9 JANUARI 2003. - Wet tot wijziging van de artikelen 308 en 309 van het Gerechtelijk Wetboek

ALBERT II, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt :

Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet.

Art. 2. Artikel 308 van het Gerechtelijk Wetboek wordt vervangen als volgt :

Art. 308. De magistraten van de rechterlijke orde bedoeld in artikel 58bis kunnen door de Koning, op advies van de korpschef of de magistraat aan wie zij hiërarchisch ondergeschikt zijn, gemachtigd worden om opdrachten te vervullen bij supranationale, internationale of buitenlandse instellingen.

De vergunning geldt voor één jaar. Op verzoek van de internationale, supranationale of buitenlandse instelling en van de magistraat wordt deze termijn telkens met ten hoogste een jaar verlengd zonder dat de totale duur van het verlof zes jaar mag overschrijden. Heeft de betrokkene na het verstrijken van het verlof zijn ambt in de rechterlijke orde niet weder opgenomen, dan wordt hij als ontslagnemend beschouwd.

De magistraten met verlof wegens opdracht behouden hun plaats op de ranglijst en worden geacht het ambt waarin ze werden benoemd te hebben uitgeoefend. Zij behouden de aan dit ambt verbonden wedde met de daaraan verbonden verhogingen en voordelen voor zover aan de opdracht geen wedde is verbonden.

De titularissen van een adjunct-mandaat die vast zijn aangewezen en die gemachtigd worden om een opdracht te vervullen, behouden hun plaats op de ranglijst en worden geacht hun mandaat te hebben uitgeoefend. Zij behouden de aan het adjunct-mandaat verbonden wedde of weddebijslag met de daaraan verbonden verhogingen en voordelen voor zover aan de opdracht geen wedde is verbonden.

Zijn de titularissen van een adjunct-mandaat niet vast aangewezen, dan wordt hun adjunct-mandaat voor de duur van de opdracht geschorst. Zij behouden hun plaats op de ranglijst en worden geacht het ambt waarin ze benoemd werden te hebben uitgeoefend. Zij behouden de aan het adjunct-mandaat verbonden wedde of weddebijslag met de daaraan verbonden verhogingen en voordelen voor zover aan de opdracht geen wedde is verbonden.

De titularissen van een bijzonder mandaat verliezen hun mandaat maar behouden hun plaats op de ranglijst en worden geacht het ambt waarin ze benoemd werden te hebben uitgeoefend. Zij behouden hun wedde met de aan het amt waarin ze benoemd werden verbonden verhogingen en voordelen voor zover aan de opdracht geen wedde is verbonden.

De korpschefs...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT