21 MEI 2013. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 18 oktober 2004 betreffende de organisatie, de samenstelling en de werkwijze van de Raad van het Begrotingsfonds voor de grondstoffen en de producten

ALBERT II, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 24 december 1976 betreffende de budgettaire voorstellen 1976-1977, artikel 82, vierde lid, ingevoegd bij de wet van 21 december 1994 en gewijzigd bij de wet van 28 maart 2003;

Gelet op het koninklijk besluit van 18 oktober 2004 betreffende de organisatie, de samenstelling en de werkwijze van de Raad van het Begrotingsfonds voor de grondstoffen en de producten;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 22 augustus 2011;

Gelet op advies 52.536/1 van de Raad van State, gegeven op 19 december 2012, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van Binnenlandse Zaken, de Minister van Volksgezondheid, de Minister van Landbouw en de Staatssecretaris van Leefmilieu,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1. Artikel 2 van het koninklijk besluit van 18 oktober 2004 betreffende de organisatie, de samenstelling en de werkwijze van de Raad van het Begrotingsfonds voor de grondstoffen en de producten wordt vervangen als volgt :

Art. 2. De Raad wordt opgericht bij het Directoraat Generaal Dier, Plant en Voeding (DG4) - Dienst Pesticiden en Meststoffen van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu.

Art. 2. Artikel 3 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 20 december 2007, wordt vervangen als volgt :

Art. 3. De Raad bestaat uit drieëntwintig leden en is als volgt samengesteld :

1° tien ambtenaren van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu :

a) de directeur-generaal van het Directoraat generaal - Dier, Plant, en Voeding;

b) zes ambtenaren van het directoraat-generaal Dier, Plant, en Voeding, waarvan vier van de Dienst Pesticiden en Meststoffen, één van de Dienst Voedingsmiddelen, Dierenvoeders en andere consumptieproducten en één van de Dienst Inspectie Consumptieproducten, Dierenwelzijn en CITES;

c) drie ambtenaren van het directoraat-generaal Leefmilieu waarvan twee van de dienst Risicobeheersing en één van de dienst Multilaterale en Strategische Zaken;

2° één ambtenaar van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen;

3° één afgevaardigde van de minister bevoegd voor Begroting;

4° twee vertegenwoordigers van PHYTOFAR VZW;

5° één vertegenwoordiger van ESSENSCIA VZW;

6°...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT