19 MAART 2013. - Wet betreffende de Belgische Ontwikkelingssamenwerking (1)

ALBERT II, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtingen hetgeen volgt :

HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen

Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.

Art. 2. In deze wet wordt verstaan onder :

  1. « de Belgische Ontwikkelingssamenwerking » : het federale beleid en de federale acties inzake ontwikkelingssamenwerking via gouvernementele, multilaterale en niet-gouvernementele kanalen en via de andere instrumenten die door het Comité voor Ontwikkelingshulp (Development Assistance Committee - DAC) van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) aangerekend worden of werden als Officiële ontwikkelingshulp;

  2. « de minister » : het regeringslid dat bevoegd is voor de Belgische Ontwikkelingssamenwerking;

  3. « het partnerland » : het land dat door het DAC van de OESO wordt beschouwd als een ontwikkelingsland en dat als partner van de gouvernementele samenwerking wordt erkend;

  4. « de niet-gouvernementele organisaties » : de organisaties die de ontwikkelingssamenwerking als belangrijkste maatschappelijk doel hebben en door de minister kunnen erkend worden en in aanmerking kunnen komen voor subsidiëring door de Belgische Ontwikkelingssamenwerking voor hun activiteiten op het gebied van ontwikkelingssamenwerking; deze organisaties bepalen autonoom hun maatschappelijk doel, hun activiteiten en hun wijze van organisatie;

  5. « de gouvernementele samenwerking » : de interventies van ontwikkelingssamenwerking in een partnerland, gefinancierd ten laste van de begroting van de Belgische Ontwikkelingssamenwerking in het kader van een samenwerkingsprogramma tussen beide landen;

  6. « de niet-gouvernementele samenwerking » : de samenwerking, gefinancierd of medegefinancierd door de Belgische Ontwikkelingssamenwerking, waarbij een derde, die niet een vreemde Staat of een multilaterale organisatie is, instaat voor de uitvoering van de interventies van ontwikkelingssamenwerking, op basis van een reglementair stelsel van subsidiëring of van een overeenkomst;

  7. « de multilaterale samenwerking » : de bijdragen ten laste van de begroting van de Belgische Ontwikkelingssamenwerking aan de multilaterale organisaties, bestemd voor hun interventies van ontwikkelingssamenwerking;

  8. « het programma » : een samenhangend geheel van interventies van ontwikkelingssamenwerking die desgevallend sectoren, thema's en/of regio's overschrijden;

  9. « het project » : een interventie van ontwikkelingssamenwerking, vaak binnen het kader van een breder programma, die, binnen een bepaalde termijn, een specifieke doelstelling wil bereiken via een logische, planmatige en resultaatgerichte aanpak;

  10. « de begrotingshulp » : een vorm van financiële steun aan de begroting van een partnerland, waarbij geldmiddelen worden overgemaakt naar de schatkist van het partnerland in het kader van een tussen donors en het partnerland afgesproken nationaal of sectoriaal samenwerkingprogramma;

  11. « de gedelegeerde samenwerking » : een modaliteit waarbij de Belgische Ontwikkelingssamenwerking een overeenkomst sluit met een andere openbare multilaterale of bilaterale donor. De gedelegeerde samenwerking wordt passief genoemd wanneer ze de middelen en de uitvoering van de interventie toevertrouwt aan de andere donor; ze wordt actief genoemd wanneer België de interventie uitvoert met geldmiddelen van andere donoren;

  12. « de duurzame ontwikkeling » : de ontwikkeling die beantwoordt aan de behoeften van de huidige generaties zonder hierdoor voor toekomstige generaties de mogelijkheid in het gedrang te brengen om ook in hun behoeften te voorzien. De verwezenlijking ervan vergt een veranderingsproces waarin, gezien de uitputbaarheid en de noodzaak om de middelen te bewaren, de bestemming van investeringen, de gerichtheid van de technologische ontwikkeling en de institutionele structuren worden afgestemd op zowel toekomstige als huidige behoeften. Om duurzaam te zijn, dient ontwikkeling drie belangrijke elementen te verzoenen : sociale rechtvaardigheid, bescherming van het leefmilieu en economische doeltreffendheid;

    Duurzame ontwikkeling verzekert ook een rechtvaardige overgang naar duurzame productie- en consumptiemethoden, bevordert de gelijkheid van vrouwen en mannen en garandeert een toegang van de bevolking tot publieke basisgoederen en -diensten, sociale bescherming, alsook respect voor haar rechten, inclusief seksuele rechten en toegang tot informatie en diensten inzake seksuele en reproductieve rechten en gezondheid;

  13. « het partnerschap » : een actieve en participatieve wijze van samenwerking tussen partners in het kader van de ontwikkelingssamenwerking, met wederzijdse verantwoordelijkheden en met een bijzondere aandacht voor de institutionele responsabilisering van het partnerland, in het bijzonder van zijn overheidsdiensten, zijn middenveld en zijn economische privésector, voor de ontwikkeling van de lokale capaciteiten en voor de decentralisering van de interventies naar de doelgroepen;

  14. « het goed bestuur » : het bestuur dat de optimalisering beoogt van het beheer van de institutionele capaciteiten, de besluitvormingsprocessen van de overheden en het beheer van het overheidsgeld, met respect voor de democratie, de rechtsstaat alsmede de mensenrechten, de fundamentele vrijheden en de gelijkheid tussen mannen en vrouwen;

  15. « de humanitaire hulp » : de hulp die tot doel heeft levens te redden, lijden te verlichten en de menselijke waardigheid te behoeden gedurende en in de nasleep van natuurrampen en door de mens veroorzaakte crisissen, evenals dergelijke toestanden te voorkomen;

  16. « de beleidscoherentie ten gunste van ontwikkeling » : een proces om te verzekeren dat de doelstellingen en resultaten van het ontwikkelingssamenwerkingsbeleid van een regering niet tegengewerkt worden door het beleid van deze regering op andere domeinen die een impact hebben op de ontwikkelingslanden, en dat deze andere beleidsdomeinen waar mogelijk de ontwikkelingsdoelstellingen steunen;

  17. « het Samenwerkingsprogramma » (SP) : het meerjarig programma voor ontwikkelingssamenwerking waartoe de Belgische Staat zich verbindt met een partnerland van de gouvernementele samenwerking;

  18. « de mensenrechten » : de universele en onver-vreembare rechten zoals bepaald in het bijzonder in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens die is aangenomen door...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT