voor de tenuitvoerlegging van artikel 1409, ß 1, vierde lid en ß 1bis, vierde lid, van het Gerechtelijk Wetboek (Belgisch Staatsblad van 31 december 2004);
- de programmawet van 27 december 2004 (Belgisch Staatsblad van 31 december 2004);
- de wet van 23 december 2005 betreffende het generatiepact (Belgisch Staatsblad van 30 december 2005);
- de wet van 27 december 2005 houdende diverse bepalingen (Belgisch Staatsblad van 30 december 2005);
- de wet van 20 juli 2006 houdende diverse bepalingen (Belgisch Staatsblad van 28 juli 2006).
Deze officieuze gecoˆrdineerde Duitse versie is opgemaakt door de Centrale Dienst voor Duitse vertaling bij het Adjunct-arrondissementscommissariaat in Malmedy.
MINISTERIUM DER BESCHƒFTIGUNG UND DER ARBEIT
12. APRIL 1965 - Gesetz ¸ber den Schutz der Entlohnung der Arbeitnehmer
KAPITEL I - Anwendungsbereich
Artikel 1 - Vorliegendes Gesetz findet Anwendung auf Arbeitnehmer und Arbeitgeber.
F¸r die Anwendung des vorliegenden Gesetzes werden:
1. Arbeitnehmern gleichgestellt: Lehrlinge und Personen, die anders als aufgrund eines Arbeitsvertrags unter der Autorit‰t einer anderen Person gegen Entlohnung Arbeitsleistungen erbringen,
2. Arbeitgebern gleichgestellt: Personen, die die unter Nr. 1 erw‰hnten Personen besch‰ftigen.
Ausser bei Beweis des Gegenteils wird vorausgesetzt, dass Personen, deren Entlohnung ganz oder teilweise aus Trinkgeldern oder Bedienungsgeldern besteht, Arbeitnehmer im Sinne des vorliegenden Artikels sind.
Vorliegendes Gesetz beeintr‰chtigt nicht g¸nstigere Sondervorschriften, die f¸r bestimmte Arbeitnehmerkategorien durch oder aufgrund eines anderen Gesetzes erlassen worden sind oder erlassen werden.
[Art. 1bis - Vorliegendes Gesetz findet keine Anwendung auf die im Rahmen eines LBA-Arbeitsvertrags besch‰ftigten Arbeitnehmer.]
[Art. 1bis eingef¸gt durch Art. 23 des G. vom 7. April 1999 (B.S. vom 20. April 1999)]
Art. 2 - In vorliegendem Gesetz wird unter ´ Entlohnung ª Folgendes verstanden:
1. Geldlohn, auf den der Arbeitnehmer aufgrund seines Arbeitsverh‰ltnisses zu Lasten des Arbeitgebers Anrecht hat,
2. Trinkgelder oder Bedienungsgelder, auf die der Arbeitnehmer aufgrund seines Arbeitsverh‰ltnisses oder aufgrund der Gepflogenheiten Anrecht hat,
3. geldwerte Vorteile, auf die der Arbeitnehmer aufgrund seines Arbeitsverh‰ltnisses zu Lasten des Arbeitgebers Anrecht hat.
Auf Vorschlag des Nationalen Arbeitsrates kann der Kˆnig den Begriff ´ Entlohnung ª, so wie er in Absatz 1 bestimmt wird, erweitern.
[F¸r die Anwendung des vorliegenden Gesetzes gilt Folgendes jedoch nicht als Entlohnung:
1. Entsch‰digungen, die direkt oder indirekt vom Arbeitgeber gezahlt werden:
-
als Urlaubsgeld,
-
die als Erg‰nzung zu den infolge eines Arbeitsunfalls oder einer Berufskrankheit geschuldeten Entsch‰digungen zu betrachten sind,
-
die als Erg‰nzung zu den f¸r die verschiedenen Zweige der sozialen Sicherheit gew‰hrten Vorteilen zu betrachten sind,
2. Auszahlungen in bar oder in Aktien oder Anteilen zugunsten der Arbeitnehmer gem‰ss der Anwendung des Gesetzes vom 22. Mai 2001 ¸ber die Beteiligung der Arbeitnehmer an Kapital und Gewinn der Gesellschaften.]
[In Abweichung vom vorhergehenden Absatz Nr. 1 Buchstabe c) kann der Kˆnig jedoch nach Stellungnahme des Nationalen Arbeitsrates und gem‰ss den Modalit‰ten und Bedingungen, die durch einen im Ministerrat beratenen Erlass bestimmt werden, Entsch‰digungen, die direkt oder indirekt vom Arbeitgeber als Erg‰nzung zu allen oder zu bestimmten Leistungen der sozialen Sicherheit gezahlt werden, als Entlohnung betrachten.]
[F¸r die Anwendung des vorhergehenden Absatzes kann der Kˆnig eine Unterscheidung machen, insbesondere:
- je nachdem, ob die Zusatzentsch‰digungen gew‰hrt werden auf der Grundlage eines innerhalb des Nationalen Arbeitsrates abgeschlossenen kollektiven Arbeitsabkommens, auf der Grundlage eines innerhalb einer parit‰tischen Kommission oder einer parit‰tischen Unterkommission abgeschlossenen kollektiven Arbeitsabkommens, das auf alle Unternehmen anwendbar ist, die in den Anwendungsbereich der parit‰tischen Kommission oder der parit‰tischen Unterkommission fallen, auf der Grundlage eines innerhalb einer parit‰tischen Kommission oder einer parit‰tischen Unterkommission abgeschlossenen kollektiven Arbeitsabkommens, das nicht auf alle Unternehmen anwendbar ist, die in den Anwendungsbereich der parit‰tischen Kommission oder der parit‰tischen Unterkommission fallen, auf der Grundlage eines innerhalb des Unternehmens abgeschlossenen kollektiven Arbeitsabkommens, auf der Grundlage eines individuellen Abkommens zwischen Arbeitgeber und Arbeitnehmer oder auf der Grundlage einer einseitigen Verpflichtung seitens des Arbeitgebers,
- je nach Alter des Arbeitnehmers zum Zeitpunkt der ersten Gew‰hrung der Zusatzentsch‰digung [und je nach dem Zeitraum, w‰hrend dessen die Zusatzentsch‰digung gew‰hrt wird, wobei insbesondere ber¸cksichtigt wird, ob sie bis zum Beginn der Pension oder Fr¸hpension fortgezahlt wird oder nicht],
- je nach Hˆhe des Betrags der Zusatzentsch‰digung, unter Ber¸cksichtigung des hˆchsten Vorteils, den der Arbeitnehmer erhalten kˆnnte, ohne dass es notwendig ist, dass die Bedingungen zum Erhalt dieses hˆchsten Vorteils tats‰chlich erf¸llt werden,
- je nach Datum der unter Buchstabe a) erw‰hnten Regelung, auf der die Gew‰hrung der Zusatzentsch‰digung basiert,
- je nach Datum der ersten Gew‰hrung der Zusatzentsch‰digung an den Arbeitnehmer,
- je nachdem, ob die unter Buchstabe a) erw‰hnte Regelung, auf der die Gew‰hrung der Zusatzentsch‰digung basiert, ausdr¸cklich bestimmt oder nicht, dass die Zusatzentsch‰digung im Falle der Wiederaufnahme der Arbeit seitens des Arbeitnehmers bei einem anderen Arbeitgeber als dem, der direkt oder indirekt die Zusatzentsch‰digung zahlen muss, fortgezahlt wird,
- je nachdem, ob der Arbeitnehmer im ber¸cksichtigten Monat die Arbeit bei einem anderen Arbeitgeber als dem, der direkt oder indirekt die Zusatzentsch‰digung zahlen muss, wieder aufgenommen hat.]
[Art. 2 Abs. 3 ersetzt durch Art. 32 des G. vom 22. Mai 2001 (B.S. vom 9. Juni 2001); Abs. 4 eingef¸gt durch Art. 146 des G. vom 27. Dezember 2004 (B.S. vom 31. Dezember 2004); Abs. 5 eingef¸gt durch Art. 146 des G. vom 27. Dezember 2004 (B.S. vom 31. Dezember 2004); Abs. 5 zweiter Gedankenstrich erg‰nzt durch Art. 50 des G. vom 23. Dezember 2005 (B.S. vom 30. Dezember 2005)]
KAPITEL II -- Schutz der Entlohnung
Art. 3 - Es ist dem Arbeitgeber untersagt, die Freiheit des Arbeitnehmers, nach eigenem Ermessen ¸ber seine Entlohnung zu verf¸gen, in irgendeiner Weise einzuschr‰nken.
[Art. 3bis - Der Arbeitnehmer hat Anrecht auf die Zahlung der ihm geschuldeten Entlohnung durch den Arbeitgeber. Dieses Anrecht auf die Zahlung der Entlohnung bezieht sich auf die Entlohnung vor Anrechnung der in Artikel 23 erw‰hnten Abz¸ge.]
[Art. 3bis eingef¸gt durch Art. 81 des G. vom 26. Juni 2002 (B.S. vom 9. August 2002)]
Art. 4 - Die Geldentlohnung muss in einer in Belgien als gesetzliches Zahlungsmittel geltenden W‰hrung gezahlt...
Pour continuer la lecture
SOLLICITEZ VOTRE ESSAI