Koninklijk besluit houdende vaststelling van het regime en de werkingsmaatregelen, toepasbaar op welbepaalde plaatsen, gesitueerd in het grensgebied, voorzien in artikel 74/5, § 1, van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen (NOTA : Artikel 69 vernietigd bij het arrest nr 207.819 van de Raad van State, afdeling bestuursrechtspraak van 01-10-2010, zie B.St. van 02-12-2010, p. 73739), de 8 juin 2009

HOOFDSTUK 1. - Definities en algemene bepalingen

Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :

  1. de wet : de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen;

  2. de Minister : de Minister die de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen onder zijn bevoegdheid heeft;

  3. de INAD-centra : plaatsen bedoeld in de artikelen 74/5, § 1, 1° en 74/8, § 1, van de voornoemde wet van 15 december 1980;

  4. de bewoner : vreemdeling die het voorwerp heeft uitgemaakt van een beslissing tot vasthouding en een beslissing tot verwijdering en die zich, in afwachting van de uitvoering van de verwijderingsmaatregel, in een INAD-centrum bevindt;

  5. personeel van het INAD-centrum : personeel aangeduid voor het uitvoeren van de taken die hen in dit besluit worden toevertrouwd;

  6. het koninklijk besluit van 2 augustus 2002 : het koninklijk besluit van 2 augustus 2002 houdende vaststelling van het regime en de werkingsmaatregelen, toepasbaar op de plaatsen gelegen op het Belgisch grondgebied, beheerd door de Dienst Vreemdelingenzaken,

    waar een vreemdeling wordt opgesloten, ter beschikking gesteld van de regering of vastgehouden, overeenkomstig de bepalingen vermeld in artikel 74/8, § 1, van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen;

  7. de directeur-generaal : de directeur-generaal van de Dienst Vreemdelingenzaken of zijn gemachtigde.

    Art. 2. Dit besluit bepaalt het regime en de werkingsmaatregelen, toepasbaar op de INAD-centra.

    Het huishoudelijk reglement regelt de uitvoeringsmodaliteiten van de bepalingen van dit besluit die betrekking hebben op de dagelijkse werking van de INAD-centra. Dit reglement kan geen bepalingen bevatten die de draagwijdte van dit besluit beperken.

    Het huishoudelijk reglement wordt goedgekeurd door de Minister.

    Art. 3. Het verblijf van de bewoner is beperkt tot 7 dagen in het INAD-centrum van de luchthaven Brussel-Nationaal of 48 uren in de INAD-centra van de regionale luchthavens erkend als Schengengrenspost. Indien de verwijdering, niet binnen deze termijn kan worden uitgevoerd wordt de bewoner overgebracht naar een andere plaats, door de Koning bepaald als gelijkgesteld met de plaatsen gelegen in het grensgebied, met toepassing van artikel 74/5, § 2 van de wet. Deze overbrenging kan slechts plaatsvinden na instructie van de Dienst Vreemdelingenzaken.

    Art. 4. De opsluiting en de vasthouding zijn geen sancties maar middelen tot uitvoering van een verwijderingsmaatregel.

    HOOFDSTUK 2. - Reglementering inzake bewoners

    Art. 5. Het personeel van het INAD-centrum heeft als opdracht :

  8. de bewoner in het centrum vast te houden in afwachting van, al naargelang het geval :

    - zijn terugdrijving naar de plaats van vertrek of elke andere plaats waar hij gemachtigd kan worden tot binnenkomst of verblijf of;

    - zijn repatriëring, indien de vervoerder die hem heeft meegenomen onbekend is, of;

    - zijn machtiging om het Rijk binnen te komen;

  9. hem psychologisch en sociaal te begeleiden en voor te bereiden op zijn eventuele verwijdering;

  10. hem aan te zetten tot naleving van de beslissing tot verwijdering die ten aanzien van hem werd genomen.

    De organisatie en de werking van het INAD-centrum moeten daarop worden afgestemd.

    Art. 6. Geen enkele vreemdeling kan ten laste worden genomen door het INAD-centrum zonder in het bezit te zijn gesteld van een beslissing tot verwijdering en een beslissing tot vasthouding in het INAD-centrum.

    Indien een vreemdeling, omwille van praktische of humanitaire redenen, op vrijwillige basis wenst opgenomen te worden in een INAD-centrum, zonder dat hij te dien einde het voorwerp uitmaakt van een beslissing tot vasthouding, dan is de voorafgaande toestemming van de directeur-generaal steeds vereist.

    Art. 7. Elke bewoner kan ten vroegste 24 uur vóór de vlucht die hem moet terugbrengen naar de plaats van vertrek of elke andere plaats waar hij tot binnenkomst of verblijf kan worden gemachtigd weer zijn intrek nemen in het INAD-centrum.

    Art. 8. Elke bewoner wordt door het personeel van het INAD-centrum gelijkwaardig, correct en respectvol behandeld, met respect voor de persoonlijke levenssfeer en zonder enige discriminatie.

    Het personeel van het INAD-centrum respecteert de mening en de eigenheid van elke bewoner op godsdienstig, moreel, filosofisch, cultureel en politiek gebied.

    Art. 9. Elke bewoner heeft, onder de in dit besluit vastgelegde voorwaarden, het recht op individuele medische, psychologische, sociale en juridische bijstand.

    De bewoners van het INAD-centrum dienen elkaars mening en eigenheid onder meer op godsdienstig, filosofisch, cultureel en politiek vlak te respecteren.

    Art. 10. Het personeel van het INAD-centrum communiceert in een taal die de bewoner begrijpt. Indien nodig wordt beroep gedaan op een tolk.

    Art. 11. Het personeel van het INAD-centrum onderhoudt met de bewoners enkel het contact dat verantwoord is voor het uitvoeren van de dienstopdracht. Een professionele houding is steeds vereist.

    Indien het personeel van het INAD-centrum vaststelt dat er in hoofde van de bewoner ernstige elementen aanwezig zijn die de vrijlating of het uitstel van het vertrek kunnen verantwoorden, moet het deze elementen voorleggen aan de directeur-generaal of aan de door de directeur-generaal aangeduide dienst of persoon.

    Art. 12. De bewoner mag niet aan publieke belangstelling blootgesteld worden, noch zonder zijn instemming onderworpen worden aan vragen van journalisten of van derden of van personen bedoeld in de artikelen 35 tot 39, noch gefotografeerd of gefilmd worden.

    HOOFDSTUK 3. - Regels van toepassing bij de aankomst

    Art. 13. De gevaarlijke voorwerpen en verboden stoffen worden door de politie in beslag genomen. De voorwerpen en stoffen die verboden zijn in de veiligheidszone met een gereglementeerde toegang worden tijdens het verblijf van de bewoner in het INAD-centrum bewaard door de politie. Er wordt een inventaris opgemaakt van de in bewaring gegeven goederen.

    Indien dat nodig is, wordt er voor de controle van de goederen die in het bezit zijn van de bewoner, zelfs indien die naar het INAD-centrum worden meegenomen, een beroep gedaan op het personeel van de FOD Financiën/Douane. Een dergelijke controle is met name gerechtvaardigd indien :

    - hij de toestemming zou krijgen om het Rijk te betreden, of;

    - hij ervan verdacht wordt goederen te smokkelen, of;

    - de goederen die door hem worden vervoerd een gevaar kunnen vormen voor de volksgezondheid, of;

    - de bewoner verboden goederen, dieren of planten vervoert.

    Art. 14. De bewoner heeft het recht de hem toebehorende voorwerpen waarvan het bezit niet onverenigbaar is met de orde en de veiligheid in zijn verblijfsruimte onder te brengen dan wel bij zich te hebben of in bewaring te geven overeenkomstig de door het huishoudelijk reglement te bepalen regels.

    De bewaargeving valt onder toezicht en verantwoordelijkheid van de centrumdirecteur voor het INAD-centrum van de luchthaven Brussel-Nationaal of van de politie in de INAD-centra van de regionale luchthavens. Er wordt een inventaris opgemaakt van de in bewaring gegeven goederen. De betrokken bewoner ontvangt een afschrift van de inventaris die hijzelf en twee daartoe bevoegde personeelsleden ondertekenen.

    Art. 15. Na de door de politie uitgevoerde fouillering wordt de bewoner uitgenodigd om gebruik te maken van de sanitaire installaties, tenzij dit om medische redenen of [veiligheidsredenen] niet aangewezen is. (Erratum, B.St. 23-07-2009, p. 50405)

    Art. 16. Indien de bewoner van het INAD-centrum ziektesymptomen vertoont of indien hij er zelf om verzoekt, neemt het personeel van het INAD-centrum zo spoedig mogelijk de nodige schikkingen om een medisch onderzoek te laten plaatsvinden. De bewoner moet zijn medewerking verlenen aan het medisch onderzoek.

    Indien een medische behandeling vereist is en niet ter plaatse kan worden verstrekt, moet de dienst of de persoon aangeduid door de directeur-generaal hiervan onmiddellijk, schriftelijk op de hoogte worden gebracht.

    Art. 17. Wanneer hij in het INAD-centrum aankomt, heeft de bewoner recht op één gratis nationaal telefoongesprek van minimum 10 minuten.

    Art. 18. Een exemplaar van dit besluit en van het huishoudelijk reglement worden ter beschikking gesteld van de bewoner.

    Art. 19. De redenen van de opsluiting, de wettelijke en reglementaire bepalingen waaraan de bewoner onderworpen is en de bestaande beroepen worden gemeld aan de bewoner, in een taal die hij begrijpt. Indien nodig, wordt er beroep gedaan op een tolk.

    HOOFDSTUK 4. - Regels tijdens het verblijf

    Deel 1. - Telefoongebruik en briefwisseling

    Art. 20. De bewoner heeft het recht dagelijks tussen acht uur en tweeëntwintig uur gratis met zijn advocaat en zijn diplomatieke of consulaire overheden te telefoneren.

    De advocaten hebben het recht op ieder ogenblik met hun cliënt telefonisch in contact te treden.

    Het telefonisch contact tussen een bewoner en zijn advocaat kan niet worden verboden.

    Art. 21. De bewoner heeft het recht om alle dagen op eigen kosten te telefoneren. Het personeel respecteert het privé-karakter van deze telefoongesprekken.

    Art. 22. In het belang van de nationale veiligheid, de openbare veiligheid, de bescherming van de openbare orde of indien het nemen van preventieve maatregelen tegen strafbare feiten, de bescherming van de gezondheid of de goede zeden, de bescherming van de rechten en de vrijheden van anderen of de bescherming van de veiligheid van het INAD-centrum dit vereisen kan het telefonisch contact verboden worden met uitzondering van het telefonisch contact met zijn advocaat. In dit geval moet de Minister of zijn gemachtigde daarvan onmiddellijk op de hoogte worden gebracht.

    Art. 23. Onder briefwisseling wordt elke vorm van inkomende of uitgaande post verstaan. Behoudens de bepalingen in artikel 25 hebben de...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT