13 DECEMBER 2007. - Ordonnantie tot wijziging van de wet van 20 juli 1971 op de begraafplaatsen en de lijkbezorging met het oog op een waardige behandeling van het stoffelijk overschot van levenloos geboren foetussen (1)

Artikel 1. Deze ordonnantie regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 39 van de Grondwet.

Art. 2. Deze ordonnantie is van toepassing op de begraafplaatsen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, die gelegen zijn op het grondgebied van dit Gewest en de grenzen ervan niet overschrijden.

Art. 3. Aan Hoofdstuk II, Afdeling I van de wet van 20 juli 1971 op de begraafplaatsen en de lijkbezorging wordt een nieuw artikel 15ter toegevoegd, luidend :

´ Art. 15ter. Levenloos geboren foetussen, die geboren zijn tussen de 106e en de 180e dag van de zwangerschap, worden op verzoek van de ouders hetzij begraven op een daartoe op de ge meentelijke begraafplaats aangelegde ´ stille kinderweide ª, hetzij begraven op de intercommunale begraafplaats, hetzij gecremeerd. De as kan worden bijgezet in urnen op de stille kinderweide of in het columbarium, of verstrooid op een strooiweide ingericht op de stille kinderweide. De ouders kunnen ook, net zoals dat kan voor de as van minderjarige kinderen en onder dezelfde wettelijke voorwaarden, kiezen voor hetzij verstrooiing, hetzij begraving, hetzij bewaring in een urne van de as op een andere plaats dan de begraafplaats.

De Brusselse Hoofdstedelijke Regering bepaalt de uitvoeringsmodaliteiten van de mogelijkheden voor een waardig afscheid van de levenloos geboren foetus voor de betrokken gemeenten. ª

Kondigen deze ordonnantie af, bevelen dat ze in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 13 december 2007.

De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT