Wet houdende diverse bepalingen betreffende asiel en immigratie. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 19-05-2009 en tekstbijwerking tot, de 6 mai 2009

http://www.juridat.be"/cgi_loi/arch_a.pl?N=&=&sql=(text+contains+(''))&rech=1&language=nl&tri=dd+AS+RANK&numero=1&table_name=wet&cn=2009050604&caller=archive&fromtab=wet&la=N&ver_arch=002"

HOOFDSTUK 1. - Algemene bepaling

Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet.

HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen

Art. 2. In artikel 39/19, § 2, van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, ingevoegd bij de wet van 15 september 2006, worden de woorden " volle vijfendertig jaar oud " vervangen door de woorden " volle dertig jaar oud ".

Art. 3. In artikel 39/21 van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 15 september 2006, worden de volgende wijzigingen aangebracht :

  1. paragraaf 2 wordt aangevuld met een lid, luidende :

    " De leden van de Raad en van de griffie alsook de beheerder worden ook geacht de in het eerste lid bepaalde kennis van de andere taal dan die waarin hun diploma is gesteld te hebben geleverd, indien ze het bewijs leveren van de in artikel 43, § 3, derde lid, van de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken, gecoördineerd bij koninklijk besluit van 18 juli 1966, of van de in de artikelen 5 en 7 van de wet van 30 juli 1938 betreffende het gebruik der talen bij het leger, bedoelde kennis van de Nederlandse of Franse taal. ";

  2. in paragraaf 3 wordt tussen het eerste en het tweede lid een lid ingevoegd, luidende :

    " Een lid van de Raad of van de griffie wordt ook geacht de in het eerste lid bepaalde kennis van de Duitse taal te hebben geleverd, indien het het bewijs levert van de door artikel 15, § 1, derde lid, van de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken, gecoördineerd bij koninklijk besluit van 18 juli 1966, bepaalde kennis van de Duitse taal voor het niveau A, of aantoont dat het, om tot ambtenaar te worden benoemd, overeenkomstig artikel 43, § 4, derde lid, van de voornoemde wetten zijn toelatingsexamen tot dit ambt in het Duits heeft afgelegd. "

    Art. 4. In artikel 39/27, § 1, eerste lid, van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 15 september 2006 en gewijzigd bij de wet van 27 december 2006, worden de woorden " de Minister van Binnenlandse Zaken " vervangen door de woorden " de minister ".

    Art. 5. Artikel 39/57 van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 15 september 2006, gewijzigd bij de wet van 27 december 2006 en gedeeltelijk vernietigd bij het arrest nr. 81/2008 van het Grondwettelijk Hof, wordt vervangen als volgt :

    " Art. 39/57. De in artikel 39/2 bedoelde beroepen worden ingediend bij verzoekschrift binnen dertig dagen na de kennisgeving van de beslissing waartegen ze zijn gericht.

    Indien het een beroep betreft dat is...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT