Protocol tussen de Federale Staat, de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap, de Duitstalige Gemeenschap, het Waals Gewest, het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, de Gemeenschappelijke Gemeenschapsco

Protocol tussen de Federale Staat, de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap, de Duitstalige Gemeenschap, het Waals Gewest, het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie en de Franse Gemeen-schapscommissie ten gunste van de personen met een handicap

Protocol betreffende het begrip redelijke aanpassingen in België krachtens de wet van 25 februari 2003 ter bestrijding van discriminatie en tot wijziging van de wet van 15 februari 1993 tot oprichting van een Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding

Memorie van toelichting

In dit protocol streven de federale overheid en de gewesten en gemeenschappen die de bevoegdheid delen voor het beleid inzake personen met een handicap naar de maatschappelijke en professionele inschakeling van personen met een handicap. Deze inschakeling gebeurt onder andere door redelijke aanpassingen aan te brengen, vereist door de richtlijn 2000/78/EG van de Raad van 27 november 2000 tot instelling van een algemeen kader voor gelijke behandeling in arbeid en beroep en de wet van 25 februari 2003 ter bestrijding van discriminatie en tot wijziging van de wet van 15 februari 1993 tot oprichting van een Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding, van het decreet van de Vlaamse Gemeenschap van 8 mei 2002 houdende evenredige participatie op de arbeidsmarkt, van de ordonnantie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 26 juni 2003 betreffende het gemengd beheer van de arbeidsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest,

van het decreet van de Duitstalige Gemeenschap van 17 mei 2004 houdende toepassing van het beginsel van gelijke behandeling op de arbeidsmarkt, van het decreet van de Franse Gemeenschap van 19 mei 2004 houdende toepassing van het beginsel van gelijke behandeling, van het decreet van het Waals Gewest van 27 mei 2004 betreffende de gelijke behandeling inzake tewerkstelling en beroepsopleiding.

Dit protocol reikt de federale overheid en de gewesten en gemeenschappen de criteria aan waardoor zij zich zullen laten leiden bij de interpretatie van het begrip redelijke aanpassingen'.

De huidige bevoegdheidsverdeling ter zake is zodanig georganiseerd dat een samenwerking niet alleen wenselijk maar zelfs noodzakelijk is om het welslagen van het gevoerde beleid te waarborgen en om uiteenlopende bepalingen en interpretaties in de wettelijke stelsels van de verschillende beleidsniveaus te voorkomen.

Toelichting bij de artikelen

Artikel 1

Dit artikel omschrijft het doel van het protocol.

Artikel 2

Artikel 2 omschrijft het begrip "redelijke aanpassing". In de eerste paragraaf wordt daartoe omschreven wat met een "aanpassing" wordt bedoeld. De tweede paragraaf geeft een beschrijving van de criteria waaraan de aanpassing moet voldoen. De derde paragraaf geeft de indicatoren aan op basis waarvan de redelijkheid onder meer beoordeeld dient te worden.

De omschrijving van het begrip aanpassing' in de eerste paragraaf van artikel 2 sluit zoveel mogelijk aan bij een amendement van de regering bij de wet van 25 februari 2003 en de voorbereidende werkzaamheden van deze wet.

Het betreft de verwijzing naar « de architecturale aanpassingen die bvb. de rolstoeltoegankelijkheid garanderen, de technische hulpmiddelen die bvb. doven en blinden toelaten te communiceren, het gebruik van een vereenvoudigd taalgebruik voor mensen met mentale beperkingen, de reorganisatie van taakverdelingen, het verlenen van assistentie aan de persoon met een handicap, kortom: alle nodige concrete maatregelen, voor zover redelijk, die ertoe bijdragen dat de persoon met een handicap geen schadelijke weerslag ondervindt van de omgevingsfactoren. » (Parl. St. Kamer 2001-2002, nr. 1578/3,2.)

Ter illustratie worden hierna een aantal mogelijke categorieën van aanpassingen opgesomd :

- Materiële aanpassingen : aanpassing van de arbeidsplaats, architecturale aanpassingen, toegankelijkheid voor rolstoelgebruikers, aankoop van technisch materiaal voor de communicatie met personen met een zintuiglijke beperking, gebruik van eenvoudige symbolen voor personen met een mentale beperking, enz.

- Immateriële aanpassingen: vereenvoudigd taalgebruik voor personen met een mentale stoornis, begeleiding van een blinde persoon, vervanging van een mondeling examen door een schriftelijk examen voor personen met een spraakstoornis, mogelijkheid voor een persoon die moeilijk recht kan blijven staan om te gaan zitten wanneer hij of zij aanschuift aan een loket, vertaling in gebarentaal voor doven en slechthorenden, enz.

- Collectieve aanpassingen: aanpassing van sport- en culturele infrastructuren, plaatsing van liften in trein- en metrostations, aangepast stemhokje voor rolstoelgebruikers of personen met een kleine gestalte, enz.

- Individuele aanpassingen: aanpassing van een arbeidsplaats voor een werknemer met een specifieke handicap, zoals een aangepaste telefoon, een aangepast scherm, een aangepaste stoel, een aangepast toetsenbord, toegankelijke sanitaire voorzieningen, thuiswerk, aangepaste werktijdregeling, enz.

Hierbij dient opgemerkt te worden dat het voorzien in collectieve aanpassingen niet ontslaat van de verplichting in het voorzien van individuele aanpassingen wanneer dit bijkomend nodig is om de participatie van een persoon met een handicap te garanderen.

De omschrijving van het begrip aanpassing' in de eerste paragraaf van artikel 2 vermeldt de zinsnede "persoon met een handicap". Naar analogie met de antidiscriminatiewet wordt er uitdrukkelijk voor gekozen geen definitie in het protocol zelf op te nemen. Op die manier wil men een beperkte opvatting van het begrip handicap vermijden en evoluties in de definitie van "persoon met een handicap" niet in de weg te staan.

In ieder geval wordt onder handicap elk langdurig en belangrijk participatieprobleem van een persoon verstaan dat te wijten is aan het samenspel tussen 1) functiestoornissen van mentale, psychische, lichamelijke of zintuiglijke aard, 2) beperkingen bij het uitvoeren van activiteiten en 3) persoonlijke en externe factoren. Hiermee wordt gerefereerd aan de internationale classificatie van het menselijk functioneren (ICF), bekrachtigd door de Wereldgezondheidsorganisatie op 22 mei 2001 tijdens de vierenvijftigste gezondheidsassemblee.

Een persoon kan geboren worden met een handicap of er later wegens ziekte, een ongeval of ouderdom door worden getroffen.

Iedere persoon wiens deelname aan het maatschappelijke of professionele leven beperkt of belemmerd is, en niet alleen de personen die door de wet worden erkend als zijnde gehandicapt, wordt in de zin van het protocol beschouwd als een persoon met een handicap'.

De tweede paragraaf van artikel 2 geeft vier criteria aan waaraan de aanpassing moet voldoen: doeltreffendheid, evenwaardigheid, zelfstandigheid en veiligheid.

- doeltreffendheid: de aanpassing moet een concrete verbetering realiseren;

- evenwaardigheid: de aanpassing...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT