9 MAART 2006. - Koninklijk besluit tot wijziging, wat de werkhervattingstoeslag betreft, van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering (1)

ALBERT II, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, inzonderheid op artikel 7, § 1, derde lid, i, vervangen bij de wet van 14 februari 1961, en artikel 7, § 1, derde lid, p, ingevoegd bij de wet van 30 december 2001 en gewijzigd bij de wet van 23 december 2005;

Gelet op de wet van 23 december 2005 betreffende het generatiepact, inzonderheid op artikel 71;

Gelet op het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering, inzonderheid op artikel 129bis, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 29 juni 2002;

Gelet op het advies van de Nationale Arbeidsraad, gegeven op 13 december 2005;

Gelet op het advies van het beheerscomité van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening, gegeven op 15 december 2005;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financïen, gegeven op 23 november 2005;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 23 december 2005;

Gelet op advies 39.698/1 van de Raad van State, gegeven op 26 januari 2006, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk;

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1. In artikel 129bis van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 11 juni 2002, worden de volgende wijzigingen aangebracht :

A) § 1, eerste lid, wordt vervangen door de volgende bepalingen :

In uitvoering van artikel 7, § 1, derde lid, p, van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders kan de werkhervattingstoeslag toegekend worden aan de werknemer die het werk als loontrekkende werknemer hervat en die :

1° ofwel reeds effectief na 28 februari 2002 de anciënniteitstoeslag heeft genoten als volledig werkloze;

2° ofwel werkloos is wegens omstandigheden onafhankelijk van zijn wil in de zin van artikel 44, en voldoet aan de voorwaarden om de anciënniteitstoeslag te genieten, behalve aan de voorwaarde van artikel 126, eerste lid, 2° en 3°.

;

B) § 1 wordt aangevuld met het volgend lid :

In afwijking van het eerste lid, 2°, wordt de werkhervattingstoeslag niet toegekend aan de werknemer die in de periode van zes maanden voorafgaand aan het tijdstip van de werkhervatting, reeds in dienst was van dezelfde werkgever of van de groep...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT