14 DECEMBER 2006. - Besluit van de Waalse Regering betreffende de ministeriële kabinetten van de Waalse Regering

De Waalse Regering,

Gelet op de bijzondere wet tot hervorming der instellingen van 8 augustus 1980, zoals gewijzigd;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 17 juli 1997 betreffende de bestuurlijke en budgettaire controle, gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 20 december 2001;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 26 augustus 2004 houdende regeling van de werking van de Regering, gewijzigd bij de besluiten van de Waalse Regering van 16 september 2004 en 15 april 2005;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 9 juni 2005 betreffende de ministeriële kabinetten van de Waalse Regering;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 6 oktober 2005 tot vaststelling van de verdeling van de ministeriële bevoegdheden en tot regeling van de ondertekening van haar akten;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 10 november 2006;

Gelet op de instemming van de Minister van Begroting, gegeven op 14 december 2006;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat de continuïteit in de werking van de ministeriële kabinetten van de Waalse Regering onverwijld gewaarborgd dient te worden;

Op de voordracht van de Minister-President,

Besluit :

Afdeling 1. - Bevoegdheden

Artikel 1. § 1. De bevoegdheden van de ministeriële kabinetten worden als volgt vastgesteld : de aangelegenheden die van invloed zouden kunnen zijn op het algemeen regeringsbeleid of de parlementaire werkzaamheden, het onderzoek en de studies die het persoonlijk werk van de ministers kunnen vereenvoudigen, de presentatie van de dossiers van het bestuur, eventueel het secretariaat van de minister, de ontvangst en het openen van diens persoonlijke briefwisseling, de particuliere briefwisseling, de verzoeken om een onderhoud, het persoverzicht.

§ 2. Minstens eenmaal per jaar overleggen het ministeriële kabinet en de verantwoordelijken van het bestuur, de paragewestelijke en andere overheidsinstellingen in verband met beleidsvoorbereiding en -uitvoering.

§ 3. Een omzendbrief van de Waalse Regering bepaalt en harmoniseert de toe te passen procedures, met name wat betreft het beheer en de werking van de ministeriële kabinetten.

§ 4. Een huishoudelijk reglement dat op alle medewerkers van het ministerieel kabinet bepaalt de werkingsmodaliteiten.

Afdeling 2. - Samenstelling

Art. 2. § 1. Het kabinet van een minister mag bestaan uit 48,5 personeelsleden, 65,5 voor een Vice-Minister-President en 81 voor de Minister-President, waaronder tien leden van niveau 1, namelijk :

- een kabinetschef;

- twee adjunct-kabinetschefs;

- vier adviseurs;

- drie attachés.

Onder hen kan er een kabinetssecretaris worden aangesteld.

In afwijking van het eerste lid :

- kan het kabinet van een vice-minister-president bijkomend één kabinetschef, één adviseur en twee attachés tellen;

- kan het kabinet van de Minister-President bijkomend één kabinetschef, twee adjunct-kabinetschefs, twee adviseurs en twee attachés tellen.

Binnen de perken van de gemachtigde begrotingskredieten kan het aantal personeelsleden van niveau 1 verhoogd worden met maximum vier leden voor een minister, vijf voor een Vice-Minister-President en zeven voor de Minister-President op voorwaarde dat het aantal uitvoerende personeelsleden evenredig verminderd wordt.

Daarover worden de Minister-President en de vaste dienst van bijstand in bestuurlijke en geldelijke aangelegenheden van de kabinetten (SePAC) bedoeld in artikel 7 van dit besluit ingelicht.

§ 2. De verdeling van de in § 1 vastgestelde functies kan slechts met het akkoord van de Minister-President gewijzigd worden en het maximaal aantal leden mag daarbij niet overschreden worden.

§ 3. Een ministerieel kabinet kan vijf chauffeurs bevatten, het kabinet van de Vice-Minister-President zeven en het kabinet van de Minister-President acht.

§ 4. Elke Minister kan één of meerdere personeelsleden van zijn kabinet samen met de desbetreffende begrotingsmiddelen overplaatsen naar het kabinet van een andere minister. Een afschrift van het overplaatsingsbesluit wordt overgemaakt aan de Minister-President en aan de Vaste hulpdienst voor administratieve en geldelijke aangelegenheden (SePAC) bedoeld in artikel 7 van dit besluit.

§ 5. Als geen particuliere firma belast is met het onderhoud van de lokalen van het kabinet, kunnen personeelsleden bovendien daartoe worden aangeworven buiten de toegestane personeelsformatie met één personeelslid voor tien lokalen en dit, binnen de perken van de begrotingskredieten van het kabinet.

§ 6. Het aantal leden van het uitvoeringspersoneel dat een als wedde geldende kabinetstoelage geniet in een weddeschaal van niveau 2+, wordt beperkt tot vier leden voor een Minister, vijf voor een Vice-Minister-president en zeven voor de Minister-President.

§ 7. Een lid van het personeel kan in dienst worden genomen in de privéwoning van de Minister.

Art. 3. Een privésecretaris en een buitengewoon rekenplichtige kunnen aangewezen worden onder de leden van niveau 1 of die van het uitvoeringspersoneel van het kabinet.

Art. 4. § 1. Binnen de perken van de begrotingskredieten van elk kabinet mogen buiten de toegestane personeelsformatie maximum twaalf man/maand per jaar verdeeld worden over één of meer experten.

Dit aantal wordt verhoogd tot 18 man/maand per jaar voor de Vice-Minister-Presidenten en tot 24 man/maand per jaar voor de Minister-President.

Van deze aantallen mag niet afgeweken worden, behoudens akkoord van de Minister-President.

§ 2. Binnen de perken van de begrotingskredieten van elk kabinet kunnen er studenten in dienst worden genomen a rato van maximum één voltijds equivalent tijdens de periode gaande van 1 juli tot en met 30 september.

De bezoldiging van de studenten is vastgesteld :

- in weddeschaal D3 (nul jaar anciënniteit) bij hun indiensttreding voor de houders van het getuigschrift lager secundair onderwijs of een daarmee gelijkgesteld diploma;

- in weddeschaal C3 (nul jaar anciënniteit) bij hun indiensttreding voor de houders van het getuigschrift hoger secundair onderwijs of een daarmee gelijkgesteld diploma.

Het aantal studenten dat in aanmerking kan komen voor weddeschaal C3 wordt beperkt tot 50 % maximum van het totaalaantaal studenten die aangeworven kunnen worden tijdens de referentieperiode.

Art. 5. § 1. De personeelsleden van de regeringsdiensten en, meer algemeen, van elke openbare dienst, die aangewezen worden om voltijds gedetacheerd te zijn naar een kabinet, mogen noch hun betrekking blijven bekleden, noch de desbetreffende bevoegdheden blijven uitoefenen, zelfs niet in deeltijds verband.

§ 2. In geval van afwezigheid om medische reden van meer dan dertig dagen van een personeelslid van het kabinet kan de Waalse Regering of de bevoegde Minister voorzien in zijn vervanging tijdens de duur van zijn afwezigheid.

§ 3. De personeelsleden van de kabinetten kunnen een handelsactiviteit of een andere bezoldigde betrekking uitoefenen zonder de voorafgaandelijke instemming van de betrokken Minister.

Art. 6. § 1. De permanente cel, hiernavolgend "Secretariaat van de Regering", die onafhankelijk van de ministeriële kabinetten werkt, staat onder het gezag van de Regering. De Minister-President is belast met het dagelijks beheer ervan.

§ 2. Het Secretariaat van de Regering bestaat uit 11 leden, namelijk :

- de secretaris van de Regering die de rang van kabinetschef heeft indien het ambt niet wordt bekleed door één van de kabinetschefs van de Minister-President;

- 2 adviseurs;

- 8 uitvoerende personeelsleden onder wie 3 een weddeschaal van niveau 2+ kunnen genieten.

De leden van het Secretariaat van de Regering worden door de Minister-President aangesteld.

§ 3. De belangrijkste opdrachten van het Secretariaat van de Regering zijn de volgende :

- het secretariaat van de Regering;

- de voorbereiding van de vergaderingen van de Regering, inzonderheid het opstellen van de agenda en de verspreiding van de documenten;

- de kennisgeving van de definitieve mededelingen;

- de overbrenging van de beslissingen van de Regering naar :

- het Waalse Parlement;

- de gewestelijke kabinetten en het bestuur;

- andere bestuursniveaus, federale Staat inbegrepen;

- de organisatie van het protocol en van de public relations van de Regering;

- de bekendmaking van de beslissingen van de Regering.

Art. 7. De vaste...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT