Besluit van de Waalse Regering betreffende de verhuurvergunning (VERTALING)., de 3 juin 2004

HOOFDSTUK I. - Begripsomschrijvingen.

Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :

  1. Code : de Waalse Huisvestingscode;

  2. Minister : de Minister bevoegd voor Huisvesting;

  3. gemeente : de gemeente waarin de woning is gelegen;

  4. enquêteur : de persoon die krachtens dit besluit erkend is om het conformiteitsattest af te geven;

  5. bestuur : het Directoraat-generaal Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Patrimonium van het Ministerie van het Waalse Gewest;

  6. hoofdverblijf : de plaats waar het gezin gedurende het grootste deel van het jaar werkelijk woont en bovendien, wanneer het om een student gaat, de plaats waar hij gedurende zijn studies regelmatig woont en dit niettegenstaande zijn eventuele woonplaats ergens anders;

  7. student : de persoon die ingeschreven is in een inrichting van het secundair of hoger onderwijs waar hij de cursussen volgt als hoofdactiviteit.

    Met een student wordt gelijkgesteld, de gediplomeerde persoon van het secundair of hoger onderwijs in periode van wachttijd overeenkomstig de bepalingen van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering;

  8. vergunning : de in artikel 10 van de Code bedoelde verhuurvergunning;

  9. woningeenheid : het gedeelte van een gebouw bestemd voor de woning van een gezin. Als het gaat om een gemeenschappelijke woning, omvat de woningeenheid met name één of meer vertrekken voor het gebruik van verschillende gezinnen.

    HOOFDSTUK II. - Normen voor de onschendbaarheid van de woning en de bescherming van het privé-leven.

    Art. 2. § 1. Voor ieder gebouw met ten minste één woning, zoals bedoeld in afdeling 3 van hoofdstuk 1 van titel II de Code, gelden de volgende normen voor de onschendbaarheid van de woning en de bescherming van het privé-leven krachtens artikel 10, 3°, van de Code :

  10. de toegang tot het gebouw alsmede tot iedere woningeenheid die onder toepassing van hierboven vermelde afdeling 3 valt, moet voorzien zijn van deuren die op slot kunnen worden gedaan. De huurder moet in het bezit zijn van twee exemplaren van de nodige sleutels voor de toegang tot het gebouw en de gedeelten die hij persoonlijk bewoont;

  11. hetzelfde gezin moet toegang hebben tot ieder woonvertrek voor eigen gebruik zonder door een woonvertrek voor eigen gebruik van een ander gezin te moeten komen;

  12. alle wc's, waskamers, badkamers moeten op slot kunnen worden gedaan, behalve voor een eengezinswoning en voor een gebouw met meerdere woningen waarvan de betrokken lokalen slechts toegankelijk zijn voor het gezin dat deze woning bewoont;

  13. de hoofdingang van het gebouw moet voorzien zijn van individuele bellen zodat ieder gezin rechtstreeks kan worden opgezocht;

  14. ieder gezin moet beschikken over een brievenbus die op slot kan worden gedaan.

    § 2. Voor elke woningeenheid bewoond door een student die er niet woonachtig is, kan worden afgeweken van de verplichtingen om over een bel te beschikken.

    HOOFDSTUK III. - Bepalingen betreffende de enquêteurs.

    Art. 3. De volgende personen mogen de functie van enquêteur bekleden :

  15. voor rekening van de gemeente, de gemeenteambtenaren van niveau A, B, C en D die een technische kennis van het bouwwezen hebben;

  16. personen die geen gemeenteambtenaar zijn maar houder zijn van één van de volgende diploma's :

    - architect;

    - burgerlijk ingenieur-architect;

    - burgerlijk bouwkundig ingenieur;

    - industrieel ingenieur bouwkunde;

    - technisch bouwkundig ingenieur;

    - landmeter-expert onroerende goederen.

    Art. 4. § 1. Volgende personen worden door de Minister als enquêteur erkend :

  17. voor rekening van de gemeente, de door het college van burgemeester en schepenen aangewezen gemeenteambtenaren die opgenomen zijn in een door de gemeente aan het bestuur overgemaakte lijst;

  18. de in artikel 3, 2°, bedoelde personen die het bestuur rechtstreeks laten weten dat zij de functie van enquêteur wensen te vervullen.

    § 2. Alvorens erkend te worden, moet de enquêteur zich ertoe verbinden geen opdracht te vervullen indien hij, hetzij persoonlijk, hetzij via tussenpersonen, enig belang heeft dat...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT