9 JANUARI 2013. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 augustus 2011, gesloten in het Paritair Subcomité voor de terugwinning van lompen, betreffende de uitzendarbeid (1)
ALBERT II, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de terugwinning van lompen;
Op de voordracht van de Minister van Werk,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1. Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 29 augustus 2011, gesloten in het Paritair Subcomité voor de terugwinning van lompen, betreffende de uitzendarbeid.
Art. 2. De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 9 januari 2013.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Werk,
Mevr. M. DE CONINCK
_______
Nota
(1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad :
Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.
Bijlage
Paritair Subcomité voor de terugwinning van lompen
Collectieve arbeidsovereenkomst van 29 augustus 2011
Uitzendarbeid
(Overeenkomst geregistreerd op 6 oktober 2011 onder het nummer 106157/CO/142.02)
HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers, arbeiders en arbeidsters van de ondernemingen die ressorteren onder de bevoegdheid van het Paritair Subcomité voor de terugwinning van lompen.
Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt onder "arbeiders" verstaan : de mannelijke en vrouwelijke werklieden.
HOOFDSTUK II. - Algemene bepalingen
Art. 2. § 1. De tewerkstelling van eenzelfde uitzendkracht wordt beperkt tot maximum 115 werkdagen.
§ 2. Teneinde oneigenlijk gebruik van uitzendarbeid te weren uit de sector worden uitzendcontracten omwille van tijdelijke vermeerdering van het werk na een periode van zes maanden verplicht omgezet in een contract van onbepaalde duur.
HOOFDSTUK III. - Sanctiemechanisme
Art. 3. De werkgever die niet voldoet aan bovenvermelde bepalingen dient een éénmalige forfaitaire vergoeding van 1.250 EUR per uitzendkracht en per inbreuk te storten aan het "Sociaal Fonds voor de lompenbedrijven".
De procedure wordt door de raad van beheer van het fonds vastgelegd.
HOOFDSTUK IV. - Informatieverplichting door de werkgever
Art. 4. De werkgevers verbinden er zich toe jaarlijks vóór 31 maart aan de ondernemingsraad, of bij ontstentenis aan de vakbondsafvaardiging, of bij ontstentenis aan de regionale vakbondssecretarissen een...
Pour continuer la lecture
SOLLICITEZ VOTRE ESSAI