13 MAART 2011. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 januari 2010, gesloten in het Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf, betreffende het conventioneel brugpensioen vanaf 58 jaar (1)

ALBERT II, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf;

Op de voordracht van de Minister van Werk,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1. Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 27 januari 2010, gesloten in het Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf, betreffende het conventioneel brugpensioen vanaf 58 jaar.

Art. 2. De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 13 maart 2011.

ALBERT

Van Koningswege :

De Vice-Eerste Minister

en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid,

Mevr. J. MILQUET

_______

Nota

(1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad :

Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.

Bijlage

Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf

Collectieve arbeidsovereenkomst van 27 januari 2010

Conventioneel brugpensioen vanaf 58 jaar (Overeenkomst geregistreerd op 4 mei 2010 onder het nummer 99179/CO/109)

HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de arbeid(st)ers met inbegrip van de huisarbeid(st)ers van de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf ressorteren.

HOOFDSTUK II. - Draagwijdte en duur

Art. 2. Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft tot doel de verderzetting van de toepassing van het stelsel van conventioneel brugpensioen vanaf de leeftijd van 58 jaar gedurende de periode van 1 januari 2010 tot 31 december 2010, overeenkomstig de bepalingen van het koninklijk besluit van 3 mei 2007 tot regeling van het conventioneel brugpensioen in het kader van het Generatiepact.

Art. 3. In uitvoering van artikel 3, 3° van de statuten, vastgesteld bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 april 1979, gesloten in het Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf, houdende coördinatie van de statuten van het "Sociaal Waarborgfonds voor de kleding- en confectienijverheid", wordt aan de arbeid(st)ers, bedoeld in artikel 4, een aanvullende vergoeding - waarvan het bedrag en de wijzen van toekenning en uitkering hierna zijn vastgesteld - toegekend ten laste van genoemd fonds voor de arbeid(st)ers die in het systeem van het brugpensioen treden tijdens de periode van 1 januari 2010 tot 31 december 2010.

HOODFSTUK III. - Voorwaarden om recht te hebben op de aanvullende vergoeding

Art. 4. De in artikel 3 bedoelde aanvullende vergoeding behelst het toekennen van gelijkaardige voordelen, als voorzien bij collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 gesloten op 19 december 1974 in de Nationale Arbeidsraad, tot invoering van een regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers indien zij worden ontslagen, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 16 januari 1975 en laatst gewijzigd bij collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17tricies van 19 december 2006.

Deze aanvullende vergoeding wordt toegekend aan de arbeid(st)ers die ontslagen worden, met andere woorden aan arbeid(st)ers die ongewild werkloos worden gesteld en van wie de opzeggingstermijn of de periode gedekt door de opzeggingsvergoeding een einde neemt uiterlijk op 31 december 2010 en die, op het einde van de opzeggingstermijn of de periode gedekt door de opzeggingsvergoeding de leeftijd van 58 jaar of ouder bereikt hebben tussen 1 januari 2010 en 31 december 2010.

Voor de toepassing van het vorige lid wordt geen rekening gehouden met de verlenging van de opzeggingstermijn doorgevoerd in toepassing van de artikelen 38, § 2 en 38bis van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten.

Art. 5. De arbeid(st)ers die voldoen aan de door artikel 4 vereiste leeftijdsvoorwaarden komen in aanmerking voor...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT