Protocol betreffende wederzijdse bijstand tussen de administratieve autoriteiten in douanezaken., de 9 février 1995

Artikel 1. Definities.

Voor de toepassing van dit protocol wordt verstaan onder :

  1. douanewetgeving : de op het grondgebied van partijen geldende voorschriften betreffende de invoer, de uitvoer en de doorvoer van goederen en de plaatsing van goederen onder een douaneregeling, met inbegrip van de door partijen ingestelde verboden, beperkingen en controlemaatregelen;

  2. douanerechten : alle rechten, belastingen, vergoedingen en andere heffingen die ter uitvoering van de douanewetgeving op het grondgebied van partijen worden toegepast en ingevorderd, met uitzondering van de vergoedingen en heffingen waarvan het bedrag bij benadering gelijk is aan de kosten van de verleende diensten;

  3. verzoekende autoriteit : een bevoegde administratieve autoriteit die hiertoe door een partij is aangewezen en die een verzoek om administratieve bijstand in douanezaken indient;

  4. aangezochte autoriteit : een bevoegde administratieve autoriteit die hiertoe door een partij is aangewezen en die een verzoek om administratieve bijstand in douanezaken ontvangt;

  5. overtreding : elke inbreuk op de douanewetgeving en elke poging daartoe.

    Art. 2. Werkingssfeer.

    1. Partijen verlenen elkaar, binnen hun bevoegdheden, bijstand, op de wijze en onder de voorwaarden vastgesteld in dit protocol, met het oog op de correcte toepassing van de douanewetgeving, in het bijzonder wat de preventie, de opsporing en het onderzoek van overtredingen van deze wetgeving betreft.

    2. De bijstand in douanezaken waarin dit protocol voorziet, geldt voor elke administratieve autoriteit van de partijen die bevoegd is voor de toepassing van dit protocol. De bijstand in douanezaken doet geen afbreuk aan de regels betreffende de wederzijdse bijstand in strafzaken en geldt niet voor informatie die is verkregen krachtens bevoegdheden die op verzoek van de rechterlijke autoriteiten worden uitgeoefend, tenzij deze autoriteiten hiermee instemmen.

      Art. 3. Bijstand op verzoek.

    3. Op aanvraag van de verzoekende autoriteit verschaft de aangezochte autoriteit eerstgenoemde alle ter zake dienende informatie die deze nodig heeft voor de correcte toepassing van de douanewetgeving, met inbegrip van informatie betreffende vastgestelde of voorgenomen transacties die op deze wetgeving inbreuk maken of zouden maken.

    4. Op aanvraag van de verzoekende autoriteit deelt de aangezochte autoriteit haar mede of goederen die uit het grondgebied van een der partijen zijn uitgevoerd, op regelmatige wijze in de andere partij zijn ingevoerd, onder vermelding, in voorkomend geval, van de douaneregeling waaronder deze goederen zijn geplaatst.

    5. Op aanvraag van de verzoekende autoriteit zorgt de aangezochte autoriteit ervoor dat toezicht wordt gehouden op :

  6. natuurlijke personen of rechtspersonen ten aanzien waarvan een gegrond vermoeden bestaat dat zij de douanewetgeving overtreden of overtreden hebben;

  7. de plaats waar voorraden goederen op zodanige wijze zijn bijeengebracht dat er redenen zijn om aan te nemen dat zij bestemd zijn voor transacties die in strijd zijn met de wetgeving van de andere partij;

  8. goederenbewegingen waarover wordt medegedeeld dat zij aanleiding kunnen geven tot ernstige...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT