Welzijnszorg Bij besluit van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin van 19 september 2005 wordt bepaald : De erkenning onder nummer PE 2250 van het rusthuis 'Monnikenhof', Monnikenh

Welzijnszorg

Bij besluit van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin van 19 september 2005 wordt bepaald :

De erkenning onder nummer PE 2250 van het rusthuis "Monnikenhof", Monnikenhofstraat 109, te 2040 Antwerpen, beheerd door het O.C.M.W. van 2000 Antwerpen, wordt verlengd met ingang van 1 oktober 2005 tot en met 30 september 2008 voor maximaal 71 woongelegenheden.

Er wordt akte genomen van de brief van het O.C.M.W. van Antwerpen van 30 augustus 2005 met betrekking tot de naleving van de geldende brandveiligheidsnormen in de instelling. Het O.C.M.W. is volledig verantwoordelijk voor de hierin opgenomen verklaringen en dient de administratie halfjaarlijks in te lichten omtrent de vordering van de werkzaamheden inzake brandveiligheid.

Tegen dit besluit kan door elke belanghebbende met een aangetekende brief een vordering tot schorsing en/of een beroep tot nietigverklaring worden ingediend bij de Raad van State binnen de 60 dagen na kennisgeving van deze beslissing.

Bij besluit van de directeur-generaal van de administratie Gezin en Maatschappelijk Welzijn, namens de Vlaamse minister bevoegd voor de bijstand aan personen, van 19 september 2005 wordt bepaald :

Aan het O.C.M.W. van 8610 Kortemark wordt de voorafgaande vergunning verleend voor het bouwen van een rusthuis met 73 woongelegenheden ter vervanging van het bestaande rusthuis "Huize Blijgaarde", Hospitaalstraat 31, te 8610 Kortemark.

Deze voorafgaande vergunning geldt voor vijf jaar en deze geldigheidsduur kan ÈÈnmalig verlengd worden met drie jaar op voorwaarde dat uiterlijk twee maanden voor het verstrijken ervan een ontvankelijke aanvraag voor het verkrijgen van een verlenging van de verleende voorafgaande vergunning bij de administratie wordt ingestuurd.

Als de initiatiefnemer binnen de geldigheidsduur van de voorafgaande vergunning de werken die nodig zijn om het initiatief te verwezenlijken niet heeft aangevat, vervalt de voorafgaande vergunning van rechtswege.

Als het initiatief twaalf jaar na datum van de beslissing van de minister die de voorafgaande vergunning verleent slechts gedeeltelijk verwezenlijkt werd, vervalt de voorafgaande vergunning voor de niet-gerealiseerde opnamemogelijkheden.

Tegen dit besluit kan door elke belanghebbende met een aangetekende brief een vordering tot schorsing en/of een beroep tot nietigverklaring worden ingediend bij de Raad van State binnen de 60 dagen na kennisgeving van deze beslissing.

Bij besluit van de directeur-generaal van de administratie Gezin en Maatschappelijk Welzijn...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT